vrijdag 5 september 2014



Zich vergist hebben moet,
anders komt het
nooit meer goed!

Rom. 5 en 6


Voor verondersteld geloof
is er binnen het allerheiligste geloof  geen plaats.
Men kan dan wel de waarheid zeggen,
zonder de Bron daarvan zelf te kennen,
maar dat onderscheidenlijk niet uit kan leggen.
Dat Goddelijk Wonder kan niet worden verklaard,
zonder dat de Heilige Geest
aan een zondaarshart, dit bevestigt, 
verzegelt en openbaart.


Immers de duivelen geloven ook,
nog zuiverder dan hen die God niet kennen,
want zij weten wel tegen wie zij strijden
en zullen er alles aan doen 
om de zondaar niet naar Christus te brengen.
God kan door hun vijandschap,
hen niet van hun schuld bevrijden.
God is een God die niet liegen kan.


In mijn ongeloof meende ik een zondaar
voor God te zijn.
Maar toen de Heilige Geest,
Christus als de tweede Adam aan mij verbond,
werd ik pas een zondaar
die dat voor het eerst verstond.
Dat was het allergrootste wonder,
dat ik in Gods liefde ondervond.


Zonden doen wordt pas verstaan,
wanneer Gods verkiezende liefde
in Jezus Christus, als een bloem is opengegaan.
Het verstand, dat eertijds het meende te weten
kwam als onwetend daar onder vandaan.
Gods wet werd liefde en genade, 
die van Hem alleen is uitgegaan.
Onwetende ben ik als kind door het doopwater,
in Zijn dood gedoopt en met Hem
uit de dood opgestaan.


Mijn God is in alles bij mij voorop gegaan,
dat wonderbaarlijke moment 
daar kom ik nooit meer onder vandaan.


Soli Deo Gloria! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten