Aan God opdragen.

Luk. 11:  1-13

Gods kinderen dragen

hun kinderen op in hun gebed,

zij vragen hun God

of Hij hen van de boze redt.

Verlost van hun verlangen,

waar zij hun oor naar laten hangen,

weten wat het geloof in Gods Zoon

door Zijn Woord en Geest in wekt.

Gods kinderen dragen 

de wereld op in hun gebed.

Zij vragen hun God

of Hij hen daartoe opwekt,

wetende het einde der tijden

komt steeds meer naderbij,

daarom bidden zij Hem,

ach Heer', wees ons allen nabij.

Gods kinderen dragen

hun dagelijkse strijd op

in het gebed aan God.

Zij erkennen hun afhankelijkheid

en weten dat juist nu in hun tijd,

Gods hand hun leven leidt.

Zij vragen of Hij hen bewaart,

zolang zij hun taak hebben op aard.

Gods kinderen dragen

hun tegenstanders op in het gebed

aan God, of Hij ook hen redt

van de zonden die hen omringen,

waartoe de satan ons

samen tot zondigen wil dwingen.

Zij kennen zijn tegenwerkende kracht,

die Gods Zoon alleen heeft volbracht.

Gods kinderen dragen

hun nood aan God op,

smeken Hem om genade,

omdat de zonden niet stopt

zolang zij zijn op aarde.

O God wil ons tot eer

van Uw grote Naam

om Jezus wil bewaren.

Soli Deo Gloria!