Zou dat Liefde
zijn?
Zou dat het zijn
als in een
supermarkt,
je kerk zelf uitkiezen,
die het beste bij je
past,
het gezelligste
is,
je niets hoeft te
verliezen
geen belerende
woorden
meer als drukkende last?
meer als drukkende last?
Zou dat het zijn
als op een markt,
zelf de dingen uit te
kiezen
waarvan je denkt dat het
helpt
om daarvan beter te
worden
of het anders dan anderen te
willen,
om de onvrede over
anderen
daarmee te
stillen?
Zou dat het zijn
als in een
restaurant,
waar je zelf uit kunt
kiezen,
wat je het lekkerst
vindt,
samen met de door
jouw uitgekozen
man,
vrouw of vriend,
het leven zo in te vullen
en met nog veel meer
dingen,
waar jij je genoegens aan
verbindt?
Zou dat liefde
zijn,
alles van je af te
werpen,
wat volgens jou niet
past
of dat jij ervaart
op je levensweg als
last,
al is dat je man,
vrouw,
broeder, vader of
moeder,
zuster of kind,
zuster of kind,
waar jij je genoegen
toch niet in
vindt?
Als dat Liefde zou
wezen,
zoals God naar ons
kijkt,
die Zijn Zoon,
door ons tekort aan
liefde,
heeft overgegeven
aan het kruis en in
het dodenrijk.
Dan begrijp ik het
niet,
waarom jij zelf nog
uitmaakt,
waar jij liefde in
ziet,
in dat wat jou alleen
raakt?
Zou je met je
kiezen,
Gods liefde niet
eens kunnen
verliezen?
1 Korinthe 13
1 | Al ware het, dat ik de talen1) der mensen en der2) engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend4) metaal, of luidende schel geworden.
|
2 | En al ware het dat ik de gave der profetie had6), en wist al de verborgenheden7) en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik8) bergen verzette, en de liefde9) niet had, zo ware ik niets.10)
|
3 | En al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud11) der armen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden,12) en had de liefde niet,13) zo zou het mij geen nuttigheid geven.
|
4 | De liefde is15) lankmoedig, zij is16) goedertieren;17) de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardigl18)ijk, zij is niet opgeblazen;19)
|
5 | Zij handelt niet ongeschikte lijk, zij zoekt zich zelve niet,21) zij wordt niet verbitterd, zij22) denkt geen kwaad;23)
|
6 | Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar24) zij verblijdt zich in de waarheid;25)
|
7 | Zij bedekt alle dingen,26) zij gelooft alle dingen,27) zij hoopt alle dingen,28) zij verdraagt alle dingen.29)
|
8 | De liefde vergaat30) nimmermeer; maar31) hetzij profetieën, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij34) zullen ophouden;35) hetzij kennis, zij zal36) te niet gedaan worden.
|
9 | Want wij kennen37) ten dele, en38) wij profeteren ten dele;
|
10 | Doch wanneer het volmaakte39) zal gekomen zijn,40) dan zal hetgeen ten dele is,41) te niet gedaan worden.
|
11 | Toen ik een kind was,42) sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind,43) overlegde ik als een kind;44) maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was.45)
|
12 | Want wij zien nu52) door een46) spiegel47) in een duistere rede,48) maar alsdan zullen wij zien50) aangezicht tot aangezicht;51) nu ken ik ten dele, maar53) alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.55)
|
13 | En nu blijft geloof, hoop57) en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.58) |
de verwijzingen wijzen naar de kanttekeningen van de Statenverklaring.
Soli Deo Gloria!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten