Revitaliseren? kinderwerk!
n.a.v. het Koninginnedag 30 april in Veenendaal, waar de koningin op bezoek zou komen.
Het was op een mooie stralende voorjaarsdag, toen ik op weg van school naar
huis kwam.
Het was bijna mijn laatste schooldag nog even en dan was het
vakantie.
Ik was moe van de vele wijze levenslessen die ik op school geleerd had en
blij dat ik nu fijn mijn eigen leuke dingetjes kon gaan doen.
Die dag was ik met nog een paar andere kinderen bedrijven wezen bezoeken en had daar gezien hoe moeilijk het is om dingen te bedenken of te kunnen maken.
Op school vinden ze het belangrijk dat wij dat op tijd moeten leren, omdat
er ook van ons heel veel verwacht zou worden in het leven wat voor ons
ligt.
Maar nu was ik vrij en liep huppelend en blij naar de dingen die ik zelf
graag wilde doen.
Ik vind orgelspelen heel mooi en gedichten schrijven doe ik ook graag en
was al bezig wat liederen te schrijven die andere zouden kunnen gaan
zingen.
Plots werd mijn aandacht gevestigd op een kar die vlak bij ons huis
stond.
De kar was leeg en er stond een man bij die op zijn hoofd stond te
krabben.
Dichterbij gekomen las ik een woord wat op die kar stond die ik niet
begreep,
werkgroep RLGV taskforce.
De man sprak mij aan en zei, wil je ons komen helpen deze kar te
trekken.
Ik probeerde eerst nog even verder na te denken, van wat zal dat woord op
die kar nu betekenen, totdat die man zei hallo, hoor je mij niet.
Ja ja ik hoor u wel, maar wie zijn wij, want ik zie u hier alleen maar
staan.
Ja die anderen die hier ook bij horen zijn er nu even niet maar die moeten
ook wel komen helpen, anders krijgen wij deze kar echt samen niet weg.
Ik vroeg aan die man dit karretje is toch niet zo zwaar, die kan een pony
wel trekken en er ligt alleen maar een paar blaadjes met vraagtekens op.
Ja dat is niet zo moeilijk zei die man, ik geloof dat jij het wel in je
eentje kan, zou jij dat is willen proberen vroeg hij.
Eerst dacht ik waarom doe je het zelf niet, maar durfde dat niet te vragen
want ik had net die dag bij die bedrijven geleerd dat als je wat gevraagd wordt
moet je niet praten maar doen.
Ook hadden mijn vader en moeder al heel vroeg geleerd geen praatjes te
hebben of tegen te spreken als je wat gevraagd wordt iets te doen.
Dat was echt niet altijd leuk, want ik ging liever wat anders doen dan wat
ze vroegen of ik had er geen zin in.
Ik vroeg toch nog even hebben jullie dan geen pony die deze kar kan
trekken.
Nee zei de man, er zijn er in deze stad wel 6 pony’s maar die zijn allemaal
ziek, hebben veel te veel gegeten van al het lekkers wat er in de wei stond,
maar wat nog niet rijp was om gegeten te worden.
Nu zijn ze zo ziek dat ze heel mager zijn geworden en misschien wel
geslacht en opgegeten worden, dan kunnen we helemaal gaan hulp meer van hen
verwachten.
Dus die moeten nu maar even uitzieken van hun gulzigheid.
Pak dat touw nauw maar, want om de hoek staan nog vier karren die ik
vooruit moet slepen.
Waar moet ik dan naar toe vroeg ik?
De man zei, in deze wijk staan langs de weg heel veel lege dozen, waar op
staat probleemgeval,
Ze wegen niks want er zit niemand of wat dan ook in.
Je kunt ze makkelijk zelf tillen en breng ze dan maar bij het Stadhuis,
daar zitten ze op je te wachten.
Voor dat ik nog wat vragen kon duwde hij het touw in mijn handen en weg was
hij.
Ik trok aan het touw van de kar en vond hem helemaal niet zwaar, vond het
best leuk en kreeg er veel lol in.
Toen ik om de hoek van de straat kwam schrok ik wel een beetje van de vele
lege dozen die er stonden, in korte tijd was het karretje helemaal vol en nog
was het niet zwaar om het karretje te trekken.
Toen ik bij het stadhuis aan kwam stonden er nog 8 verschillende karren met
lege dozen, kleine en grote karren.
Ik sloot mij daar maar even bij aan en wachtte af wat er te gebeuren stond.
Iemand kwam uit het stadhuis lopen en zei, alle karrentrekkers moeten even
binnen komen.
Ik liep mee naar binnen kreeg wat te drinken en de man vertelde waarom wij
dit hebben moeten doen.
Maandag komt de Koningin in onze stad en dan mag ze geen probleemgevallen
zien, dus die moesten allemaal op geruimd worden.
Leuk dacht ik, maar waarom ik dat nu net moest doen begreep ik niets
van.
Ik vroeg dat aan die man die ons naar binnen riep, hij zei, niks vragen
maar doen, want jij kan het!
Toen vroeg ik, mag ik nu weer naar huis want thuis zitten ze echt wel op
mij te wachten.
Jawel maar als je de volgende maand maar terug komt, want wij doen nu hier
al die lege dozen vol met problemen en die moeten allemaal opgelost
worden.
Hoe dan vroeg ik, hij zei jij praat te veel en doet nog te weinig, kom
terug en je zult zien dat je het niet alleen hoeft te doen, want er werken hier
wel meer dan 400 mensen die tijd genoeg hebben om je te helpen.
Hij gaf mij een warme dubbele hand en zei, nu naar huis en zorg dat je
uitgerust over een maand weer terug bent om die kar met volle dozen van probleem
gevallen weer terug te zetten waar die stonden, want zei hij, jij kan het!
Trots als een pauw dat ik zo belangrijk was ging ik huppelend naar huis en
vertelde waarom ik zo laat thuis was en hoe belangrijk ik was geworden in een
paar uur tijd.
Mijn vader keek zorgelijk en m’n moeder zei, eet maar wat want je zult best
honger hebben van dat zware gesjouw.
Inderdaad ik had honger als een paard en dacht onder het eten aan die
pony’s die ook te gulzig hadden gegeten.
Die nacht droomde ik van paarden en probleemdozen die vol zaten met
problemen en die door niemand leken te kunnen worden opgelost.
Zwetend werd ik wakker en dacht moet ik nu die kar vol met problemen nu op
z’n plek brengen, terwijl ik zelf helemaal geen probleem heb.
Er schoot mij een gebedje door het hoofd en sprak het hardop uit:
Ik ga
slapen ik ben moe,
k’ sluit mijn beiden ogen toe,
Heere houd ook deze nacht,
over mij getrouw de wacht.
Amen
Ik ging rustig liggen en dacht aan de woorden die ik net hard had op gezegd,
toen kwamen er nieuwe woorden op mij liepen, sprong mijn bed uit en schreef deze
op:
De nacht van zorgen gaat voorbij,
er komt een nieuwe dag ook voor mij,
waar God naar mij zal kijken,
hoe ik op Hem zal lijken,
Hij de God die echt alles kan,
doet naar Jezus grootste wens.
Maakt van mij, nu nog een hulpeloos kind,
maar eens ben ik een volmaakt opnieuw geboren mens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten