zaterdag 9 augustus 2014




Een zinkend schip.



Mijn lichaam is een zinkend schip,
dat zal ik eens moeten verlaten,
het is vastgelopen op een zonden klip,
wat vol geslagen is met lekkende gaten.


Mijn lichaam is een zinkend schip,
daar kan niet meer mee worden gevaren,
zolang het nog blijft rusten op die klip,
wil God mij daarin nog bewaren.


Mijn lichaam is een zinkend schip,
dat niet kan worden gerepareerd,
het zal bij storm losslaan van die klip,
door Gods recht worden omgekeerd.


Mijn ziel kan worden behouden,
door in dat schip en daarbuiten
alleen op God te vertrouwen
en Jezus hand vast te houden.


Mijn ziel kan niet verloren gaan,
omdat hij op Jezus ziet,
Die voor mij aan het kruis is gegaan,
Hij is het die mij daardoor nooit meer verliet.


Eens komen mijn ziel en lichaam samen,
volmaakt voor God mijn Schepper te staan,
dan zal ik Gods recht in Christus beamen,
waardoor ik niet meer verloren kan gaan!


Soli Deo Gloria! 



Niet alleen van brood... Bijbels dagboek voor vreemdelingen

9 augustus

„Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.” Luc.18:27

Lezen: Matteüs 14:22-33 (Ga naar dit bijbelgedeelte)

Op zee voel je je veilig op een schip, behalve als het flink gaat stormen en het schip water gaat maken, dan vallen al die zekerheden weg. Het is daarom helemaal niet vreemd dat de discipelen alleen maar aan een spook konden denken, toen ze Jezus zo rustig op de golven zagen wandelen. Maar in hun doodsnood sprak Hij hen toe: „Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd!” Wat een geweldig woord te midden van de woedende elementen. Is het bij ons niet net als bij Petrus? Immers, als door de stormen van het leven het eigen schip niet zo veilig blijkt te zijn, dan roepen we: „Beveel mij dan tot U te komen over het water!” De weg naar de Here is niet een geasfalteerde weg, maar woelig water. En Jezus antwoordt: „Kom!” Vaak hoor ik antwoorden op deze roepstem van de Heer: ‘Ik kan niet!’ Dat had Petrus ook kunnen en moeten zeggen als hij naar zichzelf en naar de golven had gekeken. Maar in zijn verlangen om veilig bij Jezus te zijn, keek hij alleen naar Hem Die geroepen had: „Kom!”. Alle eigen, betrekkelijke, zekerheden loslaten en overboord stappen naar Jezus toe, is ook een dwaasheid, behalve voor degene die Jezus ziet staan te midden van het dreigende geweld van deze wereld. Zodra wij Zijn roepstem horen, weten we dat het geen hersenschim is, maar werkelijkheid en als Hij zegt dat we komen mogen, dan wordt het onmogelijke mogelijk. Petrus gaf de touwtjes uit handen en liet alles achter om bij Jezus te zijn. Als wij ook ons bijna zinkende schip verlaten om achter Jezus aan te gaan, moeten we alleen maar naar Hem kijken. Want als we ons ‘gezond’ verstand gaan gebruiken, krijgen we het bewijs dat we niet op water kunnen lopen. Maar als we dan roepen „Heer red mij!”, zal Hij zonder verwijt ook naar ons Zijn hand uitstrekken en uitredding geven!


Afmelden Reageer op deze dag www.bijbelsdagboek.nl


Geen opmerkingen:

Een reactie posten