Die is mijn moeder

God verkoos de plaats op aarde
waar ik eens geboren ben.
Wie was zij die mij hier baarde
die mij als haar kind erkent
ja, wiens bloed ook in mij is,
in mijn naam zich niet vergist,
weet ik nog wie mij toen voedde
voor gevaren mij behoede.

Wie deelde met mij het leven
toen ik dat alleen niet kon.
Mij de lessen wilde geven,
spellen speelde die ik won.
Was ik soms in groot gevaar
ja, wie stond daar toen voor mij klaar,
om mij steeds te willen helpen,
troostte en mijn wonden stelpte.

Wie is zij in welke armen,
lag ik toen ik werd gedoopt.
Als ik koud was mij verwarmde,
was ik ziek gaf zij mij hoop.
Soms begreep ik dingen niet,
hielp zij mij in mijn verdriet,
tot ik groot was voor mij zorgde,
riep mij wakker elke morgen.

Wie was het die haar handen vouwde
en haar ogen voor mij sloot.
Toen alleen op God vertrouwde,
als ik mij soms erg aan haar stoot.
Wie liet mij in de wegen gaan,
waar zij zelf niet wilde staan.
Bleef dezelfde dag en nachten,
hopend en vertrouwend wachten.

Leer mij Heer' haar te kennen
in wiens buik U mij eens schiep.
Die mij veel te vaak verwende
was er altijd weer als ik riep.
Laat mij niet verwijtend gaan,
of in boosheid op doen staan,
tegen haar die U op aarde,
In Uw goedheid toen bewaarde.

Laat mij tegen mensen zeggen,
blijf toch van mijn moeder af.
Aan mij trachten uit te leggen,
dat zij niet veel om mij gaf.
Wend Heer', die tongen van mij weg,
Ik luister naar wat U mij zegt,
U mijn Schuilplaats en Behoeder,
van U kreeg ik deze moeder.

ik blijf haar kind!