woensdag 31 juli 2013



Wat overblijft!

lezen: 1 Korinthe 13


Zoals een ruimte zonder licht,
voor wie zich daar in bevindt,
angst en vrees bij hen verricht,
zo is een leven zonder hoop
of als een mensenkind
die in Jezus dood niet is gedoopt.


Zoals een ruimte vol van vuur,
waarin een mens zich daarin bevindt,
niet leven kan zelfs geen uur,
zo is een leven zonder hoop
voor die niet in een almachtig God gelooft
Die Zich verschanst achter een onneembare muur. 


Zoals een gebed zonder God,
een mens overgelaten wordt aan zijn lot,
voor eigen rekening hier leeft,
zo is een leven wat geen hoop meer heeft.
Die mens die zich door eigen kracht,
alleen alles van zichzelf verwacht.


Zolang er leven is, is er hoop,
voor de mens die door Gods Geest gelooft,
dat Jezus leeft en hij met Hem
die geboren is in Bethlehem.
Op Golgotha Gods wil volbracht,
de mens die hoopvol op Zijn wederkomst wacht.


Geloof, Hoop en Liefde
deze drie
zijn voor de mensen die God eerst griefden,
maar door Zijn Zoons verzoenend werk,
behoren tot Zijn Kerk.
de meeste van deze is de Liefde,
want die vergaat nimmermeer!


Soli Deo Gloria!


Doorgronden

Lees Psalm 139


Ik zie het niet,
dat God doorziet,
de harten van de mensen,
laat staan de ziel
die Hij daar schiep
en die nu niet meer zou voldoen
zoals Hij dat zou wensen.


Ik zie het niet
dat God doorziet,
de gedachten van de mensen,
vol van blijdschap
of van verdriet,
ik maak het niet uit
zoals Hij dat zou wensen.


Ik zie het niet
zoals God mij ziet,
in woorden en in werken.
Dé God die het leven
in mij schiep,
laat alleen dit
door Zijn Woord en Geest
dat aan mij merken.


Ik zie het wel
hoe het zal gaan
of God voor mij
ook zal bestaan,
ik hoop het er beste
maar van te maken.
Is dat wat God mij doet verstaan,
moeten Hij, anderen en ik daarvan
verwonderd raken?


God ziet mij wel,
van verre staan.
Heel ver houd ik mij
bij Hem vandaan.
Maar God is geen mens
die voldoet aan mijn wens.
Hij heeft mijn vlees en bloed
zelf aangedaan,
daarin zie ik Hem,
voor mij,
in Zijn eigen Zoon,
Jezus Christus,
aan het kruishout gaan.
Zo doet God Zijn Liefde,
met Hem, in mij ontwaken.


Zo zie ik Hem
waarin ik geloof,
nu leef mijn ziel,
van Satan berooft,
nu bepaalt God mijn gedachten,
over datgene wat ik 
van Hem kan verwachten.
Nu bid ik Hem aan
en loof ik door Hem Zijn
ondoorgrondelijke
onoverwinnelijke
grote Naam!


O God 
maak en houd mij 
daartoe bekwaam?


Soli Deo Gloria!

dinsdag 30 juli 2013


Doel en het Middel daartoe!



Als het doel is gemist,
dan is er geen middel meer nodig,
Als je net doet alsof je het niet wist,
dan is het middel niet overbodig.


Als de mens hier niet meer leeft,
hoeft er geen middel meer te wezen.
Dat men dan ook niet meer geeft
om de mens van de dood te genezen.


Als de sterveling nog leeft,
wordt het doel van Zijn leven gegeven,
God die de Middelaar geeft,
zal daardoor de ten dode
 opgegeven mens
laten leven!


Nog is er tijd,
nog is er plaats,
mits men die niet vermijdt.
Door Zijn Geest en Woord
op Zijn roepstem gaat,
daar waar de Middelaar is gegeven,
om tot het doel van Gods eer te leven.


Weet u geen weg,
kent u geen woord?
Hoor naar wat Gods Geest zegt
door niemand gestoord.
Kniel aan het kruis
van uw Middelaar neer,
aanbid Hem, uw Verlosser
uw Heer'. 


Heer', U bent hét Middel
dat God mij geeft.
om te komen tot het doel van mijn leven.
Zodat ik Hem mijn Vader die eeuwig leeft,
daar de eer, dank en de lofzang
voor zal geven!


Soli Deo Gloria!


De Minste en de Meeste!


Als U Heer' hier
de minste wilde wezen,
waarom zou ik
dit dan ook niet doen?
Als U mij die wet
zelf heeft voorgelezen
en zelfs de schuld
 voor mij heeft verzoend?


Als U Heer' hier
de knieën heeft gebogen,
waarom zou ik
dit U niet na gaan doen?
Als men zelfs U
in het gezicht
 hebben gespogen,
zal ook ik
dit niet laten doen?


Als U Heer' hier
heeft laten doden
om het Recht
wat God eens sprak.
Als U zelfs aan het kruis 
U hoofd heeft gebogen,
de ogen voor mij brak.
Zou ik dit
ook niet laten doen?


Nee Heer' ik zou het laten
als Uw Woord en Geest
het mij niet leert.
Ik kan zelfs geen
mens uit laten praten.
als hij zich tegen mij keert.


Leer mij naar Uw wil te handelen
'k zal dan in Uw Waarheid wand'len.
Neig mijn hart en voeg het saâm
tot de vrees van Uwe Naam.
Heer' mijn God U zal ik loven,
heffen 't ganse hart naar boven.
'k zal Uw Naam en Majesteit,
Eren tot in Eeuwigheid!
Psalm 86 vers 6 (ob) 


Soli Deo Gloria!


Overwonnen?!
lezen Psalm 45


Is mijn Koning niet gekomen
aan de poorten van mijn hart?
Heeft Hij Satans vesting niet ingenomen,
met de sleutel van Zijn Woord en Geest?
Heeft Hij mijn ziel niet uit zijn macht ontbonden,
in vrijheid gesteld, getroost en verbonden haar smart?
Is Hij niet mijn Koning die ik nu vrees?


Is mijn Koning niet gekomen,
met Zijn Waarheid en Zijn Recht?
Heb ik Hem niet Zijn macht ontnomen
door te doen wat Satan mij heeft gezegd?
Hoe zou ik Mijn Koning willen bidden,
terwijl ik Zijn dienst aan mij heb veracht?
Hoe zou ik van Hem nog hulp kunnen vragen
die ik verworpen heb en daarom niet verwacht?

*

God is mijn Koning 
die uit Zijn hemelhoge woning,
met Zijn onoverwinnelijke macht,
door Zijn Zoons beloning,
Zijn Woord in mij heeft gebracht.
Zijn Geest ontsloot de poorten,
niet door kracht of geweld,
maar heeft door Zijn Liefde
mijn tegenstand geveld!



God is mijn Koning
die ik nu kan verstaan,
door wat Jezus Christus, Gods Zoon
aan het kruis voor mij heeft gedaan.
Zijn Recht en Zijn Waarheid
schonk Hij uit gena',
Dat is Hij mijn God de aller hoogste Koning
die ik nu en straks
eeuwig loven ga!


Soli Deo Gloria! 


nu ga ik geen Satan, mijzelf, geen mens en geen Paus achterna! 



Zeg tegen de dochter van Sion: ‘Zie uw Koning komt tot u, zachtmoedig, rijdende op een ezel, en wel op een veulen, het jong van een lastdragende ezelin’ (Mattheüs 21:5, weergave 1545).
Zeker is het dat u niet tot Hem komt of Hem tot u doet naderen. Hij is te hoog en te ver voor u – u kunt Hem niet tot u brengen. Met al uw inspanning, moeite en werk kunt u Hem niet bereiken, zodat u niet zou kunnen roemen, als had u Hem door uw verdienste en waardigheid tot u gebracht. Nee, lieve mens, alle verdienste en waardigheid kan hier niets bewerken. Er is niets dan enkel tekortkoming en onwaardigheid aan uw kant – enkel genade en barmhartigheid aan Gods kant! Hier ontmoeten de arme en de rijke elkaar, zoals David in de Psalmen zegt (1). In onze tekst wordt de schandelijke en onchristelijke leer van de vrije wil verdoemd; alle mensenleer, die zegt dat wij moeten beginnen en de eerste steen leggen, namelijk dat wij uit kracht van de vrije wil als eerste God zoeken en tot Hem komen, Hem navolgen en op die manier Zijn genade verwerven. Behoed uzelf, behoed uzelf, voor dit vergif, het is de leer van de duivel, waardoor de hele wereld verleid is. Voordat u God aanroept of zoekt, moet Hij reeds gekomen zijn en u gevonden hebben, zoals Paulus zegt: ‘Maar hoe kunnen zij God aanroepen, als zij niet eerst geloven? Hoe kunnen zij geloven, als zij niet eerst horen? Hoe kunnen zij horen als er niet eerst gepredikt is? En hoe kunnen zij prediken, als zij niet eerst gezonden worden? ’ (vgl. Romeinen 10:14-15).
God moet de eerste steen leggen en in u beginnen, zodat u Hem zoekt en bidt. Hij is er al, als u begint en zoekt. Is Hij er echter niet, dan hecht u slechts waarde aan zonde, en zoveel groter zonde, als u groter en heiliger werk verricht, en daardoor alleen een onverbeterlijke huichelaar wordt.
Vraagt u echter: ‘Hoe moet ik dan beginnen rechtvaardig te worden, of wat moet ik doen dat God in mij begint?’ Antwoord: wel, hoort u dan niet, dat geen doen, geen beginnen, in u is om rechtvaardig te worden, net zomin als het voortgaan en voleinden in u te vinden is? Alleen bij God is het beginnen, voorgaan en voleinden! Alles wat u begint, is zonde en blijft zonde, het mag zo prachtig schijnen als het maar wil – u kunt niets anders dan zondigen, doe zo goed uw best als u maar wilt.
Adventspostille 1522, vgl. WA 10.1.2, 28, 13 – 29, 10

Daarom, leer nu hier uit het evangelie, hoe het gaat als God begint om ons rechtvaardig te maken, en wat het begin daarvan is. Er is geen ander begin dan dat uw Koning tot u komt en in u begint. Dat gaat zo: het evangelie moet allereerst komen, dat moet gepredikt en gehoord worden, daarin hoort en leert u dat al het uwe niets is, en enkel zonde is. (…) Zie, daar begint uw zaligheid, daar laat u uw werk los en wanhoopt aan uzelf, omdat u hoort en ziet dat al het uwe zonde en niets is – zoals het evangelie u zegt – dat is het begin en daar neemt u uw Koning aan, hangt Hem aan, roept Zijn genade aan, en vertroost u met Zijn goedheid, dat is met Zijn genade.
Adventspostille 1522, vgl. WA 10.1.2, 29, 27 – 30, 5
Zie, dát betekent ‘Uw Koning komt tot u’: Niet u zoekt Hem, Hij zoekt u; niet u vindt Hem, Hij vindt u. Want de predikers komen van Hem, niet van u. Hun prediking komt van Hem, niet van u. Het geloof komt van Hem, niet van u. En alles wat het geloof in u werkt, komt van Hem, niet van u.
Adventspostille 1522, vgl. WA 10.1.2, 30, 22 – 26
Om deze reden moet u niet vragen waar u beginnen moet om rechtvaardig te worden, want er is bij ons geen begin, dan alleen waar deze Koning komt en gepredikt wordt.

Maarten Luther.

volg deze Luther citaten op:  www.maartenluther.com
  

maandag 29 juli 2013

O God...
lezen psalm 27 en Jesaja 64


O God Uw aanwezigheid
is mij zoeter dan honing
en Uw afwezigheid
zo bitter als de dood.
U bent alleen
mijn Hoogste Koning,
U bent mijn Redder
uit de nood!


O God neem bij mij weg
dat beschouwende leven,
alsof ik als vanzelf
op u vertrouw.
Laat mijn geloof
een toevlucht mogen nemen,
tot U, dat ik
op niemand en niets anders
meer bouw!


O God maak zwart en wit
weer voor mij zichtbaar,
neem al het grijze bij mij weg.
Breng nood en redding
in mijn leven,
Ja Heer', dan weet ik weer
wat Uw Geest mij zegt.


Laat Heer', mijn vijand
duidelijk wezen,
zodat ik weet wat hij bedoelt.
Wil mijn van lauwheid
noch genezen,
O God maak dat ik
Uw liefde voel!


O God leer mijn geloof
U aan te roepen,
zoals Uw Zoon deed
aan het kruis;
Mijn God Mijn God
waarom hebt u mij verlaten.
Ja Heer', ik ben voor U
nu een vreemde
ver van huis.


O God het kan niets anders wezen
dan het ongeloof 
wat mij verflauwt.
De onverschilligheid
is van mij af te lezen,
Ik voel niet meer
dat U nog van mij houdt.
Terwijl ik weet
dat U alleen mij
daarvan kan genezen.


O God dat U opnieuw
de hemel doet scheuren
ja, weer opnieuw bij mij 
op aarde komt.
Laat dat opnieuw
voor mij mogen gebeuren,
het is hier alles zo afgestompt.


O God
overal is er hier
een woord op gevonden,
waardoor alles in een
rugzakje past.
Maar Heer', laat mij alles
weer aan U genadewerk
mogen verbinden.
Ja Heer', dan weet ik weer
dat U alleen op mij past.


O God U zegt;
mij Uw aangezicht te zoeken.
U beveelt mij aan het werk te gaan.
Niet te gaan treuren
in hoeken of boeken,
maar om U te vinden
daarop pleitende staan.


Mijn God, Mijn God
U zal ik loven,
om wat Uw Zoon
voor mij heeft gedaan.
Niets gaat Zijn grote roem te boven
Uw Recht en Waarheid blijft bestaan.


Soli Deo Gloria!



zondag 28 juli 2013

Verbazen...


Wat zal het mij verbazen
als God nog van mij houdt.
Ik die mij gedroeg als dwazen,
terwijl ik zijn Woord had aanschouwd.


Wat zal het mij verbazen
als blijkt ik mij heb vergist
in het bijzijn van zoveel dwazen
ik zweeg, 
waardoor zij Gods Woord hebben gemist.


Wat zal het mij verbazen
als God mij nog vergeeft,
de werken die ik deed als dwazen,
alsof ik alleen voor mijzelf heb geleefd.


Zal ik mij eens verbazen
als iedereen mij verwijt,
waarom gedroeg jij je als ons dwazen,
en heb jij ons niet naar God geleidt?



Heer', toon mij U wonder
waardoor ik mij verbaas.
Daarin ging Jezus voor mij ten onder,
dat deed Hij voor mij een dwaas. 



Dit kan mij niet verbazen
als God mij genade geeft.
Want hij geeft die aan dwazen
die zich op Zijn weg begeeft.


Soli Deo Gloria!

lezen Handelingen 9 : 1-31

6 En hij, bevende en verbaasd zijnde, zeide: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de stad, en u zal aldaar gezegd worden, wat gij doen moet. 7 En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende. 8 En Saulus stond op van de aarde; en als hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij, hem bij de hand leidende, brachten hem te Damaskus. 9 En hij was drie dagen, dat hij niet zag, en at niet, en dronk niet. 10 En er was een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias; en de Heere zeide tot hem in een gezicht: Ananias! En hij zeide: Zie, hier ben ik, Heere!11 En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt. 12 En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd. 13 En Ananias antwoordde: Heere! ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft; 14 En heeft hier macht van de overpriesters, om te binden allen, die Uw Naam aanroepen. 15 Maar de Heere zeide tot hem: Ga heen; want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen, en de koningen, en de kinderen Israels. 16 Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam

Wat is het mij waard...
Lezen Genesis 25: 19-34



Wat is mij meer waard
dan de liefde van mijn Heer',
ondanks mijn tegenwerkende aard,
lokt Zijn liefde mij telkens weer
en wordt ik daardoor gespaard.


Wat is mij meer waard,
als ik mij af zou gaan wenden,
van waarvoor God
Zijn Zoon niet heeft gespaard,
door Zijn liefde Hem tot mij te zenden.


Wat is mij meer waard,
om Hem de rug toe te keren,
die ondanks mijn onwil,
mij nog steeds door Zijn Geest wil bekeren,
laat zien dat Hij alles voor mij hebt bewaard.


Wat is mij meer waard
dan mijn eerste geboorterecht op aard.
Waarin God Zijn Verbond heeft neergelegd,
als het erfdeel in Christus bloed mij werd toegezegd,
mijn leven van de eeuwige dood werd bespaard.


Wat is mij meer waard,
dan het eten en drinken op aard,
op gaan staan ver bij God vandaan,
mijn eigen doodlopende weg maar gaan,
is dat meer dan Gods liefde waard?


Waarom ben ik hier op aard,
is het om mijn lusten te dienen?
Heeft God mij daarvoor geschapen
en Zijn Zoon voor niets niet gespaard,
kwam Hij voor mij geen vrijspraak verdienen?

Nee, maar ik ben tot Zijn grote Eer bewaard!


Psalm 19 : 5


Des HEEREN vrees is rein;

Zij opent een fontein

Van heil, dat nooit vergaat.

Zijn dierb're leer verspreidt

Een straal van billijkheid,

Daar z' all' onwaarheid haat
.
Z' is 't mensdom meerder waard,

Dan 't fijnste goud op aard';

Niets kan haar glans verdoven;

Zij streeft in heilzaam zoet
,
Tot streling van 't gemoed,

Den honig ver te boven.



Soli Deo Gloria!



zaterdag 27 juli 2013

Zo-even...


Zo-even nog geschreven,
ik had vragen over dood en leven,
waar God antwoord op heeft gegeven
door Zijn Geest en Woord.


Zo-even nog gehoord,
het niet tegenspreekbaar Woord,
voor hen die dat beamen,
een Woord van God en mensen samen.


Zo-even nog gedacht,
is dat wat God van mij verwacht,
om alles aan Hem te vragen,
de noden die ik niet kan dragen?


Zo-even nog gezegd,
wat God mij heeft uitgelegd,
hoe ik in Hem kan geloven,
door Zijn Geest en Woord van boven.


Zo-even door verteld,
dat God niet liegen kan,
in Hem is enkel Waarheid
Zijn Geest brengt die in mij tot klaarheid.


Zo-even nog getwijfeld,
zou het voor mij ook wezen,
de woorden die Zijn Geest laat lezen,
waardoor mijn dode ziel zal zijn genezen.


Zo-even nog gebeden,
Heer', vergeef mijn ongeloof,
waarvoor U zoveel heeft geleden,
waardoor U van het leven werd beroofd.


Uw Naam wordt door mij geëerd en geloofd!


Soli Deo Gloria!

Jouw vraag vandaag...


Jouw vraag vandaag
die als maar in je knaagt,
zou God mij nu wel kennen,
heeft Hij ook mij 
een boodschap te brengen?


Jouw vraag vandaag
die maar geen antwoord krijgt,
zo lijkt het al zo vaak
alsof God op jouw vragen zwijgt,
blijf zwaar liggen op je maag.


Jouw vraag vandaag
kan vele kanten uit.
want er is zoveel bij jouw een vraag
waardoor je niet komt 
tot een besluit. 


Jouw vraag vandaag
daar moet een antwoord op wezen.
Maar is het wel een vraag
of heb je daar zelf al een
antwoord op gegeven?


God vraagt vandaag
een antwoord op Zijn vraag;
Heb jij Zijn vraag al gelezen,
zo niet is Hij jouw niet aangewezen,
toen je wakker werd vandaag?


Op jouw vraag vandaag
geeft God antwoord door Zijn Geest,
als jij eerst in Zijn Woord nu leest,
dan zal je antwoorden vinden,
want God vraagt antwoord aan Zijn beminden.


‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?’?
 Johannes 21 vers 15-25


Het antwoord op jouw vraag vandaag,
heeft Hij in Zijn Zoon gegeven,
dat ligt geen mens zwaar op de maag,
maar door Zijn dood,
mag en kan jij eeuwig leven!

Geloof jij dat door Hem vandaag?


Soli Deo Gloria!


Jesaja 65  (Herziene Statenvertaling)

Gebedsverhoring

1 Ik ben gezocht door hen die naar Mij niet vroegen,

Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten.

Tegen het volk dat Mijn Naam niet aanriep *

heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik.

2 De hele dag heb Ik Mijn handen uitgespreid

naar een opstandig volk,

dat de weg gaat die niet goed is,naar hun eigen gedachten;


lees verder dit gehele hoofdstuk, dan krijg je antwoord op je vraag(en)!


Verzoening!


Verzoening is een last,
die bij mensen past,
bij hen die Christus hebben leren kennen,
zij willen verzoening brengen.


Heer', als wij Uw beeld zouden dragen,
dan zien de mensen om ons heen,
hoe verdrukt wij zijn en geslagen,
dan draagt U het kruis niet alleen.


U Heer', heeft ons voorgedaan,
hoe wij U willen en kunnen volgen,
dan wordt ons het kruis aangedaan,
totdat U komt op de nieuwe morgen.


Verzoening eist geen recht in zichzelf,
maar gunt de liefde aan een ander,
Eigenliefde ondergaat het bederf,
verzoenende liefde verbindt elkander.


Verzoening leeft in geen mensenvlees,
daarin wil men zichzelf handhaven.
Het kan dan ook niet dat het God vreest,
maar blijft in het eigen gelijk doordraven.


Verzoening is genade van God,
door Jezus Christus verworven,
voor zondaren die Hem hebben bespot,
maar zullen door Zijn verzoening,
met Hem leven en sterven.


God is het die Zich in Zichzelf verzoent,
tussen Zijn Zoon en Zijn Rechten.
Daarom is Gods Naam Liefde genoemd.
In Hem is Vrede daar kan men niet vechten!

Strijd de goede strijd van het geloof
1 Timotheüs 6 11-21 


Soli Deo Gloria! 



vrijdag 26 juli 2013

Anders?


Je zou het graag anders wensen,
of zo niet hebben willen zien.
Maar je vergeet daarbij vaak
wij zijn allemaal mensen,
die het eigen willen het eerste dien.


Je zegt menige keren; 
kon je dit niet anders zeggen,
of heb je dat niet zo gedaan.
Het liefst willen wij and'ren uitleggen,
zoals wij zelf de dingen verstaan.


Al heb je van te voren geweten,
dat je het zo niet moest doen.
Krijgt de ander ze toch uitgemeten
en hield je weer niet je fatsoen.


Dan zeg je weer als zo veel keren,
zo zou ik het niet maken.
Maar toch telkens moet je weer leren,
hoe jij doet blijft in de voegen kraken.


Kan het eigenlijk wel anders gaan,
als dat wij menen en ook zeggen.
Is er wel iets wat zonder God kan bestaan,
wie laat zich het door Hem gezeggen?


Nooit zal het anders gaan
bij die mens uit God vandaan.
Die mens bidt eerst Uw wil geschiede,
die zal zijn eigen willen leren te verbieden!


Soli Deo Gloria!


psalm 33 (Ob)

            5  Geen ding geschiedt er ooit gewisser,
Dan 't hoog bevel van 's HEEREN mond:
Zijn Goddlijk' almacht spreekt, en 't is er,
Zijn wil gebiedt, en 't wordt terstond.
Schoon de heid'nen samen,
List op list beramen;
God verbreekt hun raad.
Schoon de mogendheden
Snood, ontwerpen smeden,
Hij belacht haar haat.


            6  Maar d' altoos wijze raad des HEEREN,
Houdt eeuwig stand, heeft altoos kracht.
Niets kan Zijn hoog besluit ooit keren,
't Blijft van geslachte tot geslacht!
Zalig moet men noemen,
Die hun Maker roemen
Als hun HEER' en God.
't Volk, door Hem tevoren
Gunstig uitverkoren
Tot Zijn erv' en lot.