dinsdag 19 augustus 2014


Het hart van mij...



O Heer' zet in het hart van mij,
alle aardse dingen voor U opzij.
Laat daarin geen enkel mens bij mij binnen dringen
om voor hun liefde voorrang af te dwingen.


Laat geen wens in mijn hart bestaan,
dat naar Uw wil in mij voor zal gaan.
Maak U Heer' mijn hart zo zuiver en rein,
dat voor Uw liefde ontvankelijk zal zijn.


Doe Heer', de verleidingen daaruit weg,
geef aan mijn ziel een oor dat hoort wat U zegt,
laat ook mijn mond er naar spreken,
zodat de satan zich op mij niet meer zal wreken.


Laat Uw kracht in mijn hart het bepalen,
wat mijn handen en voeten uit zullen halen,
troostende woorden en gewillig daar staan,
waar U Geest mij naar toe laat gaan.


Ontledig mijn hart van ijdel geluid,
ga met Uw stem daarin aan alles vooruit,
zodat duivelse valse stemmen,
daarin niets meer voort kunnen brengen.


Hoor Heer', uit mijn hart dat gebed,
dat door Uw Geest is ontstaan,
waardoor ik zal wandelen naar Uw wil en wet,
daarmee bij anderen voor kunnen gaan.


Laat in mijn hart Uw Woord wonen Heer',
dan kan de satan geen plaats meer vinden,
die heeft U na Uw kruisdood vast kunnen binden,
daardoor looft mijn ziel U keer op keer. 


Soli Deo Gloria!
     
Zaligsprekingen (6)
Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien (Mattheüs 5:8, weergave 1534).

Hier volgt de zesde eigenschap van de leerlingen van Christus.Een rein hart is – eenvoudig gezegd – een hart dat niets op aarde méér liefheeft dan het Woord van God. De wereld evenwel hangt met hart en ziel aan geld, goed, macht, aanzien en rijkdom.Lukas zegt: dat ze onreine harten hebben, waarin Gods Woord geen vrucht kan dragen, net als een vervuilde akker vol stenen, vol distels en doornen en allerlei onkruid ook niets goeds kan voortbrengen (vgl. Lukas 8:6 vv).
Als de mensen echter zó gesteld zijn dat ze geld, goed en alle andere dingen hebben als niet hebbende [vgl. 1 Korinthe 7:29 vv], en Gods Woord en koninkrijk eerst en meest zoeken [vgl. Mattheüs 6:33], dan hebben ze pas echt goede en reine harten.
Daar zal de vrucht van dag tot dag meer groeien en toenemen, zoals Petrus ons vermaant: ‘Maar wast op in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus’ (2 Petrus 3:18). Dat wil zeggen: dat we God steeds beter leren kennen; en vanwege Zijn genade ons hoe langer hoe meer vertroosten en verheugen.
Dat zijn nog eens zalige mensen, waarvan Christus uitroept: ‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U, omdat U alleen de ware God bent, en Hem kennen Die U gezonden hebt, Jezus Christus’ (vgl. Johannes 17:3).Daarentegen zijn de anderen, ondanks al hun bezittingen, maar ongelukkige [letterlijk: onzalige] mensen, en wel omdat zij óf het Woord niet hebben óf het niet ter harte nemen. Daardoor kunnen ze het Woord hun enige troost en schat niet laten zijn.
Op die manier komen ze immers nooit zover dat ze God zullen zien of zullen kennen.
Als het nu op de dood aan gaat, en de christenen dan alle troost, vreugde en hoop in God hebben, dan moeten die anderen voor God vrezen – ze zijn nog banger voor God dan voor de duivel! Daar moet dan ook wel een rampzalig en ellendig sterven op volgen.
Daarom moeten we slechts blijven bij het Woord, en dat alleen in onze harten laten wonen en laten schijnen.
Daar [in het Woord] zullen we God goed zien en zeker zijn dat Hij een genadige en barmhartige God is. En hoewel geen mens voor Hem onschuldig is, weten we toch dat Hij al onze zonden heeft vergeven en omwille van Christus ons voor eeuwig zal zaligmaken.


Maarten Luther

Geen opmerkingen:

Een reactie posten