Geloven kan ik niet alleen!

Ik kan niet geloven,

dat het volk door God

dat op Christuswerk is verkozen,

nog eens verloren zou gaan.

God heeft mij dit door

Zijn Woord en Geest,

gelovend doen verstaan,

dat God Zijn Volk

die hoop mij heeft gegeven,

dat zij die door Hem uitverkoren zijn

eeuwig zullen leven.

Ik kan niet geloven,

dat een mens Gods de wet kan houden,

dat blijkt onmogelijk te zijn,

bij hen die op Gods Zoon,

alleen door het geloof, op Hem vertrouwen.

De kleinste overtreding aan Gods wet,

maakt het dat ik zondig mens

door Zijn Woord en Geest

daaraan schuldig ben gezet.

Alleen Christus is voor mij de 

onderhouder van Gods heilige wet.

Ik kan niet geloven,

dat een mens uit zichzelf Jezus vindt,

dat blijkt alleen mogelijk te zijn

voor hen die Hem niet hebben bemind

door niet naar Gods wil te handelen,

maar op eigen wegen wilden wandelen.

Al spreken zij Zijn Waarheid na

als de enige ware grond,

het kan niet anders dan leugens zijn,

tenzij Gods Waarheid door  

Zijn Woord en Geest in hun hart 

door Jezus vergoten bloed 

daarin werd gegrond.

Ik kan niet geloven,

dat God mijn Vader wil zijn,

alleen omdat Hij dat van Christus is

daar is mijn ongeloof door weggewist.

Want Jezus die mijn vlees en bloed aannam,

verbond mij zo aan Adams stam,

waarin Gods wil en wet regeert,

en ik te voorschijn kwam als onbekeerd.

Gewillig zal ik zijn oordeel ondergaan,

omdat ik met Christus 

aan het kruis, dood en graf, 

daardoor ben heengegaan.

Ik kan en mag geloven

op grond van Gods genaderecht aan mij,

dat Hij ook mij heeft uitgekozen,

Zijn Woord en Geest

gaan mij nu nooit meer voorbij.

Het is de Liefde van God de Vader,

dat Hij bij mijn doop in Jezus dood, 

Zijn Naam aan mij verbond,

daar beloofde Hij mij genade 

om met Jezus voor Hem te leven.

Ik geloof in mijn rechtvaardig God

die in Zijn Zoon mijn schuld vergeeft,

dat ik die Hem niet heb geloofd,

in Zijn vrede tot eer van Hem eeuwig leef!

Soli Deo Gloria!