Ziek zijn?

Als ik ziek ben     (dat ben ik nu) 1 febr.2013 
dan denk ik aan de dokter,
maar eerst kijk ik op het internet
of ik daarop mijn ziekte herken.
ik lees daar een verhaal,
over de oorzaak van mijn kwaal.
Ik beproef de raad die wordt gegeven
en wacht geduldig of de ziekte wordt verdreven.
Als na een dag of vier de kwaal blijft bestaan
dan zal ik toch naar de dokter moeten gaan,
Hij onderkent de kwaal veel beter,
daarvoor is hij een beterweter.
Hij schrijft mij voor een medicijn
en zegt dat daar mijn ziekte mee verdwijnt.
Laat ik dat middel bij hem staan
dan zal ik aan de kwaal ten onder gaan.




Jezus zegt;

Die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet nodig,
maar die ziek zijn.
Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen,
maar zondaars tot bekering. Marcus 2:17    (13-17)

Gods Waarheid en Rechtvaardigheid,
houdt Hij niet voor zichzelf.
Maar in Jezus vergoten bloed heeft Hij bereid,
het Middel voor zieken, zondaars en ellendige, 
wil Hij die in Zijn Zoon geloofd,
genezing en verlossing zenden.
Genade wordt hun Waarheid en Rechtvaardigheid!

Zijn zij dan wel te genezen 
die voor Hem niet ziek willen wezen?
Als zij dit Middel, wat God heeft bereid
terzijde schuiven, dan zullen zij niet genezen?
Dan blijven zij in hun eigen gerechtigheid,
maar door hun leugens eens worden afgewezen!

O alle gij dorstigen!
komt tot de wateren en gij, die geen geld hebt,
kom, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld,
en zonder prijs, wijn en melk!   Jesaja 55:1   


Soli Deo Gloria!

Maarten Luther,

Antwoord mij vanwege Uw gerechtigheid’ (Psalm 143:1, weergave 1525). 

Niet vanwege mijn gerechtigheid, want die is toch alleen maar zonde en ongerechtigheid. Het is alsof de psalmist zegt: maak mij door Uw genade waarachtig en rechtvaardig, want ik zie veel mensen, die met hun eigen waarheid en gerechtigheid het echte en goede menen te hebben, en juist op die manier waar en rechtvaardig willen zijn – o God, bewaar mij toch! Zij willen zelf ook wat zijn, terwijl ze toch niets zijn, onnut zijn, leugenaars zijn, dwazen zijn, zondaars zijn. Hier moet men goed opletten: de woorden ‘Uw waarheid’ en ‘Uw gerechtig­heid’ betekenen niet – zoals velen menen – die waarheid en gerechtigheid, waarmee God Zelf waarachtig en rechtvaardig is. Het is echter die genade waarmee God ons waarachtig en rechtvaardig maakt door Christus. Op deze manier spreekt de apostel Paulus in de Brief aan de Romeinen – in de eerste drie hoofdstukken – en noemt dat ‘Gods gerechtigheid’ en ‘Gods waarheid’, namelijk die ons door het geloof in Christus geschonken wordt.

Voorbeeld: een valse betaalmunt of een nage­maakte gulden is geen echte gulden – maar slechts een afbeelding ervan. Ja, het is leugen en bedrog als ze voor echte guldens moeten doorgaan en gehouden worden – maar een echte gulden is iets dat waar en onvervalst is. Op die manier is ook het leven, het werk en de gerechtigheid van alle verwaande en vermeende heiligen, vergeleken met Gods gerechtigheid en het werk van Gods genade, slechts blinkende schijn en een dodelijk gevaarlijke vervalsing, als men ze voor echt en waar laat doorgaan. Hier is geen sprake van waarheid, want de waarheid is alleen eigen aan God. Hij alleen schenkt de echte, volmaakte, werkelijk goede rechtvaardigheid, die niet is dan alleen door het geloof in Christus.