Van wie ben ik?

Joh. 17: 14-26

In deze wereld wezen,

maar toch niet van deze wereld zijn,

Dat Leven wil Gods Geest mij aangeven,

ook al brengt dat nu nog veel verdriet of pijn.

In deze wereld wezen,

maar als in een tijdelijk verblijf

dat mij van God uit is gegeven,

zoals Zijn Woord mij dat voorschrijft.

In deze wereld wezen,

maar daar geen eigendom van zijn.

Alles daarvan kunnen overgeven, 

aan Hem die mijn Eigenaar wilde zijn.

In deze wereld wezen

en toch voor alles dankbaar zijn,

want zou ik hier zo niet kunnen leven,

dan blijf ik eeuwig ontevreden.

In deze wereld leven,

door de dood en opstanding van Gods Zoon,

waardoor God Zijn recht op mij heeft verkregen,

daar zal ik Hem eeuwig dank voor geven.

Niet van deze wereld wezen,

maar even in deze wereld kunnen zijn.

Dan heb ik Gods recht verkregen,

door Zijn Liefde van Zijn genade leven.

Niet meer in deze wereld leven,

geen gast, vluchteling of bijwoner meer zijn.

Ja eeuwig bij God mijn Vader en Broeder wezen,

geen weet meer hebben van,

zonden, haat, jalozie, moeite, ziekte, dood of pijn.

Een eeuwig dankbaar leven 

waar geen eind aan kan zijn.

Soli Deo Gloria!