Biddend’ zingen!
 

melodie: Gezang 460 (lvdk. 1e uitg)
 

1. Geef mij Heer’ de moed en krachten,

om Uw wegen na te gaan.

Laat mij zo Uw komst verwachten,

ja mijn ogen op doen slaan.

Bij mijn Koning,

in Uw woning,

maak mij daarvoor nu bekwaam.
 

2. Houd mij vast waar ik zo wankel,

op mijn eigen benen sta,

Ja Heer’ mijn weg is vergank’lijk,

waar ik zit of lig en ga.

Wees mijn Herder,

‘k ga niet verder,

als U mij hier niet bewaar.
 

3. Houd Uw zich toch niet verborgen,

laat Uw Geest mij altijd zien,

dat U voor mij wilde zorgen,

ook als ik het niet verdien.

Leer mij vragen,

al mijn dagen;

laat U ook aan mij nog zien.
 

4. Als men mij hier vast zal binden,

om Uw Woord wat ik belijd;

dat U zich juist daar laat vinden,

zo mijn ziel van angst bevrijd.

Laat mijn haters,

God verlaters,

zich bekeren in hun tijd.
 

5. Laat geen macht mij onderdrukken,

dan die U mij nodig acht.

Waardoor U het zal doen lukken,

dat ik biddend U verwacht.

In beproeving

en bedroeving,

uitzien naar U dag en nacht.
 

6. Eenmaal zal U wederkomen,

mensen brengen één voor één,

daar zal men Gods werk belonen,

wie en waar weet Hij alleen.

Laat nu weten,

nooit vergeten,

U trekt door Uw kruisweg heen.
 

7. Leer mij Heer’ Uw Woord te spellen,

zodat mij niet onverwacht,

U aan mij dan moet vertellen,

waar mijn ziel aan U niet dacht.

Geest van boven,

laat mij loven,
Mijn Verlosser in de nacht!
 

Soli Deo Gloria!