De Onschuldige werd Schuldig
naar Marcus 1: 40-45

Als ik door grote nood gedreven,
mijn toevlucht tot mijn Heiland neem.
Ziet Hij waardoor ik wordt gedreven
'melaatsheid' is aan mij niet vreemd.
 
Als U met ontfermende ogen,
mijn stem naar U hoort roepen,
Heer', als U wilt, kunt U mij helpen,
wordt mijn Heiland innerlijk bewogen.

Uw hand uit steekt, dan mij aanraakt
en zegt; dat U dat wil, mij rein zo maakt.
Zo hebt U mij van 'melaatsheid' genezen
en werd mijn gereinigd zijn alom bewezen.

Maar U o Heer', heeft door die grote daad,
nu U zelf aan de wet van Mozes schuldig gemaakt,
door mijn 'melaatsheid' aan te raken,
zal heel het volk U verdrijven en eenmaal wraken.

Als ik Heer', voor God schuldig ben
door al mijn vuile zonden
en ik die dan aan U beken,
worden ze bij mij niet meer gevonden.

Maar U Heer', die onschuldig maakt
mij reinigt van alle vuile zonden,
dat zijn mijn zonden dan wat U zo raakt,
want mijn schuld wordt zo op U gevonden.

U draagt deez' weg op Golgotha,
door de Liefde van U tot Uw Vader,
zo ga ik U nu ook kruisdragend’ achterna
Uw liefde volbracht Gods wet en trok mij tot Hem nader!

Laat Heer', Uw liefde altijd in mij wezen
mij schuldig maken om de schuld
van mijn naaste te willen vergeven, 
Dan is ook door U, in mij Gods wet vervuld!

Soli Deo Gloria!