Moeten en mogen!

Hebr. 11: 5-6

Het moet om het moeten

en daarom moet het van mij niet,

want als het moet om het moeten,

doe ik hen die van mij niets moeten,

de aller hartelijkste groeten,

in de hoop dat zij mij hier nog 

wel willen ontmoeten.

Mocht het moeten niet kunnen,

dan wil ik hen die mogelijkheid gunnen,

hoe zeer mij dat dan ook spijt,

ik verwacht dan aan mij geen enkel verwijt,

want alleen Gods moeten 

hoort voor mij bij deze tijd.
Zijn moeten* biedt mij geen vrijblijvendheid.
Daar heeft Zijn Zoon voor mij moeten boeten

en het mogen dat duurt bij Hem een eeuwigheid.

Immers Gods tijd dat is de beste tijd.

Want die tot God komt moet geloven dat Hij bestaat

en een Beloner is van hen die Hem zoeken.

Die mochten en konden Hem ontmoeten.

Soli Deo Gloria! 

* Wet