Vreemde Beelden

Ach Heer', laat mij dat beeld niet zien,

wat U niet heeft gegeven,

waar ik in verdwaal misschien

geen waarheid wordt gegeven.

Het beeld dat ieder mens vaak schept,

verandert steeds in kleur en maten,

wat door begeerte vaak behept,

Uw waarheid heeft verlaten.

Geen beeld maar eeuwig levend Wezen,

dat bent U mijn Heer', en God

leer mij daarom U te vrezen

opdat ik U met beelden niet bespot. 

Stel door Uw Geest Uw Zoon voor ogen,

Hij die voor mij aan 't kruishout hing,

om Uw grote Naam te verhogen,

door Hem, voor Wie ik nu de lofzang zing.

Dan zal geen vals beeld meer bepalen,

waarin ik mijn verlangen stel.

Dan zal ik Heer', aan U betalen

de lofzang, die ik U vertel!

Soli Deo Gloria!