zaterdag 22 november 2014



Vergist men zich niet?


Wat heeft men aan bloemen bij het graf,
die men liever kreeg in zijn leven?
Waar is men het beste mee af,
wat een ander je niet kan geven?


Wat heeft men aan geklaag zonder gehoor,
het gaat het oor in, maar er komt niets door?
Wat heeft men aan brood zonder beleg,
als zijn buren met roomboter dat zeg?


Wat heeft men aan zonden zonder berouw?
Vindt men zich dan wel ontrouw
bij overtredingen van Gods wet,
waar God de doodstraf heeft opgezet?


Wat heeft men aan genade zonder schuld,
waar niets voor hoeft worden vervuld?
Wat heeft men aan geld voor zich alleen,
dient men dan niet alleen het eigen belang?


Dat is toch de reden van Jezus komen,
dat Hij al onze zonden heeft weggenomen!
Als dat dan Gods liefde niet is,
dan heeft men zich in Hem wel degelijk vergist! 



Soli Deo Gloria! 




22 november

„Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen.” Rom.1:21a

Lezen: Jesaja 17:4-11 (Ga naar dit bijbelgedeelte)

In dit gedeelte wordt melding gemaakt van een heel groot wonder. In de eerste verzen lezen we dat er een heel moeilijke tijd zal aanbreken voor Israël, zo moeilijk dat er maar weinigen zullen overblijven. Als we denken aan de vreselijke gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog, hoe de Joden bij miljoenen werden afgeslacht... Waarom heeft God niet ingegrepen? Als er dan een God is, waarom laat Hij dit toe?!
Wie kan, na dit te hebben meegemaakt, en het overleefd te hebben, nog op God vertrouwen?! Bitterheid en vertwijfeling!
Maar Jesaja ziet vanuit de verte het grote wonder gebeuren: „Te dien dage zal de mens de blik richten op Zijn Maker en zijn ogen zullen zien naar de Heilige Israëls; hij zal de blik niet richten naar de altaren, het maaksel van zijn eigen handen; en hetgeen zijn eigen vingers gemaakt hebben...”
Nee, niet alleen Israël heeft zijn God verlaten, niet alleen zíj hebben op eigen gerechtigheid vertrouwd en zijn zo aan de gerechtigheid Gods niet toegekomen (Rom.10:3). Nee, wij allen dwaalden als schapen zonder herder en omdat we de Herder kwijt waren, hebben we de dood versierd met bloemen, hebben we bekoorlijke aanplantingen aangelegd. We hebben zelf zaad gezaaid en werden verrukt van de resultaten van onze eigen handen. We hoefden niet te wachten op een antwoord vanuit de hemel; voor elke ziekte hebben we immers een eigen medicijn?! Maar als ondanks al onze kennis de epidemieën toenemen en ramp op ramp volgt, wie van ons zal dan de blik richten op Zijn Maker!?
Zullen we dan juist niet meer dan ooit onze vuisten ballen naar de hemel, omdat we nú onze rebellie tegen God niet willen belijden?!

www.bijbelsdagboek.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten