dinsdag 30 juli 2013



Overwonnen?!
lezen Psalm 45


Is mijn Koning niet gekomen
aan de poorten van mijn hart?
Heeft Hij Satans vesting niet ingenomen,
met de sleutel van Zijn Woord en Geest?
Heeft Hij mijn ziel niet uit zijn macht ontbonden,
in vrijheid gesteld, getroost en verbonden haar smart?
Is Hij niet mijn Koning die ik nu vrees?


Is mijn Koning niet gekomen,
met Zijn Waarheid en Zijn Recht?
Heb ik Hem niet Zijn macht ontnomen
door te doen wat Satan mij heeft gezegd?
Hoe zou ik Mijn Koning willen bidden,
terwijl ik Zijn dienst aan mij heb veracht?
Hoe zou ik van Hem nog hulp kunnen vragen
die ik verworpen heb en daarom niet verwacht?

*

God is mijn Koning 
die uit Zijn hemelhoge woning,
met Zijn onoverwinnelijke macht,
door Zijn Zoons beloning,
Zijn Woord in mij heeft gebracht.
Zijn Geest ontsloot de poorten,
niet door kracht of geweld,
maar heeft door Zijn Liefde
mijn tegenstand geveld!



God is mijn Koning
die ik nu kan verstaan,
door wat Jezus Christus, Gods Zoon
aan het kruis voor mij heeft gedaan.
Zijn Recht en Zijn Waarheid
schonk Hij uit gena',
Dat is Hij mijn God de aller hoogste Koning
die ik nu en straks
eeuwig loven ga!


Soli Deo Gloria! 


nu ga ik geen Satan, mijzelf, geen mens en geen Paus achterna! 



Zeg tegen de dochter van Sion: ‘Zie uw Koning komt tot u, zachtmoedig, rijdende op een ezel, en wel op een veulen, het jong van een lastdragende ezelin’ (Mattheüs 21:5, weergave 1545).
Zeker is het dat u niet tot Hem komt of Hem tot u doet naderen. Hij is te hoog en te ver voor u – u kunt Hem niet tot u brengen. Met al uw inspanning, moeite en werk kunt u Hem niet bereiken, zodat u niet zou kunnen roemen, als had u Hem door uw verdienste en waardigheid tot u gebracht. Nee, lieve mens, alle verdienste en waardigheid kan hier niets bewerken. Er is niets dan enkel tekortkoming en onwaardigheid aan uw kant – enkel genade en barmhartigheid aan Gods kant! Hier ontmoeten de arme en de rijke elkaar, zoals David in de Psalmen zegt (1). In onze tekst wordt de schandelijke en onchristelijke leer van de vrije wil verdoemd; alle mensenleer, die zegt dat wij moeten beginnen en de eerste steen leggen, namelijk dat wij uit kracht van de vrije wil als eerste God zoeken en tot Hem komen, Hem navolgen en op die manier Zijn genade verwerven. Behoed uzelf, behoed uzelf, voor dit vergif, het is de leer van de duivel, waardoor de hele wereld verleid is. Voordat u God aanroept of zoekt, moet Hij reeds gekomen zijn en u gevonden hebben, zoals Paulus zegt: ‘Maar hoe kunnen zij God aanroepen, als zij niet eerst geloven? Hoe kunnen zij geloven, als zij niet eerst horen? Hoe kunnen zij horen als er niet eerst gepredikt is? En hoe kunnen zij prediken, als zij niet eerst gezonden worden? ’ (vgl. Romeinen 10:14-15).
God moet de eerste steen leggen en in u beginnen, zodat u Hem zoekt en bidt. Hij is er al, als u begint en zoekt. Is Hij er echter niet, dan hecht u slechts waarde aan zonde, en zoveel groter zonde, als u groter en heiliger werk verricht, en daardoor alleen een onverbeterlijke huichelaar wordt.
Vraagt u echter: ‘Hoe moet ik dan beginnen rechtvaardig te worden, of wat moet ik doen dat God in mij begint?’ Antwoord: wel, hoort u dan niet, dat geen doen, geen beginnen, in u is om rechtvaardig te worden, net zomin als het voortgaan en voleinden in u te vinden is? Alleen bij God is het beginnen, voorgaan en voleinden! Alles wat u begint, is zonde en blijft zonde, het mag zo prachtig schijnen als het maar wil – u kunt niets anders dan zondigen, doe zo goed uw best als u maar wilt.
Adventspostille 1522, vgl. WA 10.1.2, 28, 13 – 29, 10

Daarom, leer nu hier uit het evangelie, hoe het gaat als God begint om ons rechtvaardig te maken, en wat het begin daarvan is. Er is geen ander begin dan dat uw Koning tot u komt en in u begint. Dat gaat zo: het evangelie moet allereerst komen, dat moet gepredikt en gehoord worden, daarin hoort en leert u dat al het uwe niets is, en enkel zonde is. (…) Zie, daar begint uw zaligheid, daar laat u uw werk los en wanhoopt aan uzelf, omdat u hoort en ziet dat al het uwe zonde en niets is – zoals het evangelie u zegt – dat is het begin en daar neemt u uw Koning aan, hangt Hem aan, roept Zijn genade aan, en vertroost u met Zijn goedheid, dat is met Zijn genade.
Adventspostille 1522, vgl. WA 10.1.2, 29, 27 – 30, 5
Zie, dát betekent ‘Uw Koning komt tot u’: Niet u zoekt Hem, Hij zoekt u; niet u vindt Hem, Hij vindt u. Want de predikers komen van Hem, niet van u. Hun prediking komt van Hem, niet van u. Het geloof komt van Hem, niet van u. En alles wat het geloof in u werkt, komt van Hem, niet van u.
Adventspostille 1522, vgl. WA 10.1.2, 30, 22 – 26
Om deze reden moet u niet vragen waar u beginnen moet om rechtvaardig te worden, want er is bij ons geen begin, dan alleen waar deze Koning komt en gepredikt wordt.

Maarten Luther.

volg deze Luther citaten op:  www.maartenluther.com
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten