woensdag 22 oktober 2014




Eerlijk en oprecht!



Het pleit enorm voor de mens
die eerlijk en oprecht belijdt,
dat hij niet voldoen kan
aan Gods wet en wens,
zolang de dingen in de wereld
hem niet los zullen laten.
Daarmee belijdt hij tevens,
wel of niet wetens,
dat God rechtvaardig is,
om hem naar Zijn wet
hier eeuwig niet zal laten leven.



Het pleit enorm voor God,
dat Hij in Zijn liefde voor de mens,
niet voldoen kan aan diens wens,
om door de dingen van de wereld,
die hij niet los kan laten,
hem de mogelijkheid toch te geven,
om door het geloof in Zijn Zoon,
die zonden te kunnen vergeven.
Daarmee blijkt dan wel in die mens 
dat hij niet meer in de dingen
van deze goddeloze wereld,
die niet voldoen aan Gods wet en wens,
zonder God in Christus kan leven.



God vindt niets in de mens,
zonder het geloof in Zijn Zoon,
dat Hem kan behagen.
Hij alleen weet dat die mens,
ook niet eerlijk en oprecht,
volgens Zijn wil en wet,
naar Hem wil en kan vragen.
Het is God die in Zijn Zoon
Jezus Christus de mens
aan het kruis heeft aanschouwd.
Die door het werk van Zijn Geest,
zijn zonden in Christus vergeeft
en met die mens Zijn belofte houdt,
waardoor hij eeuwig
naar Gods Drie-enige wil met God leeft!



Soli Deo Gloria!


22 oktober


„Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten.” Fil.1:6


Lezen: Jeremia 31:31-37 (Ga naar dit bijbelgedeelte)


Wie iets geproefd heeft van de overweldigende trouw van God, kan begrijpen hoe Jeremia gezocht heeft naar woorden om hier uitdrukking aan te geven.
En hoe zorgvuldig is hij in de keuze van zijn woorden. God is hem beslist te hulp gekomen. Want ook nu nog, in deze eeuw van de wetenschap, passen deze woorden voor een beschrijving van de onveranderlijke trouw van God. Immers, de oneindige hemelruimte is nooit te meten en de fundamenten der aarde zijn niet na te speuren; we kunnen daar alleen maar veronderstellingen over maken.
En al zouden we er meer en meer van te weten komen, onvoorstelbaar is het dat dit alles zou gaan wankelen en er toch nog van menselijk leven sprake zou kunnen zijn.
Daarom, zolang er mensen zijn op aarde zal Israël een volk zijn voor Gods ogen.
Demonische machten in het verleden en ook nu weer, stellen alles in het werk om het volk Israël te vernietigen. Maar de geschiedenis heeft ons geleerd dat, al leek het bijna te lukken, God altijd heeft ingegrepen en de daders ten onder liet gaan.
Zwaar beproefd, tot meer dan onmenselijk toe, zal Gods volk Israël uit de stroom van het wereldgebeuren te voorschijn komen als een gelouterd volk, waardoor God Zijn zegen zal kunnen geven aan alle mensen die er dan nog zullen zijn.
Want al lijkt het dat het mensdom zichzelf vernietigt door haar eigen-wijsheid, God zal in Zijn wijsheid een menigte van mensen doen overblijven die Jeruzalem zullen kennen als de Heilige Stad, waar de Koning der koningen zal zetelen om recht en gerechtigheid te doen heersen.

www.bijbelsdagboek.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten