Bekering.
lezen: het Bijbelboek Jona.
Bekering.
lezen:
Jona
O Heer' der
Heren
hoevelen waren
dat er niet,
die zich
bekeerden
in Ninave, die
grote stad,
door Uw Woord
dat
Jona van U voor
hen had?
O Heer', der
Heren
hoevelen heeft U
willen leren
en door hen ons
laten zien,
dat ook wij ons
moeten bekeren.
Ben ik het, die U
nog dient,
of vergis ik mij
ook misschien?
O Heer', der
Heren,
U gaf Uw Geest en
Woord,
waardoor kan
worden gehoord,
aan de oproep van
de Profeet,
dat U ook van ons
alles weet,
naar Uw recht de
maat ons meet.
O Heer', der
Heren,
U komt met Uw
roepstem bij ons aan,
die door Uw
liefde Uw Geest doet verstaan,
waarom zouden wij
moeten sterven,
waarom door Uw
lokstem,
ons niet bekeren
gaan?
O Heer', der
Heren,
wij kunnen nog
veel meer leren,
dan dat zij toen
in Ninave van U wisten,
die Jezus dood en
opstanding
toen nog
misten,
zou U ons dan
niet met dubbele slagen slaan?
O Heer', der
Heren,
wilt U ons leren
berouwen
en ons van zonden
af doen keren.
Nooit is er
zoveel geschied
dat wij nu van U
kunnen weten,
O Heer', laat ons
dan Uw wil niet vergeten.
O Allerhoogste
Majesteit,
die in Uw
Koninkrijk regeert,
maak ons toch tot
Uw wil bereid,
zodat wij door Uw
Liefde in Christus worden bekeerd.
Dan kan ons
dankoffer aan U worden toegewijd,
om Jezus wil in
eeuwigheid!
Amen.
Soli Deo
Gloria!
Soli Deo Gloria!
13
september
„Want
Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het Woord van de
HERE Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft.” Ez.18:32
Lezen:
Jona 3 (Ga
naar dit bijbelgedeelte)
Nineve
was in de ogen van de Joden een heidense stad. Het was de hoofdstad van het
machtige Assyrische rijk. Dit machtige rijk was een bedreiging voor Israël.
Honderd jaar later werd Israël in ballingschap naar Assyrië weggevoerd.
Maar Jona moest naar deze machtige vijand gaan om dat volk op te roepen tot bekering tot de Here, de God van Israël. Blijkt hieruit niet duidelijk de liefde van God voor de volken rondom Israël? God is de God van heel de aarde, dus ook van de vijand van Israël. „Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderd- twintigduizend mensen zijn?!”, vraagt God aan Jona (Jona 4:11).
Het lijkt hier wel of God Zich rechtvaardigt tegenover Jona dat Hij Nineve gespaard heeft!! Maar het is meer dan dat! Het is een geweldige uiting van Gods diepste wezen, dat Hij zelfs niet wil dat onze vijanden verloren gaan!
Jona’s woorden waren niet bepaald meeslepend: „Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd!”
Maar deze woorden van de nukkige profeet waren genoeg om de hele stad tot berouw en inkeer te brengen!
Maar Jona moest naar deze machtige vijand gaan om dat volk op te roepen tot bekering tot de Here, de God van Israël. Blijkt hieruit niet duidelijk de liefde van God voor de volken rondom Israël? God is de God van heel de aarde, dus ook van de vijand van Israël. „Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderd- twintigduizend mensen zijn?!”, vraagt God aan Jona (Jona 4:11).
Het lijkt hier wel of God Zich rechtvaardigt tegenover Jona dat Hij Nineve gespaard heeft!! Maar het is meer dan dat! Het is een geweldige uiting van Gods diepste wezen, dat Hij zelfs niet wil dat onze vijanden verloren gaan!
Jona’s woorden waren niet bepaald meeslepend: „Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd!”
Maar deze woorden van de nukkige profeet waren genoeg om de hele stad tot berouw en inkeer te brengen!
Jona had liever
gezien dat de stad verwoest werd. Maar Gods liefde is sterker dan Jona’s afkeer.
Er was meer geloof in God bij de Nineveërs dan bij Jona. „Wie weet, God mocht
Zich omkeren en berouw krijgen”, zeiden ze en ze handelden er naar. Jona heeft
het hun niet verteld. Misschien heeft God Zelf hun geleerd dat Hij graag berouw
heeft over een oordeel dat Hij aanzegt, als de mens maar buigt en erkent
ongehoorzaam te zijn geweest. Laten ook wij buigen, opdat de mannen van Nineve
ons niet oordelen moeten op de grote dag (Matt.12:41)!
www.bijbelsdagboek.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten