donderdag 31 juli 2014



Als hadden komt,
is hebben niet te laat! 


Had ik gedaan 
naar Gods geboden,
ik zou geen gevangene zijn,
maar in vrijheid leven,
waar Hij Zijn recht
voor mij had gegeven.


Had ik gedaan
naar Zijn gebod,
dan was Hij mijn Schepper
ja mijn God,
maar omdat ik deed
wat satan mij zei,
werd ik kind van hem, zijn knecht.


Had ik gedaan
naar wat Hij mij zei,
dan was ik geen zondaar
ja, schulden vrij.
Maar ik ben een kind
uit Adams stam,
die van het door God verbodene nam,
waardoor ik ook de dood inkwam.


Had ik maar niet
of had ik maar wel,
dan was er niet zoveel verdriet,
dan leefde ik eeuwig
naar Gods bestel.
Dan was mijn tijd,
geen deel van de eeuwigheid.


Maar God deed
wat ik niet kan,
wonder doen op wonderen horen,
door Zijn Geest is Zijn Zoon
in een zondig mens geboren,
zij gaf zich gelovig over aan Zijn gebod,
zo werd God in haar Mens
wat ik door Hem ook word.


Hij heeft gedaan naar Gods gebod
kwam onder de schuld,
waar ik in gevonden word.
Hij nam de dood van mij weg,
omdat Hij deed wat Zijn Vader heeft gezegd.
Ging naar het kruis voor mijn schuld,
Hij heeft voor mij Gods wet vervuld.


Mijn Heiland nam mijn tijd in zijn hand
en leidt mij naar het eeuwige Vaderland.


Soli Deo Gloria! 

woensdag 30 juli 2014



Zeker weten!


Een vast en zeker weten
is mijn geloof in God,
dat Hij mijn zonden heeft vergeven
Zijn genade in mij gevonden wordt.


Geen dubbel leven kan ik leiden
door angst en twijfel heen,
God wil in Christus mij bevrijden,
dat kan door Hem alleen.


Geen mens kan mij ontnemen
de zekerheid van het geloof,
God heeft mij door Zijn Geest gegeven
Zijn Woord, dat niemand van mij berooft.


Laat geen mens God tegenspreken
in wat Hij daarin schreef,
Hij zal geen Woord van Zich laten breken,
Zijn Woord is Waarheid wat Hij geeft.


Een vast geloof met groot vertrouwen
wordt door God in mij beproefd,
waarin Hij mij steeds vast blijft houden
in God wordt geen mens bedroefd.


Soli Deo Gloria!

dinsdag 29 juli 2014




Heer', bewaar mij...


Heer', bewaar mij 
voor een aanvallende houding,
die zo licht ontvlambaar
bij mij is,
geef mij de ontwapenende wijsheid
van koning Salomo,
waarmee mijn aanvallers
Uw Goddelijk recht verstaan.


Heer', bewaar mij
voor een politiek antwoord,
waarin ik mijzelf handhaaf,
legt U mij de woorden op de lippen,
zodat ik niet naar ieders mond praat.
Maak mij zachtmoedig
en geef mij verstand
om dat te zeggen, 
wat met vrede van U landt.


Heer', bewaar mij
voor arglistigheid en bedrog,
geef mij een nederig hart,
dat naar Uw Waarheid zocht
om mijn naaste geen redenen te geven,
zich boven mij te verheffen.
Want zwakte dat is ook Uw kracht,
waarin U, Uw Vaders wil volbracht.


Heer', bewaar mij
voor het ijdele eigenbelang,
waar toch niets in is vast te houden.
Laat dat ik mijn oor niet
naar satans wensen hang,
maar laat mij alleen op Uw Woord
en Geest vertrouwen,
wat zal ik zelf dan nog vast willen houden.


Heer', bewaar mij
voor verbittering en opstandigheid,
U reikt mij de hand,
die mij helpt en mij leidt,
juist daar waar het moeilijk is,
klem ik mij stevig vast aan Uw hand
die zich in geen enkel ding vergist.
Hoe onbegrijpelijk het dan ook moet gaan,
het komt goed, als ik het doe
zoals U het mij heeft voorgedaan.


Soli Deo Gloria! 


Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen het aardrijk bezitten (Mattheüs 5:5, weergave 1534).
De Heere heeft heel schoon en treffend samengevat wat tot een ware christen behoort: namelijk hoe hij gesteld is en hoe hij geholpen wordt. Ook bij de wereld stromen de tranen soms uit de ogen. Onderzoek maar eens wat voor gedachten daarbij in hun hart zijn. U zult dan merken dat ze meestal huilen van woede en toorn. Het is omdat ze zich niet kunnen wreken en hun woede niet kunnen koelen. ‘Een toornig en wraakzuchtig hart’, zegt Christus hier, ‘zal onder Mijn christenen niet gevonden worden.’ Ze huilen als goede en lieve kinderen, alleen omdat ze pijn of verdriet hebben. Christenen hebben een zachtmoedig hart. Ze willen zich niet wreken, maar geven het in Gods hand over (vgl. Romeinen 12:19). Omdat God het zo beschikt, willen ze het kwade graag verdragen en ondergaan. Ze wachten daarbij alleen op Zijn hulp en uitkomst.Wat belooft Christus aan zulke zachtmoedige zielen? Dit, dat ze het aardrijk zullen bezitten. Dat betekent: omdat ze alle wraak alleen aan God toekennen, wil God hen zo beschermen en bewaren dat ze eindelijk de overhand behouden. Bovendien wil Hij Zijn zegen aan hen schenken, zodat de hoogmoed en moedwil van de goddelozen hen niet kan schaden.
Het voorbeeld van de vrome Jozef laat dit duidelijk zien. Zijn broeders beraamden allerlei aanslagen om te zorgen dat Jozef niet over hen zou heersen. Maar wat deed het vrome kind? Hij kon en wilde zichzelf niet wreken, maar gaf alles over in de hand van God. Hij was geduldig in het lijden dat God hem had opgelegd. Toen zag God zijn ellende aan. Het is tenslotte gebeurd dat hij heer over al zijn broeders geworden is en heerser over een groot rijk. Dat zou zeker niet gebeurd zijn als hij zich in al dit ongeluk niet geduldig gedragen had.
Dit is dan de derde eigenschap van de leerlingen van Christus dat ze niet wraakzuchtig zijn, maar met geduldige en zachtmoedige harten op Gods verlossing en uitkomst wachten.


Maarten Luther         http://www.maartenluther.com/ 




zondag 27 juli 2014



Zou ik niet of wel...


Handelingen 7

Zou ik zwijgen over Hem,
die mij het leven geeft? 
Zou ik niet spreken over Hem
die mijn zonden vergeeft?


Zou ik zwijgen over Hem,
die mij zoveel liefde geeft?
Zou ik niet spreken van Hem
die Zijn leven voor mij over heeft.


Zou ik zwijgen over Hem,
die mij het geloof in Hem gaf?
Zou ik niet spreken van Hem
die voor mij ging naar kruis, hel en graf? 


Zou ik zwijgen over Hem,
die mij het vertrouwen geeft? 
Zou ik niet spreken over Hem
die Zijn verbond met mij niet breekt?


Het zou rechtvaardig zijn,
als God mij voor eeuwig verwierp,
door niet te getuigen van Hem
die voor mijn zonden stierf.


Het is Zijn voorbeeld wat Hij mij gaf
om voor mijn bestrijders te bidden.
O lieve Heer' Jezus
neem die schuld ook van hen af.


Laat mij getuigen van Uw Liefde o Heer'
ook al gaan ze van woede tegen mij  tekeer.
U laat mij ook de hemel geopend zien.
waar ik eens met de engelen Uw grote Naam dien! 


Soli Deo Gloria! 








Ik zag een hand!

lezen: Openbaring 5: 1-14


Ik zag een hand,
die ik alleen
en niemand anders zag.
De hand van God
in Christus mij gegeven,
ik vreesde en dacht aan straf
die ik rechtmatig
van God zou hebben gekregen,
maar die Hij om Christus wil
aan mij niet gaf.

Ik zag een hand
door Gods Geest 
aan mij uitgereikt,
daaruit werd mij 
Gods Woord aangegeven,
waaruit Zijn Geest mij voorlas
hoe God in Christus
mijn zonden heeft vergeven.

Ik zag een hand
die mij niet sloeg,
maar zacht en teder mij omhelsde,
zonder dat ik Diegene vroeg
en Hij mij vragen stelde.
Een hand zo zacht en teder,
troostte mij,
toen viel ik voor Hem neder,
Jezus was het die mij
in Zijn armen droeg.

Ik voelde een hand
die niet aan mij trok,
maar mij voorzichtig leidde,
Hij ondersteunde mij 
met Zijn stok,
waarmee Hij mij niet sloeg,
maar mij daarmee leidde
naar Zijn grazige weide,
Zijn Vaderhand was het
die mij verblijdde.

Ik zag een hand
met spijkergaten,
waardoor ik aan Hem vroeg,
kwam dat omdat God
Uw Vader, U heeft verlaten?
Hij sprak tot mij,
ach lieve kind,
als Hij dat niet had gedaan,
dan had ik jou
voor eeuwig los moeten laten.


Ik kreeg die hand,
van Hem om niet,
een hand vol van genade.
Die hand die niemand
zonder Zijn Geest ziet.
Ik hoef die hand
nu niet meer los te maken,
want ook als ik 'groot' ben
zal ik niets meer alleen doen,
maar nu alles
aan Hem alleen overlaten.


Ik hief mijn beide handen 
naar mijn Vader in de hemel
en knielde voor Hem neder.
Sprak mijn danklied uit
en ik heb mijn loflied,
als een eeuwig dankoffer 
aan Hem gegeven.
Vader, Zoon en Heil'ge Geest,
zonder Uw ontfermende  handen,
was ik eeuwig gebleven
een zondig mens, 
die God niet vreest.


Soli Deo Gloria! 

zaterdag 26 juli 2014



Hoe vaak...


Hoe vaak wil satan mij nog duwen
in de richting, waarin ik word verstrikt
als in een onontwarbare kluwen
van wetten en regels te moeten doen en laten,
waardoor mijn arme ziel telkens bijna stikt.


Hoe vaak moest het hem steeds weer lukken
in de geschiedenis van Gods kerk,
dat mensen zelf moesten leren geloven en bukken,
omdat men het hen daar zo leerde 
dat God dit zo wilde, wat helemaal zo niet werkt.


Hoe vaak laat God het de satan nog toe
om mensen uit eigen kracht te doen geloven,
dat zij zelf wel menen te weten hoe dat moet
wil hun schuld van hen worden afgenomen,
wat God in Christus zonder hen helemaal alleen doet.


Hoe vaak wordt satans werk ons nog aangewezen,
wat de reden is van Christus verdeelde kerk.
Hebben wij Zijn Woord wel goed gelezen,
hoe God alleen door Zijn Geest dat in ons werkt,
alleen door Christus werk zijn wij genezen.


Hoe vaak is het ons niet verkondigd
en heeft dat Gods Kerk niet verwonderd,
dat goddelozen alleen door Zijn Zoons werk worden gered,
God verhoort alleen in Zijn Zoon ons gebed,
niet door ons doen, maar om ons verlaten van Zijn wet.


Hoe vaak moet God Zijn Liefde ons nog bewijzen,
is het in Zijn Zoons dood en opstanding niet genoeg
dat Hij ons met Hem uit de dood doet verrijzen,
omdat Jezus alleen onze schuld
 aan het kruis voor Zijn Vader wegdroeg.


Als wij zelf nog iets zouden kunnen, 
zou God het ons nooit gunnen 
dat een mens Zijn Zoon aan het kruishout sloeg.
Hij was het alleen die in Zijn volbrachte werk
van Gods Kerk, dat aan Zijn Vader opdroeg! 

God maakt het in Zijn verkiezende Liefde
onmogelijk om niet in Hem te geloven! 


Soli Deo Gloria!




vrijdag 25 juli 2014




Het verschil!

25 juli
„Dan zullen zij u overleveren aan verdrukkingen en zij zullen u doden en gij zult door alle volken gehaat worden om Mijns Naams wil.” Matt.24:9
Lezen: Johannes 15:18-25 (Ga naar dit bijbelgedeelte)
De apostel Jakobus zegt het ons onomwonden: „Weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is?”(Jak.4:4). Wie werkelijk een Christen is, beseft dat hij niet van deze wereld is omdat Jezus hem uit de wereld getrokken heeft (:19). Daarom zal de Christen altijd door de wereld om zich heen gehaat worden, zoals alles en allen die er niet bij horen door de ander gehaat worden. Denk maar eens aan de Zigeuners en vooral de Joden. Wanneer we Jezus werkelijk toebehoren, zullen we net als de Joden ‘outcasts’ zijn in deze wereld! In de tijd waarin we leven en waarin we reëel de Messias mogen verwachten, zal het zich alleen nog maar toespitsen. We zullen er rekening mee moeten houden dat, waar de scheiding der geesten steeds meer toeneemt, de wedergeboren kinderen van God zich meer zullen gaan thuis voelen te midden van de Joden dan onder de pseudo-Christenen. Het zal er misschien wel op uitlopen dat degenen die werkelijk Jezus toebehoren alleen nog maar veilig zullen zijn in Israël, net als die Joden die zich niet kunnen aanpassen aan de wereld om hen heen. Dit is misschien voor velen een verontrustende gedachte. Maar het wordt tijd, dat we uit de ongezonde rust wakker worden en gaan verstaan waar het in ons leven op aankomt. Wie een volgeling van Jezus wil zijn in deze wereld, zal onder ogen moeten zien dat een slaaf niet boven zijn meester staat. Als de wereld Jezus vervolgd heeft, zullen zij ook ons vervolgen. Als de mensen om ons heen de Bijbel serieus nemen, zullen zij onze woorden en gedachten ook begrijpen, zegt Jezus. Maar als we geen haat van de wereld ervaren en als we helemaal geen verdrukking beleven, wordt het tijd om ons af te vragen of wij Hem wel echt hebben leren dienen.

www.bijbelsdagboek.nl

Het verschil dat onderscheidt
de schijn van de werkelijkheid,
dat bestaat tussen waarheid en leugen,
oprechte eeuwige blijdschap of
schijnbare tijdelijke vreugde.


Het verschil komt openbaar,
waar de inhoud wordt beproefd
of de vreugde eeuwig blijvend is,
waarvan men eertijds was bedroefd.


Het verschil in vriendschap komt aan het licht,
daar waar ik vertoon mijn ware gezicht
ben ik een vriend van Jezus Gods Zoon,
dan ontvang ik van Hem daarvoor haat als loon.


Het verschil in vijand of vriend,
kun je ontdekken bij wie je dient,
de satan stelt alles vriendelijk voor
en elk mens geeft hem van nature gehoor.


Het verschil tussen een kind van God
en een kind van de tijd,
geeft duidelijk een groot onderscheid,
de eerste leeft in eeuwigheid,
de andere heeft maar een korte tijd.


Het verschil komt ook openbaar
tussen vrede en haat,
wie zich het eigendom van Christus weet
is de mens die Zijn tegenstanders verlaat,
waar vijandschap tussen ontstaat.


Jezus Christus maakt het grote verschil
tussen vriend en vijand,
die wel of niet doet naar Gods wet en wil,
daarom stierf Zijn Zoon Jezus 
naar Zijn Vaders bevel, 
als mens aan het kruis,
wie Hem daarin niet volgen wil,
blijft bij de satan kind aan huis.


Liefde van God maakt het verschil!


Soli Deo Gloria!

donderdag 24 juli 2014



Een dag van nationale rouw?


Een dag van grote rouw
viel ons land hier ten deel,
een dag van grote droefheid en berouw,
velen leefden met de bedroefden mee.


Die dag viel rauw
en hartverscheurend over ons heen,
waarom, waarom moest dat nou
laat God ons zo alleen?


Een dag van onvergetelijk gebeuren
overkwam ons onverwacht,
heel plotseling sloten er deuren,
waaraan niemand had gedacht.


Een dag van eendracht in het lijden
werd door ons volk ten toon gespreid,
wie daaraan denkt kan die zich verblijden?!
Want men wordt bepaald bij het einde van zijn tijd.


Eén dag van God gegeven
bracht de grootste omkeer in ons leven,
toen Zijn Zoon door onze schuld aan het kruis werd geslagen,
heeft God de tijd uit de eeuwigheid
voor ons weggedragen.

waarmee De Eeuwige ons verblijdt!
Geloven wij dat?


Soli Deo Gloria!



woensdag 23 juli 2014

Drie-enig God.



1. Mijn Vader in de hemel, ja U weet van mij,
             hoe snel ik hier op aard steeds weer word afgeleid
door de dingen, die ik hoor en zie,
O Heer' vergeef het mij.


2. O Lieve Heer Jezus, ja U weet van mij,
      dat zonder U ben ik toch echt niet blij,
         dan weet ik van U dat U dat ook niet wilt,
O Heer' keer weer in mij.


3. Mijn lieve Heiland nam ook eens mijn zonden af,
            ging voor mijn schulden naar het kruishout en het graf,
            Hij was het die vergeving naar Gods recht hier bracht,
gena' in plaats van straf.


4. O Heil'ge Geest, ach open Gods Woord in mij,
       zodat ik aan mijn Heer' oprecht mijn schuld belijd,
     mijn hart en zinnen aan Hem geheel open spreid,
mijn klein geloof belijd.


5. Drie-enig God die mij het diepst doorgronden kan,
leg mij de woorden van U op de lippen,
      ik om Uw liefde Heer' U dank en loven mag,
Uw wederkomst verwacht.


6. Een ander Drie-enig God bestaat er niet,
        geen grotere macht die men naast Hem ziet,
    daarom zing ik Hem op drie toonhoogte dit lied,
mijn God alleen de eer.


Soli Deo Gloria!





dinsdag 22 juli 2014



Zien en horen!

lezen: Hand. 8 : 54-60
                9 : 1-9


Hij zag wat anderen niet zagen,
dat was een wonder in zijn ogen.
Vol van de Geest van God
zag Stefanus de hemel geopend
en Jezus staande aan Gods rechterhand,
terwijl de woede in hen ontbrandde,
stopte zij hun oren dicht,
en stenigde zij hem van alle kant,
terwijl Hij bad, Heer Jezus ontvang mijn geest,
vallende op de knieën sprak hij ten dode toe,
Heere, reken hun, hun zonden niet toe.


Horen en niet horen,
zien en toch niet zien,
zo gaat een mens verloren,
die God met zijn hart niet dient.


Ook wij die Gods Woord horen,
maar niet door Zijn Geest het verstaan,
gaan toch door ongeloof verloren,
als door Gods Geest,
onze oren en ogen, niet opengaan.


Hoe vroom en schoon ik ook mag schijnen,
het zal allemaal eerst moeten verdwijnen
door boetedoening en oprecht berouw,
daar blijft mijn geloof in Gods Zoon getrouw.


God Geest laat ons het horen,
de woorden die Jezus sprak
aan hem, die God heeft uitverkoren
en daardoor met de zonden brak.


Geef Heer', Uw licht dat ik kan zien
de straf op U, die ik verdien,
laat naast het licht wat Paulus zag,
Uw stem mij horen, dag en nacht.



Soli Deo Gloria!

maandag 21 juli 2014



Woorden...

...als liefde en geloof
zijn mij te groot en
stijgen bij mij dikwijls
al snel boven mijn hoofd,
woorden als boete doen
en het tonen van berouw,
brengen mij heel vaak
erg in het nauw.


Woorden als onbetaalbare schuld,
zou ik moeten meemaken
wil de inhoud daarvan
werkelijk in mij zijn vervuld,
woorden als dank en geluk
vallen uit mijn mond
snel op de grond weer stuk.


Woorden als liegen en begeren
zijn het die vaak tegen mij keren,
ook de woorden van haat en nijd
nemen in mijn binnenste veel tijd,
woorden als doen en laten
kan ik vaak niet onthouden
en wil ik dikwijls wel haten.


Woorden als hoop en vertrouwen
zijn door mij niet vast te houden,
moorden en stelen
kan ik ook doen in gedachten
o zo vaak en met velen,
woorden als keurig en fatsoen
zijn vaak dingen
die ik veel te weinig blijk te doen.


Woorden als kleren die niet bij mij passen
als knellende of veel
te ruim zittende pakken of jassen,
zolang Gods Geest door Zijn Woord
mijn binnenste niet bekeert,
heb ik van het lijden en sterven
voor mijn woorden en daden
van Christus nog niets geleerd.


Woorden als hoogmoed en eigenbelang
maken mij onzeker en dikwijls heel bang,
dat komt omdat ik niet buigen wil
voor God en mens en dat is
wat God in Zijn wet van mij wenst.
Jezus sprak daarom ook voor mij dit woord;
Het is volbracht!
dat heb ik door Zijn Geest 
nu zelf uit Zijn mond gehoord.


Soli Deo Gloria! 



Mattheüs 5:8
Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.
Mattheüs 5:28
Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan.
Mattheüs 6:21
Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
Mattheüs 11:29
Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen.
Mattheüs 12:40
Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde.
Mattheüs 13:15
Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze.
Mattheüs 13:19
Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is.
Mattheüs 15:8
Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij;
Mattheüs 15:18
Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens.
Mattheüs 15:19
Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen.
Mattheüs 22:37
En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand.
Mattheüs 24:48
Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen;
Marcus 3:5
En als Hij hen met toorn rondom aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, zeide Hij tot den mens: Strek uw hand uit. En hij strekte ze uit; en zijn hand werd hersteld, gezond gelijk de andere.
Marcus 6:52
Want zij hadden niet gelet op het wonder der broden; want hun hart was verhard.
Marcus 7:6
Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wel heeft Jesaja, van u, geveinsden, geprofeteerd, gelijk geschreven is: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun harthoudt zich verre van Mij.
Marcus 7:19
Want het gaat niet in zijn hart, maar in den buik, en gaat in de heimelijkheid uit, reinigende al de spijzen.
Marcus 7:21
Want van binnen uit het hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen, hoererijen, doodslagen,
Marcus 8:17
En Jezus, dat bekennende, zeide tot hen: Wat overlegt gij, dat gij geen broden hebt? Bemerkt gij nog niet, en verstaat gij niet, hebt gij nog uw verharde hart?
Marcus 11:23
Want voorwaar zeg Ik u, dat, zo wie tot dezen berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven, dat hetgeen hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden, zo wat hij zegt.
Marcus 12:30
En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
Marcus 12:33
En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen.
Lukas 2:19
Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart.
Lukas 2:51
En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart.
Lukas 4:18
De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;
Lukas 8:12
En die bij den weg bezaaid worden, zijn dezen, die horen; daarna komt de duivel, en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven, en zalig worden.
Lukas 8:15
En dat in de goede aarde valt, zijn dezen, die, het Woord gehoord hebbende, hetzelve in een eerlijk en goed hart bewaren, en in volstandigheid vruchten voortbrengen.
Lukas 10:27
En hij, antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven.
Lukas 12:34
Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.
Lukas 12:45
Maar indien dezelve dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; en zou beginnen de knechten en de dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken, en dronken te worden;
Lukas 21:26
En den mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
Lukas 24:25
En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben!
Lukas 24:32
En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende?
Johannes 12:40
Hij heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze.
Johannes 13:2
En als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou,
Johannes 14:1
Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij.
Johannes 14:27
Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.
Johannes 16:6
Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid uw hart vervuld.
Johannes 16:22
En gij dan hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen.
Handelingen 2:26
Daarom is mijn hart verblijd; en mijn tong verheugt zich; ja, ook mijn vlees zal rusten in hope;
Handelingen 2:37
En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?
Handelingen 4:32
En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen.
Handelingen 5:3
En Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, dat gij den Heiligen Geest liegen zoudt, en onttrekken van den prijs des lands?
Handelingen 5:4
Zo het gebleven ware, bleef het niet uw, en verkocht zijnde, was het niet in uw macht? Wat is het, dat gij deze daad in uw hart hebt voorgenomen? Gij hebt den mensen niet gelogen, maar Gode.
Handelingen 5:33
Als zij nu dit hoorden, barstte hun het hart, en zij hielden raad, om hen te doden.
Handelingen 7:23
Als hem nu de tijd van veertig jaren vervuld was, kwam hem in zijn hart, zijn broeders, de kinderen Israëls, te bezoeken.
Handelingen 7:51
Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij.
Handelingen 8:21
Gij hebt geen deel noch lot in dit woord: want uw hart is niet recht voor God.
Handelingen 13:22
En dezen afgezet hebbende, verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David, den zoon van Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen.
Handelingen 16:14
En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.
Handelingen 21:13
Maar Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus.
Handelingen 28:27
Want het hart dezes volks is dik geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze.
Romeinen 1:21
Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden;
Romeinen 2:5
Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods.
Romeinen 9:2
Dat het mij een grote droefheid, en mijn hart een gedurige smart is.
Romeinen 10:6
Maar de rechtvaardigheid, die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in den hemel opklimmen? Hetzelve is Christus van boven afbrengen.
Romeinen 10:8
Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken.
Romeinen 10:9
Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
Romeinen 10:10
Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid.
1 Korinthiërs 2:9
Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben.
1 Korinthiërs 7:37
Doch die vast staat in zijn hart, geen noodzaak hebbende, maar macht heeft over zijn eigen wil, en dit in zijn hart besloten heeft, dat hij zijn maagd zal bewaren, die doet wel.
2 Korinthiërs 3:15
Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.
2 Korinthiërs 5:12
Want wij prijzen onszelven u niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak van roem over ons, opdat gij stof zoudt hebben tegen degenen, die in het aangezicht roemen en niet in het hart.
2 Korinthiërs 6:11
Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiërs, ons hart is uitgebreid.
2 Korinthiërs 8:16
Doch Gode zij dank, Die dezelfde naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft;
2 Korinthiërs 9:7
Een iegelijk doe, gelijk hij in zijn hart, voorneemt; niet uit droefheid, of uit nooddwang; want God heeft een blijmoedigen gever lief.
Efeziërs 5:19
Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart;
Filippensen 1:7
Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in mijn hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en in mijn verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, zeg ik, mijner genade mede deelachtig zijt.
Kolossensen 3:16
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
1 Tessalonicensen 2:17
Maar wij, broeders, van u beroofd geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ons te overvloediger benaarstigd, om uw aangezicht te zien, met grote begeerte.
1 Timotheüs 1:5
Maar het einde des gebods is liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof.
2 Timotheüs 2:22
Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart.
Hebreeën 3:10
Daarom was Ik vertoornd over dat geslacht, en sprak: Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend.
Hebreeën 3:12
Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God;
Hebreeën 10:22
Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
Hebreeën 13:9
Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben.
Jakobus 1:26
Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.
Jakobus 3:14
Maar indien gij bitteren nijd en twistgierigheid hebt in uw hart, zo roemt en liegt niet tegen de waarheid.
1 Petrus 1:22
Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart;
2 Petrus 2:14
Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking;
1 Johannes 3:17
Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem?
1 Johannes 3:20
Want indien ons hart ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen.
1 Johannes 3:21
Geliefden! Indien ons hart ons niet veroordeelt, zo hebben wij vrijmoedigheid tot God;
Openbaring 18:7
Zoveel als zij zichzelve verheerlijkt heeft, en weelde gehad heeft, zo grote pijniging en rouw doet haar aan; want zij zegt in haar hart: Ik zit als een koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien.