Niet
overdraagbaar?!
De schat van grote
waarde
die God schenkt in
genade,
kan niet worden
overgedragen.
Wel kan men daar naar
wijzen,
hoe en waar deze is
te krijgen,
hoor hoe Johannes
riep;
Zie daar het lam
Gods,
dat daar met de
zonden
van de mensen
dragend
voorbij
liep.
De zonde van het
ongeloof,
wordt door mensen
doorgegeven,
in het zaad dat de
Satan
hen heeft
gegeven.
Wat de eerste mens,
vrouw en man,
door God
geschapen,
vrijwillig op zich
nam.
Zij konden niet
voorkomen,
dat hun
kinderen
dat zou worden
ontnomen.
Het door God
geschonken geloof,
is door mensen niet
door te geven.
mensen zijn daarvoor
blind en
doof,
zolang God hen
in
Christus Zijn
Zoon,
niet wekt tot een
gelovend leven.
Wie God mag
geloven,
door Zijn Woord en Geest
door Zijn Woord en Geest
vraagt om het wonder
van genade,
die verwijst zijn nageslacht,
met vijand en vriend,
naar Zijn kruis op Golgotha,
op wat Jezus heeft verdiend,
met vijand en vriend,
naar Zijn kruis op Golgotha,
op wat Jezus heeft verdiend,
om het verkrijgen van
die Schat van grote
Waarde!
Soli Deo
Gloria!
17
augustus
„Voorzeker,
ik acht zelfs alles schade omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dit
alles te boven gaat.” Fil.3:8a
Lezen:
Johannes 1:35-40 (Ga
naar dit bijbelgedeelte)
Zie
het Lam Gods!”, zei Johannes de Doper tegen zijn discipelen, toen hij Jezus zag.
Hieruit spreekt een onvervalst en diep verlangen bij Johannes, dat degenen die
eerst hem hadden gevolgd, nu verder achter Jezus zouden aangaan. Dit is het
zuivere verlangen van een echte dienstknecht van God.
Paulus heeft gezegd: „Wees mijn navolgers, gelijk ik ook Christus navolg!”(1Kor.11:1). Maar Paulus heeft niet voor altijd zijn volgelingen aan zich willen binden. Nee, hij trok anderen achter zich aan totdat zij zelf tot een dusdanige geloofsgehoorzaamheid waren gekomen, dat zij met blijdschap zelf hun weg met de Heere konden vervolgen.
Johannes en Paulus stonden hun leerlingen graag af aan de grote Leraar Jezus Christus.
De belangrijke vraag voor ons is: zijn wij bereid zo betrouwbaar achter Jezus aan te gaan, dat het voor anderen zinvol is om onze volgelingen te worden? Maar zijn we dan óók bereid en verheugen we ons bij de gedachte, om hen aan Hem Zelf af te staan, wanneer zij zelf zicht krijgen op het Lam Gods?
We zullen nooit mensen volgelingen van Jezus zien worden, als we zelf niet bereid zijn om Hem werkelijk te gehoorzamen. Hooguit zullen de mensen achter ons aanlopen om ons te imiteren, maar Jezus zullen ze nooit navolgen als Hij in ons leven niet zichtbaar werd. „Zie het Lam Gods!”, zei Johannes, en zijn discipelen volgden Jezus.
Want Johannes doopte met water, maar Jezus zou dopen met de Heilige Geest. Echter, ze zochten Hem niet om de doop, doch om Hemzelf, om bij Hem te zijn, want op Jezus’ vraag: „Wat zoekt gij?”, antwoordden zij: „Waar houdt Gij verblijf?”(Joh.1:39).
Paulus heeft gezegd: „Wees mijn navolgers, gelijk ik ook Christus navolg!”(1Kor.11:1). Maar Paulus heeft niet voor altijd zijn volgelingen aan zich willen binden. Nee, hij trok anderen achter zich aan totdat zij zelf tot een dusdanige geloofsgehoorzaamheid waren gekomen, dat zij met blijdschap zelf hun weg met de Heere konden vervolgen.
Johannes en Paulus stonden hun leerlingen graag af aan de grote Leraar Jezus Christus.
De belangrijke vraag voor ons is: zijn wij bereid zo betrouwbaar achter Jezus aan te gaan, dat het voor anderen zinvol is om onze volgelingen te worden? Maar zijn we dan óók bereid en verheugen we ons bij de gedachte, om hen aan Hem Zelf af te staan, wanneer zij zelf zicht krijgen op het Lam Gods?
We zullen nooit mensen volgelingen van Jezus zien worden, als we zelf niet bereid zijn om Hem werkelijk te gehoorzamen. Hooguit zullen de mensen achter ons aanlopen om ons te imiteren, maar Jezus zullen ze nooit navolgen als Hij in ons leven niet zichtbaar werd. „Zie het Lam Gods!”, zei Johannes, en zijn discipelen volgden Jezus.
Want Johannes doopte met water, maar Jezus zou dopen met de Heilige Geest. Echter, ze zochten Hem niet om de doop, doch om Hemzelf, om bij Hem te zijn, want op Jezus’ vraag: „Wat zoekt gij?”, antwoordden zij: „Waar houdt Gij verblijf?”(Joh.1:39).
www.bijbelsdagboek.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten