Genoeg want er is niet meer!

lezen: Math. 19: 16 t/m 20: 16

Als wij de kerk

gaan behangen

dan komen er

heel veel kleuren

bij de kleur waarnaar

wij horen te verlangen,

De kleur van Jezus bloed

kocht ons alleen maar vrij.

Als wij de kerk

gaan besturen,

naar ons eigenwijs beleid.

Dan lachen onze buren,

om het dwaze onderscheid

wat wij dan willen maken,

in de kerk die niet

van ons is.

Daar begint het

 bij ons te kraken.

Wij hebben ons dan echt
in God vergist.

Aanschouw het werk van Kain,

en neem dat van Saul daarbij,

zoals zij het dachten te maken

daar wilde God niet bij.

Neem hen die leiding gaven,

toen Jezus kwam op aard,

Met kettingen om Zijn graf begraven,

dachten zij Hem in de dood

veilig te hebben bewaard.

Maar God verbreekt de werken

die wij op eigen houtje doen.

Laat ons het werk aan Zijn kerken,

door Jezus kruiswerk zijn verzoend.

Leer ons op U te wachten

wanneer U ons nodig heeft,

dan kunnen wij zegen verwachten,

waar U het loon

op Christus werk ons
uit genade geeft.

Wat zal dat een vreugde geven

als wij geloven wat wij 

door Uw Geest zien.

Een oneindig feestelijk leven,

wat door Jezus is verdiend.

Waar nooit te kort zal wezen,

in God die alles deed,

Zelf voor zondaren heeft geleden.

Mijn God en Vader

die al mijn eigen werk vergeeft.

Geen schuld zal er meer

worden  gegeven,

het eigen willen niet meer doen.

God zal in Christus de Heer', 

Één en de Zelfde wezen.

Die Zelf veel en weinig

schuld heeft verzoend.

Een ieder zal genoegen nemen

aan de goedheid die God hen bewijst.

Niemand zal nog iets 

van een ander willen lenen,

Een ieder heeft genoeg

aan zijn God

in de eeuwigheid.

Soli Deo Gloria!