zaterdag 19 oktober 2013

Hét Koningschap

Bewaar mij...
 
 
 
 
Bewaar mij voor die gedachten,
waardoor U als Koning niet wordt gediend.
Laat mij daarvoor juist hulp van U verwachten,
die U voor mij Heer', hier heeft verdiend.
 
 
 
 
Bewaar mij voor 't verwerpelijk denken,
waardoor ik mijzelf tot Koning maak.
Hoe zou U mij dan genade kunnen schenken,
als Uw Koningschap in mij niet ontwaakt.
 
 
 
 
Bewaar mij voor mijn eigen mening
in de weerstand tegen Uw besluit.
Dat brengt mij in de vervreemding,
daar trekt de Satan mij Uw Koninkrijk uit.
 
 
 
Bewaar mij op die plek waar U niet bent,
daar waar Uw Koningschap niet wordt erkend
of geef mij door Uw Geest een duidelijk teken,
waardoor ik niet ijdel over Uw liefde mag spreken.
 
 
 
Bewaar mij voor oordelen want dat is Uw recht,
laat mij enkel getuige mogen zijn van wat U zegt,
waardoor Uw Koningschap daar heerst
en mensen tot Uw dienst bereid, worden geleerd.
 
 
 
 
Bewaar mij voor verachting van Uw kruis,
waaraan  U heerste als Koningszoon,
dat deed U voor Uw Vadersrecht.
 U die nu voor mij bidt in Zijn troon.
 
 
 
Bewaar mij voor Satans vertrek,
daar waar mijn schuld niet wordt bedekt.
Neem Heer', mij vast aan Uw hand,
breng mij door U verlost in Uw Vaderland!
 
 
 
Soli Deo Gloria! 
 

 


19 oktober

„Daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verwerpelijk denken.” Rom.1:28a

Lezen: Johannes 19:1-16a (Ga naar dit bijbelgedeelte)

De tekst boven aan de bladzij spreekt niet over de Joden, maar over de heidenen. Het is, dacht ik, goed dit diep tot ons te laten doordringen. Wie beseft wat de gevolgen zijn als we God niet willen erkennen als de Heer van ons leven, die begrijpt hoe de gelovige Joden er toe konden komen om te schreeuwen: „Wij hebben geen koning, dan alleen de Keizer!”
Veel mensen die zich Christen noemen, schreeuwen het vanuit hun dagelijks leven uit: ‘Wij willen niet, dat Hij Koning is over ons leven!’
Iedereen die weet wie Jezus is en Hem niet als Koning erkent in de praktijk van zijn dagelijks leven, is mede schuldig aan de kruisdood van Jezus. Want als Jezus nu op aarde zou zijn, zoals Hij er toen was, werd Hij door misschien wel 99% van de godsdienstige mensen veroordeeld, nl. door iedereen die wel godsdienstig wil zijn, maar God niet als soeverein Vorst over zijn leven wil erkennen! „De Joden” waarvan Johannes hier spreekt, waren mensen die niet bereid waren om de wil van God te doen; door alle tijden heen zijn dat de vrome goddelozen, die Gods inzettingen verklaren en over Zijn Verbond praten, maar die, tot in het diepst van hun wezen, de tucht van God haten (Ps.50:16,17)!
Het zijn de Joden van toen en de Christenen van nu die weigeren zich aan Hem te onderwerpen en iedere dag opnieuw vanuit hun hart roepen: „Kruisig Hem!” Maar wie de ogen werkelijk open gaan voor de Man van Smarten, die knielt verbroken neer en wil met Hem gekruisigd zijn, om dan ook met Hem het leven te leven dat Hij in genade schenkt (Gal.2:20). Dat betekent een nieuwe schepping zijn, verlost van het verwerpelijke denken van deze wereld!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten