dinsdag 15 oktober 2013

Waar gaat het om

 
Waar gaat het om...
 
 
 
 
Waar gaat het om
in het Christelijk geloof?
Om de paus, priester of predikant,
welke kerk of de onderlinge band?
Heb ik mij geërgerd aan mijn naaste,
die zich ongevraagd naast mij plaatste? 
Dan gaat het niet om wat ik geloof,
dat God in Christus door Zijn Geest
mijn ongeloof  in God heeft weggenomen!
 
 
Waar gaat het om
in het Christelijk geloof?
Gaat het om de sfeer,
of om mijn lieve Heer'
is het wat ik meen
of dat wat ik zelf voel,
al denkende dat ik van mijzelf weet
 wat God zo met mij heeft bedoeld?
Dan gaat het niet om God,
waar ik niets meer van heb
willen weten.
Dan kan ik mijn zelf verzonnen
geloof in Hem wel vergeten!
 
 
Waar gaat het om
in het Christelijk geloof?
gaat het om de medemens,
mijn bijdrage aan de kerk,
zo ik het daar graag wens,
of om mij eigen
Christelijk werk?
Dan kan ik daar geen loon
op krijgen als God in Christus 
binnen in mij blijft zwijgen.
Want dan is alles
mijn eigen roem,
wat ik voor mijn eigenbelang
 zelf heb willen doen!
 
 
 
Waar gaat het om
in het Christelijk geloof?
Is God in Christus,
door mij niet van Zijn eer beroofd?
Heeft Hij ondanks mijn
hooghartige houding en
mijn ijdele verstand,
elke dag waarin ik Zijn licht mag zien,
Hem daar eerst niet voor gedankt?
Heb ik niet door
Zijn Geest en Woord
van Zijn oneindige grote Macht
en Liefde gehoord?
Ga ik mijn eigen gangen,
los van God, ongestoord?
 
 
 
Dan heb ik van het vergoten bloed
van Gods Zoon aan het kruis,
 voor de vergeving van mijn zonden,
niets begrepen en door Zijn Geest niet verstaan,
ondanks dat wel te hebben gehoord,
heb ik daarmee met Zijn doop
 niets voor God gedaan!
 
 
 
O God wat een wonder van genade
op Uw Heilig Rechtvaardig oordeel,
dat U in Uw Lieve Zoon,
nog naar mij omziet'.
Omdat het gaat
 om Uw Liefde voor mij,
waarvan ik in Uw Kerk,
Uw Waarheid heb gehoord.
Daar was alleen Uw Geest,
voor een zondaar als ik ben, 
aan het Verlossende Woord!
 
 
 
Soli Deo Gloria!
 
 
 
 15 oktober 2013

„Gij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade van Christus Jezus.” 2 Tim.2:1
Lezen: 2 Korintiërs: 11:30-12:10 (Ga naar dit bijbelgedeelte)
In bovengenoemde tekst roept Paulus zijn (geestelijk) kind Timoteüs op om krachtig te zijn in de genade; hij zegt het zelfs als een bevel!
Als God ons een geest van kracht, bezonnenheid en van liefde heeft gegeven (2Tim.1:7), waarom is de Gemeente van Christus dan vaak zo krachteloos? Waarom is er dan van de liefde onderling zo weinig te zien? En als we eerlijk zijn tegenover onszelf, moeten we dan niet erkennen dat we vaak moedeloos zijn en twijfelen omdat we niets van Gods kracht en liefde in ons leven bespeuren? Hoe komt dat toch?
Is het zo dat we het geheim van de overgave, van het ons geheel aan Hem toevertrouwen, niet meer kennen?
We durven niet meer met alle vezels van ons bestaan afhankelijk te zijn van Hem. Daarom gaan we het zoeken in de uiterlijke eenheid en proberen op deze wijze ons waar te maken in deze wereld. We zoeken het in machtige organisaties en handhaven daarbij onszelf. Van een innerlijke verandering kan daarbij dan geen sprake zijn. Maar Paulus, de man van wie zoveel kracht uitgaat in de Gemeenten, wist hoe zwak hij in zichzelf was. Voor hem is Gods genade genoeg. Hij roemt in zijn zwakheid, opdat de kracht van Christus over hem kome. Maar waar zouden wij de moed vandaan halen, te erkennen dat wij in onszelf niets zijn? Dat is alleen maar mogelijk als we ons vertrouwen volkomen op Hem gesteld hebben. Wanneer wij de moed hebben in alle verzoekingen en problemen te roemen in Zijn genade, dan zal God Zich zeker in ons als de Sterkere betonen. Wat zullen we dan een bemoediging zijn voor de wereld om ons heen, om zich, net als wij, aan Jezus over te geven!
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten