zondag 27 januari 2013


Herkennend bekennen

Heer', veel wordt er gekeken
van wie ik er één ben.
Dan eerst met hen zelf vergeleken,
of ik ook bij hun wordt herkend.
Als zij dan bij anderen willen horen,
dan ben ik meestal voor hun al verloren.

Heer', veel wordt er gekeken
waar hoor jij nu eigenlijk bij.
Maar met hun vergeleken
maakt dat hen meestal niet blij.
Weinig of nooit wordt mij gevraagd,
of ik ook weet wie mij nu nog verdraagt.

Heer', veel wordt er gekeken
wat wel of niet aan mij deugt.
Een oordeel moet komen in afschuw of vreugd.
Altijd moet maar weer op nieuw blijken
of ik op de één of de ander zal lijken,
dat bepaalt hoe men naar mij dan blijft kijken.

Heer', maar zoals U naar mij kijk
zo zal er geen mens naar mij kijken,
want voor dat ik er was wilde U al op mij lijken.
Van al wat ik was en hier nog zou doen
heeft U aan het kruis mijn gebreken verzoend.
Daar heeft U de Liefde van Uw Vader doen blijken.

Heer', dat gebed wat U aan Uw Vader deed,
terwijl u hier ontving van ons haat en daaraan leed;
Vader ik wil dat ze allen één zullen wezen,
zoals Wij zijn wil Ik ook hen genezen.
Die Heiland die maakt in Zijn Woord mij bekend,
dat Hij voor Zijn Vader mij als één van Hen erkent!

Soli Deo Gloria !  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten