Daar gaat het om?

Luk. 12:1-8

Omdat het om het eeuwige gaat,

deert het tijdelijke mij niet,

als men mij daarin tegenstaat,

is het God die alles ziet.

Omdat het om het eeuwige gaat,

 moet men mij kunnen doden,

want God die mij nooit verlaat,

redt mij voor eeuwig uit die noden.

Omdat het om het eeuwige gaat,

heb ik hier niets te vrezen,

dan alleen mijn eigen kwaad,

die ik God niet laat vergeven.

Omdat het om het eeuwige gaat,

heeft God op mij Zijn rechten,

wanneer ik nu Zijn wet tegenstaat,

dan dien ik satans knechten.

Als zelfs de haren van mij zijn geteld

en geen mus zonder Gods wil wordt geveld,

Wat heb ik dan te vrezen of te deren,

want niets gebeurt er hier immers

zonder de wil van mijn Heere.


Omdat het om het eeuwige gaat,
 zal ik nu Zijn grote Naam belijden,
aan een ieder die God niet vreest, Hem verlaat
dat Hij ons van het tijdelijke wil bevrijden.

Heer', ik weet dat het om Uw rechten gaat,

die U voor eeuwig in de tijd hier hebt vervuld,

daar waar Uw kruis voor mij daar staat,

geloof ik U, vergeeft Heer'al mijn eigen schuld.

Soli Deo Gloria!