donderdag 25 juni 2015

‘Zo iemand Mijn Woord zal bewaard hebben, die zal de dood niet zien in der eeuwigheid’ (Johannes 8:51).
Ach God, wie dat kon geloven, hoe hartelijk lief zou hij de Heilige Schrift hebben! Kijk maar eens hoe hoog men de geneeskunde houdt en hoe lief men de dokter heeft die de koorts of een ziekte kan genezen, hoe snel loopt en rijdt een ieder erheen, en wat wil men er wel voor geven, doen en lijden. Maar de Schat en het Juweel [dat is Gods Woord] daar geeft niemand om, niemand of helaas maar zeer weinigen. En toch is het de hoge eeuwige Waarheid van God Zelf, geprezen tot in eeuwigheid. De dood doet ondertussen onder alle ziekten, gejammer en nood rustig zijn werk. [O God, wees ons genadig. Amen]
Bibel- und Bucheinzeichnungen Luthers, vgl. WA 48, 155 (nr. 202), 1-10 (2)



Dwaas gedrag!

Jes. 55

Stel dat er een koopman langs de deuren kwam,
met een medicijn waardoor je eeuwig kan leven,
wie zou hem niet geintresseerd wegsturen dan,
dat medicijn niet van hem aan willen nemen?



Waarom verachten wij die Medicijnmeester dan,
die ons van God tot genezing van de dood is gegeven,
die dagelijks door Zijn Woord en Geest bij ons kwam,
om de oorzaak van onze dood van ons af te nemen?


Waarom besteden wij geld en kostbare tijd,
aan die dingen waardoor wij worden afgeleid,
om geen aandacht aan God en Zijn Woord te besteden,
om die mogenlijkheid van Hem niet aan te nemen?


Wanneer wij in die mogenlijkheid  niet geloven,
komen wij de gewisse dood zeker niet te boven,
welke winst is er dan voor ons te behalen,
door Hem onze schuld niet te laten betalen?


Heere verbreek ons onwillig tegenwerken,
open onze ogen door Uw Liefde Heer',
zodat wij U op Uw Woord gaan geloven,
door Uw Geest bieden wij dan geen tegenstand meer.


Soli Deo Gloria! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten