Twijfel of zekerheid?

Deut. 5: 1-33

Wanneer ik niet zou zijn

het eigendom van God mijn Heer',

wie heeft mij hier dan doen komen,

voor wie kniel ik hier neer?

Wanneer ik dan zou zijn,

het eigendom van iemand anders,

wie is dat dan, wie zal dat kunnen wezen,

wil Hij mij wel antwoord geven?

Wanneer ik weet van wie ik ben,

dan wil ik daarvan weten,

waarom ik dat iets of iemand niet ken,

is dat iets of iemand mij dan vergeten?

Wanneer er iets of iemand van wie ik ben,

rechten op mij kan doen gelden,

hoe is dit mogelijk dat ik die niet ken,

ik wil dat iets of iemand mij dat vertelde.

Wanneer niemand mij geschapen heeft,

wat is dan het doel van mijn leven,

als iedereen daarop een antwoord geeft,

geef mij het antwoord dan waarom ik hier leef?

Wanneer ik ben gelijk een dier,

waarom kan ik dan denken en dit vragen,

er zijn zoveel twijfelende antwoorden hier,

maar die komen mij geen zekerheid aandragen.

Ik ben de Heere uw God, zegt mijn God,

Zijn Woord en Geest bepaalt mijn eeuwig lot.

Hij zorgt ervoor dat mijn schuld vergeven wordt,

aan Zijn Liefde kom ik eeuwig niet te kort.

Door Zijn Zoon geloof ik in deze mijn God.

Soli Deo Gloria!