God werd in Christus mens

1. De mens uit het stof geboren,
zal eens na zijn aardse tijd
dan weer bij het stof behoren,
geen mens maakt daarin onderscheid.
God en Mens uit God geboren,
door Zijn Woord en Geest,
zal naar Gods wil doen en horen,
Hij die ons van de dood bevrijdt.

2. Het onderscheid'lijk vermogen
van mensen goed of kwaad,
zal God niet eeuwig gedogen,
omdat God uit liefde bestaat.
Daar kan geen kwaad in wezen,
God doet niet als een mens,
Hij wil hen genade geven,
Gods Zoon vervult als mens Zijn wens!

3. Die zo alleen op God vertrouwt,
ontvangt eeuwig leven,
omdat Zijn Zoon Gods wetten houdt,
wordt hun schuld door God vergeven.
Hij die Zijn bloed voor ons gaf,
om Gods liefde te vervullen,
nam aan het kruis eens onze straf,
om Gods liefde te onthullen!

4. Als hier de graankorrel niet sterft,
geen vrucht zal er dan wezen.
Maar  die in Jezus Christus erft,
heeft dan Zijn gena' verkregen.
Zo zal in Gods rechtvaardigheid,
Zijn liefde dan voor ons blijken.
O God door Uw barmhartigheid,
ons beeld weer op U doen lijken.

5. God doet en denkt niet als mensen,
Hij doet naar Zijn beraadt,
vervuld lang niet al hun wensen,
beproeft de mens die Hem verlaat.
Wil door Zijn Geest nog doen horen,
mensen die Hem nu nog missen,
hun oren wil Hij doorboren,
want God kan zich niet vergissen.

6. God werd in Jezus Christus mens,
wil hen geloof schenken.
O mens laat toch hierdoor Zijn wens,
Zijn Liefde, door U niet krenken.
Knielt nu eerbiedig voor Hem neer,
Hij keert de vijand naar zijn wil
Aanbid Uw God, keert naar uw Heer'
verwondert u, wees voor Hem stil. 

7. Eens zal God aan alle mensen
Zijn heerlijkheid doen zien.
Een ieder krijgt wat zij wensten,
het deel wat door Hem is verdiend.
Geen mens zal God tegenspreken,
God alleen rechtvaardig wezen,
velen van de schrik verbleken,
and'ren eeuwig met Hem leven.

Soli Deo Gloria