Doden zullen horen...

25. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven.

lezen Joh. 5: 16-47 

Wil men tot leven kunnen komen,

dan valt er aan de dood niet te ontkomen,

immers door de dood wordt de dood

uit de zondaren weggenomen.

Wil men zijn doodstaat niet aanvaarden,

dan zal men toch zijn leven 

voor dood niet kunnen bewaren.

God zal de mens immers naar Zijn recht,

voor eeuwig dood moeten verklaren.

Nog is er het Wonder van Zijn genade niet voorbij,

Mijn God openbaart dat wonder,

door Zijn Woord en Geest

in dood van Christus levend aan u en mij!

Rom. 6:23

Soli Deo Gloria!

De troost van Gods Woord,  Maarten Luther

De troost van Gods Woord moeten we op alle aanvechtingen toepassen, zodat we leren om de gevaren die ons bedreigen, te verachten en de hoop te behouden. Zelfs dan als het er hopeloos met ons voorstaat. Ook als de dood op ons aanvalt, moeten wij ons verkwikken en tegen onszelf zeggen: “Kijk, daar is je ‘Rode Zee’, je ‘zondvloed’, je ‘doop’ en je ‘dood’, nu is je leven nog maar een handbreed verwijderd van de dood.” Vrees echter niet, het gevaar is maar een handvol water vergeleken met een zondvloed van genade. Daarom zal de dood u niet doden, maar uw dienstknecht en medewerker zijn tot het leven.Hoe zou de dood een christen schade kunnen doen, aangezien men toch op geen andere manier aan de dood kan ontkomen dan door de dood? Want het afsterven van het lichaam is het laatste vóór de verlossing van de geest en de opstanding van het vlees. Zoals ook het voorbeeld van Noach laat zien dat hij in de zondvloed door niets anders werd gedragen dan juist dóór de zondvloed, die alle andere mensen heeft omgebracht.
Zo was het ook met de tocht van het volk Israël door de Rode Zee, want de zee die van nature niet anders kan dan mensen overspoelen en verdrinken, moest stilstaan en het volk zo beschermen dat de golven hen niet zouden overstromen.Wat daarom van nature niet anders dan toorn is, wordt voor de gelovigen genade, en wat niet anders dan dood is, wordt leven. Bijgevolg: alle dingen die in deze wereld te beklagen en te bewenen zijn, moeten voor u, als u tenminste in de Ark bent – dat is: als u gelooft én de beloften van God, in Christus geschonken, aangrijpt – meewerken tot uw zaligheid en vreugde (vgl. Romeinen 8:28). Dat geldt ook van de dood die u van hier wegneemt om u tot het leven te brengen, en van het graf dat u verslindt en voor u de weg ten hemel moet worden.

Geloven, komt van boven naar beneden en keert daarna naar boven!

Geloven, komt van boven naar beneden en keert daarna naar boven!

Of zo kan het ook:

Naar Luther:

Kijk, dat is het goede en ware geloof, dat de mensen rechtvaardig maakt voor God, dat is de christelijke gerechtigheid die uit de hemel ontvangt en op aarde weer uitdeelt.

Als het nu een waar geloof is, dan doet de mens weer bij zijn naaste wat hij gelooft dat God bij hem gedaan heeft – doet en laat alles alleen genade zijn. Hij vergeeft hem, draagt hem en verdraagt hem. Hij heft hem op uit zijn ellendige bestaan en geeft hem van zijn eigen goederen. Op die manier laat hij alles wat hij heeft, voor zijn naaste nuttig zijn. Er is niets wat hij hem weigert: lichaam, leven, tijd, bezit, eer stelt hij tot zijn beschikking, zoals God ook Zichzelf en al het Zijne tot zíjn beschikking stelt. Hij gelooft dat God hem weldoet uit pure genade, dus doet hij hetzelfde aan zijn naaste uit zijn geloof. Daarom, zoals God Zijn goederen over hem uitgiet en zijn onwaardigheid niet acht, zo giet hij die zelf ook weer uit over zijn naaste, ongeacht of hij zijn vijand is of dat hij het niet verdiend heeft. Hij is er ook van overtuigd dat hij zichzelf niet geheel ontledigen kan, want hoe meer hij uitgiet, hoe meer God inschenkt, en hoe meer hij zijn naaste vervult met zijn goederen, hoe voller hij wordt met Gods goederen. Kijk, dat is het goede en ware geloof, dat de mensen rechtvaardig maakt voor God, dat is de christelijke gerechtigheid die uit de hemel ontvangt en op aarde weer uitdeelt.

WA 10.1.1, 291,10 – 293, 1   

Rechtvaardig en genadig!

Richt. 3: 12-30

Hand: 4: 29-30

God heeft ons vele jaren rechtvaardig

onder de macht van satan doen zuchten,

Wat ons alle dagen om vergeving en verlossing,

door Zijn Liefde, tot Jezus doet vluchten.

Nog heeft Hij onze druk niet willen verlichten,

Al schijnen wij hier in vrede te leven,

men wil ons geen oprechte vergeving geven.

Maar God heeft ons in Zijn Woord beloofd,

dat Hij die mensen Zelf zal bezoeken,

die Zijn kinderen van hun eer hebben beroofd.

Wee de mens die geen vergeving heeft

voor de zondaar die God vreest,

die van Zijn Genade leeft,

Soli Deo Gloria!

Een heilige oorlog!

1 Samuel 17: 20-58

Het christen zijn is geen waslijn

waaraan witgewassen zonden zichtbaar verschijnen,

maar veeleer een ogenschijnlijk ongewapende soldaat,

die in zwaar bewapend vijandig gebied komt te strijden,

de taal van hun vijandigheid heel goed verstaat,

maar die zich alleen om redding, vergeving en hulp

op Zijn God in Christus verlaat.

Soli Deo Gloria!

De strijd die tot vrede leidt,
is er als de Vredevorst in je verschijnt!

De strijd begint

in het verschil,

over dat wat God gebiedt

en ik zo niet wil.

De strijd ontstaat

in het verschil,

daar waar ik Gods Woord verlaat,

niets in mij richt naar Zijn wil.

De strijd ontstaat

met kracht en geweld,

waar alles draait om macht, aanzien en geld,

waardoor men Gods gebod van liefde verlaat.

De strijd ontstaat,

waar God mij in Christus niet verlaat,

Zijn liefde en eindeloos geduld,

heeft mijn tegenstand onthuld.

De strijd ontstaat,

in een onzichtbaar gewaad,

waarin Gods Geest mij leert,

jij bent tegen Gods wil gekeerd.

De strijd ontstaat,

wanneer ik mijn naaste niet verlaat,

ondanks zijn haat en tegenstand,

bied ik hem toch mijn helpende hand.

Die strijd verdwijnt,

bij mijn levenseind',

wanneer ik voor Zijn rechterstoel verschijnt,

God mij om Christus wil mijn schuld vergeeft 
en mij in Zijn eeuwige vrede draagt,

Soli Deo Gloria!

Doen of laten doen?

Luisteren en verstaan,

herkennen en erkennen,

wat doe ik daar dan mee,

of heb ik het daarmee afgedaan?

Overreden en overtreden,

schuldig wezen en erkennen

wat doe ik daar dan mee,

bij mij houden of weg laten brengen?

Blijven zitten, niet willen staan,

beklagen en gaan verdragen,

wat doe ik daar dan mee,

hulp gaan vragen of dat blijven afslaan?

Weten en niet willen vergeten,

vasthouden of vertrouwen,

wat doe ik daar dan mee,

haten of gaan lief houden?

Luisteren en verstaan,

herkennen en bekennen.

Heb ik al gedaan, wat God vraagt,

alles bij Zijn Zoon te brengen?

Horen en zwijgen,

geen oordeel over mij krijgen,

vergeving van schuld,

dat heeft God in Christus

voor mij vervuld!

Loven en prijzen,

geen fouten meer aanwijzen,

God danken en aanbidden

met Jezus in ons midden,

"Wat doe ik daar dan aan"

Niets, want Gods liefde 

heeft het allemaal alleen gedaan.

Soli Deo Gloria!

Gods Waarheid!

Gods Waarheid kan ik niet

zonder Zijn Recht verstaan.

Zou ik dat kunnen

dan sterf ik daar aan.

Mijn verstand die dit niet ziet,

weet van Gods Waarheid niet.

Gods Waarheid eist van mij,

gehoorzaamheid aan Zijn wet.

Daar kom en kan ik niet bij,

word daarom schuldig gezet.

Zou ik God gehoorzaam wezen

dan zou ik daarnaar leven.

Gods Waarheid miste in mij grond,

daar het al ver voor mij bestond.

Zou ik de lengte, breedte

en diepte daarvan hebben geweten,

dan had ik Gods Recht

nooit meer kunnen vergeten.

Gods Waarheid is vervuld

door verzoening van mijn schuld.

Zou ik dat kunnen geloven,

dan is mijn verstand verlicht,

door het werk dat Gods Zoon

voor mij heeft verricht.

Geloven is geen kunst van de mens,

ook niet wat hij zich ten diepste wenst.

Zijn hart is vervuld van haat,

waardoor het geloof van de mens

nooit uit zichzelf tot God uitgaat.

Onmogelijk dat dit bestaat.

Geloof is genade van God,

dat rust op Zijn verbond,

wat Abraham van Hem heeft verkregen,

toen hij God gehoorzaamde en Hij hem naar Kanaän zond.
Dat heeft alleen Gods Liefde gegeven,
toen wij door ons ongeloof
Zijn Zoon aan het kruishout bonden.

Soli Deo Gloria! 

Geloven!

Het geloven in God,

is geen kunst van de mens

of ten diepste zijn eigen wens,

maar een zeer wonderbaar lot,

dat God door Zijn Woord

en Geest in hem brengt.

Het geloven in God

vindt zijn diepste grond

in Zijn verbond

wat Hij met Abraham sloot,

als Zijn gunstgenoot,

dat in Gods Zoon werd vervuld.

Het geloven in God

is een wonder van genade

wat God schenkt, onze Vader,

aan zondaren die Hij verkiest,

die het van Hem verliest,

ontvangt Zijn Liefde in genade.

Soli Deo Gloria!

Nazomer 2014

Ontdekkend of verbijsterend,

bedekkend of verwijderend.

Genesis 9: 18-24

I Korinthe 13. 

De Waarheid is ontdekkend en bedekkend,

de leugen is verbijsterend en verwijderend.

De Waarheid is Liefde.

De leugen is haat.

Dit is wat ik nu door Gods wonderbare Liefde geloof.

Daardoor zeker weet dat

Gods Waarheid voor eeuwig bestaat.

Ook geloof ik dat de leugen eenmaal vergaat.

Zijn Genade in Christus is mij genoeg.

Soli Deo Gloria!

Vergeving! 2 versie

Math: 18:21-35

God laat in mij geen reden over

om niet in vergeving van Hem te kunnen geloven.

Zijn Woord en Geest geven in ruime mate

voldoende reden om mijn schuld te vergeven,

op zo'n wijze dat ik de schuld van anderen

aan mij, ook voor goed los kan laten.

God vergaf mijn schulden

al voor ik deez' zelf kende.

Hij, die door Zijn Woord en Geest,

Zich in Zijn Zoon, tot mij wendde.

Aan Zijn kruis zag ik mijn schuld ontstaan,

die Hij door Zijn dood voor mij heeft weggedaan.

God maakt door Zijn Liefde mij van schulden vrij,

Hij wierp deez' op Christus al ver voor mij.

Een wonder liet God aanschouwen,

waardoor ik op Zijn vergeving kan vertrouwen.

Nu heb ik geleerd die dingen los te laten,

die ik vermoed en waarover men niet wil praten.

God laat geen onderscheid

op alle mensen aan mij nog over,

Hij laat in vergeving van mijn zonden geloven.

Ook ik maak niemand meer een verwijt,

nu ik weet dat God voor mijn ongeloof heeft geleden

waarvoor ik mij nu schaam in mijn aardse tijd.

God maakte mij in Jezus bloed van schulden vrij,

de grootte van die schuld leerde Zijn Liefde mij

door Zijn Geest in Zijn Woord te verstaan.

Toen bekende ik God wat ik verkeerd heb gedaan.

Barmhartig en genadig, goedertieren en weldadig

is mijn God voor Zijn Liefde, al mijn lof waardig.

Soli Deo Gloria!

Vergeving 1e versie

God laat in mij geen reden over

om niet in vergeving van Hem te kunnen geloven.

Zijn Woord en Geest geven in ruime mate

voldoende reden om mijn schuld te vergeven,

op zo'n wijze dat ik de schuld van anderen

aan mij, ook voor goed los kan laten.

God vergaf mijn schulden

al voor ik deez' zelf kende.

Hij, die door Zijn Woord en Geest,

Zich in Zijn Zoon, tot mij wendde.

Aan Zijn kruis zag ik mijn schuld ontstaan,

die Hij door Zijn dood voor mij heeft weggedaan.

God maakt door Zijn Liefde mij van schulden vrij,

Hij wierp deez' op Christus al ver voor mij.

Een wonder liet God aanschouwen,

waardoor ik op Zijn vergeving kan vertrouwen.

Nu heb ik geleerd die dingen los te laten,

die ik vermoed en waarover men niet wil praten.

God laat geen onderscheid

op alle mensen aan mij nog over,

Hij laat in vergeving van mijn zonden geloven.

Ook ik maak niemand meer een verwijt,

nu ik weet dat God voor mijn ongeloof heeft geleden

waarvoor ik mij nu schaam in mijn aardse tijd.

God maakte mij in Jezus bloed van schulden vrij,

de grootte van die schuld leerde Zijn Liefde mij

door Zijn Geest in Zijn Woord te verstaan.

Toen bekende ik God wat ik verkeerd heb gedaan.

Barmhartig en genadig, goedertieren en weldadig

is mijn God voor Zijn Liefde, al mijn lof waardig.

Soli Deo Gloria! 

Hoe Groot en Vreselijk is onze God!

Psalm 68 Vers 17
Hoe groot, hoe vrees'lijk zijt G' alom,
Uit Uw verheven heiligdom,
Aanbidd'lijk Opperwezen!
't Is Isrels God, die krachten geeft,
Van Wien het volk zijn sterkte heeft.
Looft God; elk moet Hem vrezen

Hoe vreselijk is dat Heer'

om tegen beter weten in,

Uw uitgestoken hand,

minachtend keer op keer,

steeds weer van ons af te schuiven.

Zou ons hoogmoedig hart

voor U niet willen buigen?

Hoe vreselijk is dat Heer'

om al onze tijd en geld

aan ons zelf te besteden.

Terwijl Uw Geest ons heeft verteld,

hoe U voor onze schuld heeft geleden.

Geen mens kan zonder U bestaan

die zo Uw hulp heeft weggedaan.

Hoe vreselijk is dat Heer'

om dat teken wat U aan ons gaf,

bij onze doop verkregen,

die liefdevolle genadegift van U

niet aan anderen door te geven.

Leer ons te vragen om die daad,

voordat U zeggen zal, nu is het te laat.

Hoe vreselijk is dat Heer'

we op onze plaats blijven staan,

in plaats van keer op keer

op Uw doel met ons af te gaan.

De handen gelovig leren vouwen,

schuldig op onze borst te slaan

en op U als onze Verlosser te vertrouwen.

Hoe wonderlijk is dat Heer',

als U nog telkens weer

ons van Uw genade laat horen,

ons nog steeds onderwijzen wil,

dat niet wij maar U ons heeft uitverkoren.

Laat ons toch alleen op U vertrouwen,

door Uw wet blijmoedig te onderhouden.

Soli Deo Gloria!

U alleen de eer!

Heer', tot U komt zonder U geen mens,

die voldoen kan aan Uw Vaders wens.

Wij allen hebben Hem verlaten

en zullen zonder U Hem blijven haten.

Heer', buiten U is er niets wat blijft bestaan,

alles wat ik zie zal eens verloren gaan.

Wat ik met mijn handen tast en zie met mijn ogen,

heb ik met zonden belast, zolang U dit zal gedogen.

Heer', Uw Vader hoort geen woord van mij,

als Uw Geest dat niet laat horen en spreken,

waardoor ik hoor Zijn woorden die mijn hart zullen breken,

Hij maakt mijn oren open en de weg naar God vrij.


Heer', de wonderen die U mij laat zien,
ziin door niets of niemand te evenaren.
De eeuwige dood die ik instemmend verdien,
daarvoor wilt U mij bewaren.


Heer', Uw Woord is onverbreeklijk vast,
geen kracht kan daar tegenover staan.
U droeg aan het kruis weg al de last,
van de zonden die door mij zijn gedaan.

Soli Deo Gloria!



Gods Koninkrijk!

Gods onaantastbaar Koninkrijk

kan niemand overwinnen,

daar heerst de vrede, nooit meer strijd,

daar komt geen onrecht binnen.

Gods onaantastbaar Koninkrijk,

kent geen zieke of dood,

daarvan is geen enkel vergelijk,

want God is onoverwinnelijk groot.

Gods onaantastbaar Koninkrijk,

heerst over alles en iedereen,

daar is geen verschil in arm of rijk,

ook is daar geen mens meer alleen.

Gods onaantastbaar Koninkrijk,

kent geen geloof, wet of evangelie meer,

daar ziet men alles waarin Gods liefde blijkt

bevestgt in de doorboorde handen van de Heer'.

Gods onaantastbaar Koninkrijk,

weet van geen overtreding meer.

Men knielt daar voor Zijn voeten neer,

looft en dankt daar eeuwig hun God en Heer',

Soli Deo Gloria!

Wedergeboorte

lezen: Joh. 3

Hoe vreemd het ook mag lijken,

geen mens kan zonder Gods Geest,

de Waarheid van God

met zijn verstand onderscheiden,

dat laat Gods Geest in mensen blijken.

De mens heeft geen aangeboren oor,

waardoor hij de Waarheid van God hoort.

Want als hij Gods wet en evangelie kan verstaan,

dan heeft hij een wedergeboorte ondergaan

en daar in Gods liefde gelovend naar gedaan!

Soli Deo Gloria!

Geloof,  Hoop en Liefde! 

1 Korinthe 13

Heer', laat geen reden in mij open,

waardoor ik zonder , geloof
op Uw verlossng kan hopen

en Uw liefde kan verstaan. 

Maak door Uw Geest Uw Woord voor mij open, 

zodat ik naar wet en evangelie

aan Gods wil, in geloof, zal hebben voldaan.

Soli Deo Gloria! 

Ootmoedig zijn!

melodie: Vaste Rots van mijn behoud.

1. Heer', ik kniel eerbiedig neer

voor Uw voetbank daag'lijks weer.

Daar buig ik mijn hart en hoofd,

vraag 'k aan U opnieuw geloof,

zonder kan 'k hier niet meer staan,

door wat U hier hebt gedaan.

2. Opent U mijn hart voor U,

lieve Heer', dat vraag ik nu,

ik geloof, dat U dat kan,

smeek ik Heer' ach doe dit dan.

Geef Uw Geest en Woord in mij,

waardoor 'k U mijn schuld belijd.

3. Geef Heer', mij Uw helder licht,

bij het werk door U verricht.

Laat geen beeld in mij ontstaan

dat ik zelf ook maken kan.

Neem het blinde uit mij weg,

laat mij zien wat U mij zegt.

4. Ondersteun mijn zwak gestel,

U alleen Heer', kan dat wel.

Door Uw kracht word ik versterkt

in dat wonder dat U werkt.

Daar geen schuld in kan bestaan

die door U is weggedaan.

5. Laat mij Heer', niets onbekend,

in wat U Heer', voor mij bent.

Onderwijs mij in Uw kerk,

'k zingen kan om heel Uw werk,

Leer mij 't bidden in Uw Naam,

eeuwig dankend voor U staan.

Soli Deo Gloria!

Ben ik een fantast?

Ik ben zonder God,

een fantast over mijn eigen en andermans lot,

Ik stel mij bewust of onbewust,

dat beeld of die mening voor ogen,

waarmee ik God, mijn naaste

 en mijzelf heb voorgelogen.

Ik meende dat God dit wel zal gedogen,

immers Hij maakt toch wel recht wat krom zal zijn,

waardoor juist Zijn licht zo niet in mijn hart schijnt.

Ik ben zonder God,

onbekend van de ernst over mijn leugens.

De taal van de satan zit bij mij dan vast aan de teugels,

Ik schets en kleur mijn eigen verhalen,

die anderen ook weer op hun eigen wijze vertalen.

Daarbij stellen zij vaak hun eigen belang voor ogen,

hebben zo bewust of onbewust door mij ook gelogen,

dat leven wordt een film die ik niet zou willen herhalen.

Ik ben een schepsel van God,

die Hem willens en wetens heeft bedrogen.

Die door Zijn Geest in Zijn Zoons bloed gevonden wordt

mag nu in Hem gelovend bekennen, God, mijn naaste en 

mijzelf te hebben voor gelogen.

Toen Gods Geest mij in het licht

van Zijn onwankelbare Waarheid stelde.

was ik het die Hem mijn leugens vertelde,

zo is Gods Wet en Evangelie voor mij verricht!

Dat is een wonder, door Gods liefde
voor mij, dat tot Zijn eer in Zijn Zoon, is verricht!

Soli Deo Gloria!

God spreekt

en het is er,

Hij gebiedt

en het staat er!

Psalm 33: 9

God spreekt

en wie luistert?

Hij gebiedt en

wie doet wat Hij zegt?

God spreekt

en er is vrede,

door te doen

wat God zegt.

God spreekt

en er komt oorlog,

omdat men niet luistert

naar wat God zegt.

God sprak

en Jezus gehoorzaamde

omdat Zijn Vader Hem vroeg,

of Hij onze schuld wegdroeg.

Jezus vroeg Zijn Vader,

waarom Hij Hem verliet,

Hij kreeg geen genade

omdat Hij onze schuld wegdroeg.

God spreekt,

breekt en heelt

harten van mensen,

die voldoen aan Zijn wensen!

God spreekt nog,

hoelang weet geen mens,

maar lang kan dat niet duren,

tot dat er geen mens meer

voldoet aan wat God van hem wenst!

Soli Deo Gloria!

Uitnodiging!

Mijn God heeft mij uitgenodigd

om door Zijn Woord en Geest,

Zijn liefde voor mij in Zijn wet,

door gehoorzaamheid die Hij

mij daarin vraagt, te gaan ontdekken.

Op deze nieuwe dag heeft Hij mij

daartoe willen opwekken.

Dit bracht mij bij Zijn Woord

wat David heeft gesproken,

waarin ik Gods oproep bevestigt zag,

om met de zonden te breken.

Geen tweespalt op mijn levenspad,

waarbij ik God vergeten had,

om daar geen tijd meer in te steken.

30. Ik heb bedaard mijn wegen nagegaan,

Mijn voet gekeerd tot Uw getuigenissen

en mij gehaast die paden in te slaan,

waarin mijn ziel zich nimmer kan vergissen.

'k Heb niet vertraagd om op die effen baan,

het doel van Uw geboden niet te missen.

(psalm 119: 30 Ob)

Soli Deo Gloria!

Wet en Evangelie!



God erkent geen haat
omdat Hij Liefde is.
De satan erkent geen liefde
omdat Hij een Gods hater is.



De Waarheid erkent geen leugens,
omdat het uit Waarheid bestaat.
Leugens staan tegenover de Waarheid,
waardoor de leugen zich zelf verraad.



God erkent geen mensen
in hunne ongehoorzaamheid,
Die niet voldoen aan Zijn wet en wensen,
worden voor Zijn Rechterstoel geleid.



Gods wet erkent geen overtreders,
omdat God door Zijn Recht bestaat.
Een Gods wet overtreder is daarom
een mens die eens eeuwig verloren gaat.



God erkent geen dankoffers,
die door eigen werk zijn verricht.
God heeft alleen aan dat offer Zijn lust,
wat volledig op Jezus kruiswerk rust.



God erkent geen smekend gebed,
dat niet door Zijn Woord en Geest is gebeden,
Hij is alleen een verhoorder van het gebed,
wat door Zijn Geest tot Hem is gebeden.



God herkent geen mensen buiten Zijn Zoon,
Hij heeft alleen voor  de overtreders van 
Gods wet, om Zijn Vaders wil geleden.
Die mensen worden door God erkend mogen dan,
door Zijn Genade alleen, eeuwig leven.



Soli Deo Gloria!

Vragen en antwoord!

Heer', ben ik wel op het rechte pad,

wat U bij mijn doop gewezen had?

Heb ik door Uw Woord en Geest
verstaan, wat ik daar in lees?


Heer', ben ik wel op de goede weg
en doe ik wel wat Uw wet mij zegt?
Vergis ik mij niet in mijn geloof,
houd ik mij voor Uw wil niet doof?


Heer', leef ik hier geen dubbel leven,
waar U geen vergeving wilt geven?
Ben ik wel de mens, die door U wordt gered
verhoort U nu nog wel mijn gebed?


Heer', stel ik mijzelf zo centraal
dat ik alleen maar let op mijn verhaal?
Omlijst ik Uw Woord met mijn gedicht,
de aandacht zo alleen op mijzelf richt?


Heer', wilt U mij nog antwoord geven,
nadat ik zelf zoveel heb geschreven?
Heer' kan ik dit nog aan U vragen,
wilt U mijn schuld nog wegdragen?


Heer', ik weet zonder U toch van geen schuld,
U bent het toch die dat voor mij heeft vervuld?
Ik kan mij toch daarin niet vergissen,
U weet toch Heer', dat ik U niet kan missen?


Heer', ik ontving Uw brood en wijn,
waarin mijn geloof, dat alleen vanuit U kan zijn,
van U troost kreeg en vernieuwde kracht,
waarmee ik verzegeld ben en Uw wederkomst

daarnaar uitziende, verwacht!

Soli Deo Gloria!

God bestaat!

Een foto geeft een indruk

van een beeld, dat dichtbij is of ver weg,

het blijft een afdruk van de werkelijkheid,

die men ziet of gezien kan worden.

De werkelijkheid laat een indruk achter

bij wat men daarvan heeft gezien.

Maar heeft men zich daarvan verwijderd,

dan heeft men een foto daarvan misschien.

Niemand heeft ooit God gezien;

de eniggeboren Zoon, Die in

de schoot van de Vader is,

Die heeft Hem ons verklaard.(Joh 1:18)

God is, buiten Christus, een verterend vuur.(Hebr.12:29)

Wie Hem in Zijn Zoon,

die mens is geworden, niet ziet

kent en weet van wie God is niet.

Jezus heeft onder ons gewoond,

velen hebben Hem gezien en daarvan getuigd.

In Zijn verzoenend werk wordt God in Zijn Liefde gezien,

daardoor gelooft en leeft Gods Kerk.

Nadat Hij ten hemel is gevaren,

heeft God Zijn Geest op ons uitgestort,

door Hem kunnen wij Gods beeld over ons aanvaarden,

wat door Zijn Woord in Christus geloofd wordt.

Wie meent dat God niet bestaat

heeft niet in Christus Zijn Zoon geloofd,

dat niet wetenschappelijk kan worden verklaard,

zal van verstand moeten worden beroofd.

God is het die Zich in Zijn Zoon openbaart! 

Soli Deo Gloria!  

Als?

Om God eeuwig te kunnen danken en loven,

zullen zij niet meer in Jezus Christus hoeven te geloven,

want zij zullen hun God de Vader zien en voor Jezus staan.

Het nieuwe is dan gekomen,

het oude is voorgoed voorbijgegaan.

Dan als alle mensen Gods kinderen zijn,

andere goden niet meer bestaan,

zingen zij van groot tot klein,

dat heeft God in Zijn Liefde voor ons gedaan.

Als dan, heeft voor hen eeuwig afgedaan!

Soli Deo Gloria!

  

Zons op- en ondergang

Bekering.

lezen: het Bijbelboek Jona.

Bekering.

lezen: Jona

O Heer' der Heren

hoevelen waren dat er niet,

die zich bekeerden

in Ninave, die grote stad,

door Uw Woord dat

Jona van U voor hen had?

O Heer', der Heren

hoevelen heeft U willen leren

en door hen ons laten zien,

dat ook wij ons moeten bekeren.

Ben ik het, die U nog dient,

of vergis ik mij ook misschien?

O Heer', der Heren,

U gaf Uw Geest en Woord,

waardoor kan worden gehoord,

aan de oproep van de Profeet,

dat U ook van ons alles weet,

naar Uw recht de maat ons meet.

O Heer', der Heren,

U komt met Uw roepstem bij ons aan,

die door Uw liefde Uw Geest doet verstaan,

waarom zouden wij moeten sterven,

waarom door Uw lokstem,

ons niet bekeren gaan?

O Heer', der Heren,

wij kunnen nog veel meer leren,

dan dat zij toen in Ninave van U wisten,

die Jezus dood en opstanding

toen nog misten,

zou U ons dan niet met dubbele slagen slaan?

O Heer', der Heren,

wilt U ons leren berouwen

en ons van zonden af doen keren.

Nooit is er zoveel geschied

dat wij nu van U kunnen weten,

O Heer', laat ons dan Uw wil niet vergeten.

O Allerhoogste Majesteit,

die in Uw Koninkrijk regeert,

maak ons toch tot Uw wil bereid,

zodat wij door Uw Liefde in Christus worden bekeerd.

Dan kan ons dankoffer aan U worden toegewijd,

om Jezus wil in eeuwigheid!

Amen.

Soli Deo Gloria!

Soli Deo Gloria!  

13 september

„Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het Woord van de HERE Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft.” Ez.18:32

Lezen: Jona 3 (Ga naar dit bijbelgedeelte)

Nineve was in de ogen van de Joden een heidense stad. Het was de hoofdstad van het machtige Assyrische rijk. Dit machtige rijk was een bedreiging voor Israël. Honderd jaar later werd Israël in ballingschap naar Assyrië weggevoerd.
Maar Jona moest naar deze machtige vijand gaan om dat volk op te roepen tot bekering tot de Here, de God van Israël. Blijkt hieruit niet duidelijk de liefde van God voor de volken rondom Israël? God is de God van heel de aarde, dus ook van de vijand van Israël. „Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderd- twintigduizend mensen zijn?!”, vraagt God aan Jona (Jona 4:11).
Het lijkt hier wel of God Zich rechtvaardigt tegenover Jona dat Hij Nineve gespaard heeft!! Maar het is meer dan dat! Het is een geweldige uiting van Gods diepste wezen, dat Hij zelfs niet wil dat onze vijanden verloren gaan!
Jona’s woorden waren niet bepaald meeslepend: „Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd!”
Maar deze woorden van de nukkige profeet waren genoeg om de hele stad tot berouw en inkeer te brengen!

Jona had liever gezien dat de stad verwoest werd. Maar Gods liefde is sterker dan Jona’s afkeer. Er was meer geloof in God bij de Nineveërs dan bij Jona. „Wie weet, God mocht Zich omkeren en berouw krijgen”, zeiden ze en ze handelden er naar. Jona heeft het hun niet verteld. Misschien heeft God Zelf hun geleerd dat Hij graag berouw heeft over een oordeel dat Hij aanzegt, als de mens maar buigt en erkent ongehoorzaam te zijn geweest. Laten ook wij buigen, opdat de mannen van Nineve ons niet oordelen moeten op de grote dag (Matt.12:41)! 

www.bijbelsdagboek.nl