donderdag 21 augustus 2014




Alleen Gods werk!

  Matth. 13.  Het onkruid tussen de tarwe.

24 Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan iemand die goed zaad zaaide in zijn akker.
25 Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg.
26 Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn.
27 De slaven van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan?
28 Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De slaven zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen?
29 Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid misschien ook de tarwe zelf uittrekt.
30 Laat ze samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden,  maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur. 

melodie: psalm 119

1. God heeft in mij geploegd, gezaaid, geplant
Zijn Woord om naar Zijn wet en wil te leven,
daar eens de vrucht door Hem wordt afgemaaid.
Mijn ziel mag door Zijn Zoon die vrucht Hem geven.
De boze plant die daar nog tussen staat,
zal eenmaal aan het vuur worden gegeven.


2. De vreugde die mijn ziel hier al doorleeft,
komt omdat God mijn hart eens heeft verkozen,
waarin Hij Zijn werk en zegen in geeft,
dat tegenwerkt de werken van de boze.
Hoe zwaar en moeilijk dat nog in mij leeft,
weet ik nu vast dat is nog maar een poosje.


3. Gods Geest geeft kracht en voedsel aan mijn ziel,
waardoor de vruchten van Hem kunnen groeien,
waarvan de opbrengst nimmer tegenviel,
die Hij door Jezus werk hier nog laat bloeien.
Zolang mijn God dat bij mij nodig acht,
laat Hij die vruchten voor Hem verder groeien.


4. Hoe goed en groot is in dit werk mijn God,
waar ik nu leer door tegenspoed en slagen,
dat ik daardoor voor Hem gevormd nu word
en leren moet dit aan Hem steeds te vragen,
Heer', laat nu niet mijn eigen wil dat doen,
wat U, Uw Vader dan niet voor kan dragen.


5. Geen macht of kracht is sterker dan mijn Heer',
waarop ik door Hem nu vast mag vertrouwen,
Zijn Geest leidt mij nu veilig naar Zijn leer,
door het geloof in Hem mij vast kan houden,
zie ik in mij de dood daardoor niet meer,
maar God waar' k eeuwig levend, op kan bouwen.


Soli Deo Gloria! 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten