Juicht, weest met mij verheugd!

melodie Psalm 108

1. Mijn hart, dat opspringt in de Heer'

verheugt zich steeds ja keer op keer,

omdat God mij genadig is,

mijn schuld heeft Jezus uitgewist.

Kom ga met mij en weest verblijd

om Hem die ons van schuld bevrijdt.

Laat Hij dan ook uw tranen drogen

en met mij nu Zijn Naam verhogen.

2. Laat God ons niet meer treurig zien,

die dank heeft Hij zo niet verdiend,

weest eerlijk en voor Hem oprecht

door wat Zijn Woord ons heeft gezegd.

Geef satan dan geen plaats voor Hem,

luister alleen naar Jezus stem;

het is volbracht heeft Hij gesproken,

waar satans werk mee werd verbroken.

3. Geen mens heeft nu nog recht op schuld,

wanneer zijn Heer' die heeft vervuld,

laat af daar dan op t' rug te zien,

de straf daarvoor heeft Hij verdiend.

Geef Hem daarom de dank en eer,

geloof alleen in God de Heer’,

roept om Zijn hulp in de verleiding,

laat tussen Hem en ons geen scheiding.

4. Geloof geen woord van satan meer,

ga tegen hem dan in 't verweer,

wijst zijn verleidingen zo af,

zijn wil trekt naar de dood en t' graf.

Geloof alleen dat Woord van God,

waardoor u nieuw geboren wordt,

dan zal uw ziel Zijn gunst gevoelen,

wat Gods liefde in ons bedoelde.

5. Zo gaan wij samen dan op reis,

naar waar Gods Geest ons henen wijst,

leggen de lasten voor Hem af,

daar Jezus ons Zijn kruis voor gaf.

Juicht, aarde juicht alom den Heer',

waar heel Zijn Kerk naar wederkeer,

komt laat ons daar naar doen verlangen

waar onze God ons wil ontvangen.

6. Bedroefden, richt uw hoofden op,

verslaafden keert u uit het slop,

wendt u zich tot de God die leeft,

Die nieuwe krachten aan u geeft,

Hij laat geen enkel mens vergaan,

die pleitend voor Zijn Zoon wil staan,

zijn noden aan Hem toe vertrouwen

Hij heeft beloofd hem vast te houden.

7. Laat twijfel, angst en vrees nu los,

richt u naar Hem die u verlost,

door voor ons in de bres te staan,

liet Hij zich aan het kruishout slaan.

Wie is een God als onze God,

die op zich nam de haat en spot,

om ons van doodschuld te bevrijden,

heeft Hij voor Gods recht moeten lijden.

8. Eens komt de dag door God bepaald,

dat Hij mij van de aard' hier haalt

om voor Zijn rechterstoel te staan,

daar waar eens Jezus heeft voldaan.

Dat ik gewassen door Zijn bloed,

zo zonder schuld mijn God ontmoet,

dan kan 'k oprecht mijn Vader zeggen,

eeuwig mijn dank aan Hem voorleggen.

Soli Deo Gloria!

Gesprek met de duivel

En ik hoorde een grote stem, zeggende in de hemel: Nu is de zaligheid en de kracht, en het Koninkrijk geworden van onze God, en de macht van Zijn Christus; want de verklager van onze broeders, die hen verklaagde voor onze God, dag en nacht, is neergeworpen.

Openbaring 12:10

Als zonde en duivel komen om je aan te vallen…, hoe moet je jezelf dan tegen hen verdedigen en je verweren? Wat moet je zeggen of doen om ze weg te jagen? Zo moet je doen! Als de zonde komt en je aanklaagt en zegt: ‘Dit en dat heb je gedaan! waar wil je nu heen? Als ze roepen: ‘Je bent verloren, je moet naar de hel, je bent geen christen en dat is je plaats!’’ antwoord dan: ‘Ik heb gezondigd, dat weet ik heel goed. Als ik echter een christen ben gaat het mij niets aan, want er is Eén die Christus heet. Kom dan maar hier, lieve zonde, dood en duivel, laten wij naar Christus zien of Hij ook zonde, dood en duivel aan Zich draagt. Ik weet zeker dat je aan Hem niets zal vinden, daarom, zonde, dood en duivel en alles wat mij aanklaagt, ik ben niet een dergenen die voor jou bevreesd zijn, want Christus, mijn lieve Heere, heeft mij Zijn overwinning – waardoor jij op de grond vertreden bent – geschonken en vanwege dit geschenk draag ik mijn naam, en die is CHRISTEN en verder niets! Mijn zonde en dood zijn Hem aan de hals gehangen op Goede Vrijdag, maar op de Paasdag zijn zij verdwenen en verslonden. Hij heeft mij deze overwinning geschonken, daarom wil ik niet naar je luisteren.’

Predigt am Ostersonntag 17. April 1530, vgl. WA 32, 44, 4-24

Maarten Luther