De Heere heeft...
De Heere heeft
mijn leven lang
mijn plannen
niet doen slagen,
maar Hij heeft
daar dwars doorheen,
mij naar Zijn wil
leren vragen.
De Heere heeft
mij jong geleerd,
eerst naar Hem
te vragen.
Maar ik was dwars
en onbekeerd,
en wilde mijn plannen
doen slagen.
De Heere heeft,
het omgekeerd,
de daden
door mij bedreven.
Ondanks dat Hij
mij had geleerd,
mijzelf aan Hem
uit handen te geven.
De Heere alleen
bepaalt bij mij.
hoe ik mij
tot Hem zal keren.
Hij maakte de weg
in Jezus Christus
voor mij vrij,
om Zijn wil met mij
te leren.
De Heere liet zien,
hoe weerspannig
ik mij gedroeg,
schijnheilig naar
Zijn wil wel vroeg,
maar onderweg
Zijn raad
tegen de wind in sloeg.
Mijn wil bleef
hoe ik mij gedroeg.
De Heere bond mij
aan Adams stam.
Die Zijn Zoon
in de tweede Adam
op zich nam.
De Heere Zelf
werd het Offerlam
Die daad van Hem
maakte mij vrij
van mijn wel
en niet willen in mij.
De Heere nam mij
in Zijn dood
en heeft mij
met Hem begraven
en opgewekt!
en opgewekt!
Hij red mij nog daag'lijks
uit de nood,
wanneer mijn lichaam
mijn ziel
weer wil begraven.
De Heere schonk mij
een toevlucht nemend geloof,
als Zijn genade gave!
Soli Deo Gloria!
„Maar
aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld door ongeloof.” Rom.4:20a
Lezen:
Genesis 22:1-19 (Ga
naar dit bijbelgedeelte)
Als
je, na bijna een leven lang wachten, een gedane belofte eindelijk in vervulling
ziet gaan, dan moet je je toch wel een beetje, of misschien wel een heleboel,
gerechtvaardigd voelen! Wat Abraham beleefd heeft, nadat hij de zoon der belofte
gekregen had, weten we niet, maar hij zal wel vaak over het wonder van de
vervulde belofte gesproken hebben. En hoeveel jaren Abraham de gelegenheid heeft
gehad om trots te worden, weten we ook niet precies, maar God wil hem net zo
afhankelijk van Hem houden als toen de belofte nog niet vervuld was. God spreekt
op zekere dag tot Abraham: „Abraham, neem uw zoon, uw enige, die gij liefhebt en
offer hem tot een brandoffer”. Wat moet Abraham toch een verborgen omgang met
God hebben gehad! Want als hij die stem hoort, herkent hij deze meteen als de
Stem van God. Als hij de Stem van God niet herkend had, had hij het gesprokene
gemakkelijk kunnen afwijzen als een misleiding van de boze: het offeren aan de
Moloch. Maar Abraham wist heel goed dat wat hij gehoord had, door God Zelf
gezegd was. En hoewel hij het allemaal niet begreep, hoewel het tegen de
beloften, die God daarvóór aan hem gedaan had inging, wist Abraham dat hem maar
één ding te doen stond: gehoorzamen!
God zou Zijn beloften toch niet vergeten zijn? Abraham heeft aan de beloften Gods niet getwijfeld door ongeloof, staat er in onze dagtekst.
Wij noemen ons graag kinderen van Abraham, doch er is bij ons maar heel weinig nodig om aan de beloften van God te twijfelen en erger nog, God de rug toe te keren. Maar laten we toch vooral beseffen, dat God slechts diegenen Abrahams kinderen noemt, die in het voetspoor treden van het geloof dat Abraham bezat.
God zou Zijn beloften toch niet vergeten zijn? Abraham heeft aan de beloften Gods niet getwijfeld door ongeloof, staat er in onze dagtekst.
Wij noemen ons graag kinderen van Abraham, doch er is bij ons maar heel weinig nodig om aan de beloften van God te twijfelen en erger nog, God de rug toe te keren. Maar laten we toch vooral beseffen, dat God slechts diegenen Abrahams kinderen noemt, die in het voetspoor treden van het geloof dat Abraham bezat.
www.bijbelsdagboek.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten