zondag 28 juli 2013

Verbazen...


Wat zal het mij verbazen
als God nog van mij houdt.
Ik die mij gedroeg als dwazen,
terwijl ik zijn Woord had aanschouwd.


Wat zal het mij verbazen
als blijkt ik mij heb vergist
in het bijzijn van zoveel dwazen
ik zweeg, 
waardoor zij Gods Woord hebben gemist.


Wat zal het mij verbazen
als God mij nog vergeeft,
de werken die ik deed als dwazen,
alsof ik alleen voor mijzelf heb geleefd.


Zal ik mij eens verbazen
als iedereen mij verwijt,
waarom gedroeg jij je als ons dwazen,
en heb jij ons niet naar God geleidt?



Heer', toon mij U wonder
waardoor ik mij verbaas.
Daarin ging Jezus voor mij ten onder,
dat deed Hij voor mij een dwaas. 



Dit kan mij niet verbazen
als God mij genade geeft.
Want hij geeft die aan dwazen
die zich op Zijn weg begeeft.


Soli Deo Gloria!

lezen Handelingen 9 : 1-31

6 En hij, bevende en verbaasd zijnde, zeide: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de stad, en u zal aldaar gezegd worden, wat gij doen moet. 7 En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende. 8 En Saulus stond op van de aarde; en als hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij, hem bij de hand leidende, brachten hem te Damaskus. 9 En hij was drie dagen, dat hij niet zag, en at niet, en dronk niet. 10 En er was een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias; en de Heere zeide tot hem in een gezicht: Ananias! En hij zeide: Zie, hier ben ik, Heere!11 En de Heere zeide tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt. 12 En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd. 13 En Ananias antwoordde: Heere! ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft; 14 En heeft hier macht van de overpriesters, om te binden allen, die Uw Naam aanroepen. 15 Maar de Heere zeide tot hem: Ga heen; want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen, en de koningen, en de kinderen Israels. 16 Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten