woensdag 30 april 2014



Neem en geef...

 
Neem Heer' mijn gedachten gevangen,
zodat ik door Uw Geest
naar Uw waarheid ga verlangen
en genadig verstaan mag wat ik daar lees.

 
Neem Heer' de grendel van de poort,
die mijn hart voor U gesloten houdt.
Laat daarin binnen komen Uw Woord,
waardoor mijn hart op U alleen vertrouwt.

 
Neem Heer' bij mij weg het tegenspreken
van mijn ongeloof dat er zo vaak nog is.
Geef het geloof in U dat zal openbreken
de weerstand in Uw kracht die ik mis.

Neem Heer' bij mij weg de angst en twijfel,
waardoor ik hier  nog zo onzeker leef.
Juist omdat ik aan Uw kunnen niet weifel
vraag ik dit alles omdat ik weet wat U geeft.

Neem Heer' bij mij weg boosheid en haat,
waarvan ik weet dat de zonden die geven.
Maak het zo dat ik die voor altijd verlaat,
dan zal mijn ziel U volmaakt de eer geven.

 
Neem en geef Heer' het teveel en te weinig
maak door Uw bloed dat ik ben gereinigd
van alle schuld die Gods wet van mij vraagt,
door U werd gedaan, die mij nog verdraagt.

 
Geef Heer' aan mijn hart dat van U is,
die liefde die ik zo vaak nog mis.
Maak mij door U Heer', gewillig en bereid,
tot Gods eer in eeuwigheid.

 
Soli Deo Gloria!



dinsdag 29 april 2014

Ik geloof in...

Ik geloof in mijzelf
is een kreet uit deze tijd,
waar nog steeds een ander het graf delft
en waar de 'gelovige' dode in wordt geleid.
Ik geloof in mijzelf,
dat klinkt zeer bewogen,
maar het geloven in God
dat zal bijna niet meer mogen.


Ik geloof in mijzelf
zegt de mens met zichzelf bewogen,
maar ik ben gelukkig door
Christus, die mij in Hem laat geloven.


Ik geloof niet in mijzelf,
want het blijkt nog zo vaak een leugen
ook al bedoelde ik het zelf niet zo,
toch geeft het geloven in God
 mij  alleen levensvreugde.


Ik geloof niet in mijzelf,
want wat val ik mijzelf vaak tegen,
als dat geloof van mij niet sterft
dan komt het geloof in Christus
in mij nooit tot leven.


Ik geloof wat ik niet zie,
waarop ik vast kan vertrouwen
en ik weet ook door Wie,
waar Gods Woord en Geest
mijn geloof vast op doen bouwen.


Ik geloof in Hem
die Zijn leven voor mij gaf,
Hij ging voor mij de dood in, de hel en het graf,
Hem zal ik straks kunnen zien
dan neemt Hij het geloven van mij af.


Soli Deo Gloria!
Wat doet het geloof in mij?


  
Wat doe jij met jouw geloof in God,
zo'n vraag word je dikwijls gesteld,
wanneer er geloof in je gevonden wordt
of als je daar ongevraagd over vertelt.


Wat doe je met voedsel en kleren,
waarom gebruik je water en zeep
en wil je het vuil van je af doen keren,
is het niet voor het behoud waar je lichaam om vraagt,
dat je eet, reinigt en kleding draagt?


Wat doe je met dingen die je niet meer gebruikt
of met voedsel en kleding dat niet meer goed ruikt,
is het niet om lasten en ziekte van je te weren,
dat je dat wegdoet, wast of binnenste buiten doet keren?


Wat doe ik met het geloof in God,
die mij schiep en mijn ziel het leven wil geven,
dat door mijn zonden en schuld in de dood is gestort
waarvoor Jezus Gods Zoon Zijn bloed heeft gegeven?


Dat doet Hij in Wie ik geloof,
Die mijn ziel reinigt van zonden van twijfel en ongeloof,
Zijn kracht en vertrouwen aan mij gaf
en mij verlost van kruis, hel en graf.
Dat doet Hij, wiens eigendom ik ben
door het geloof wat zijn Woord en Geest mij gaf,
ben ik gered door Gods recht van de eeuwige straf.


Hij is het waardoor God mijn Vader is,
 waaruit ik als Zijn kind opnieuw geboren ben.
 Dat doet het geloof dat Jezus liefde mij bracht,
van Hem wiens hulp ik nu alles verwacht,
van Hem heb ik geleerd mijn knieën te buigen,
om aan God mijn Vader, dank en lof te betuigen!


Soli Deo Gloria!  
 
Wat heb je er aan?


  
Wat heb jij er aan
om in God te geloven,
dat lijkt een redelijke vraag
die vaak door een ongelovige wordt gesteld.


Die vraag krijgen zij die geloven
voor zich geschoven,
omdat deze over hun geloof
vragen worden gesteld.


Zouden er geen gelovige
in God zijn geweest en nog bestaan,
dan zou die ogenschijnlijke 'redelijke' vraag
door een ongelovige nooit zijn gedaan.


Een vraag ontstaat over iets
waar men zelf niets van weet,
weet men van God niets,
dan weet men het ook niet
wat je van Hem vergeet.


Geloof is geen ding waar je wat aan hebt,
zonder te geloven waarin of je aan dat geloof hecht.
Wanneer dit geloof in God niet in je bestaat,
wil je het niet weten wat jij er aan hebt,
 waar het geloof uit voortkomt of
waar het in het Woord van God over gaat.


De mens die dit toch aan een gelovige vraagt,
slaat zichzelf met zijn vraag aan het kruis
waar het geloven in God over gaat.
Dat is het antwoord waarom
men Jezus, Gods Zoon
met zo'n onredelijke vraag Hem
in plaats van een moordenaar
aan het kruis slaat!


Wie Gods Naam, zonder geloof in Hem,
op de lippen neemt,
heeft geen recht op deze vraag.
Omdat men daarmee een antwoord
van de in God gelovige claimt.
Zo'n vraag houdt het geloven in God
voor de mens, buiten de Mens Jezus, vreemd.
Gods Liefde stelt geen vraag,
maar geeft wel antwoord
op vragen die niet zijn gesteld!

Jesaja 66


Soli Deo Gloria! 

maandag 28 april 2014

Een verborgen God?


  
Houdt mijn God zich verborgen,
omdat ik niet genoeg van Hem getuig,
van Zijn komst op de eeuwige morgen
waar iedere knie zich voor Hem buigt?


  
Houdt mijn God zich verborgen
omdat ik mij voor Hem schaam,
Hij die elke dag voor mij wil zorgen,
maakt mij toch als getuige van Hem bekwaam?


Houdt mijn God zich verborgen
vanwege mijn zwak geloof,
heeft Hij niet mijn heil verworven,
waardoor ik soms twijfel in plaats van in Hem geloof?


Houdt mijn God zich verborgen
vanwege mijn eigenbelang
omdat ik daar zelf voor wil zorgen
en niet meer naar Zijn zorg verlang?


Houdt mijn God zich verborgen
vanwege het kleine getal,
dat zich door Hem laat verzorgen
en ook niet voor Zijn hulp neervalt?


Houdt mijn God zich verborgen
omdat ik van Zijn wonderen zwijg
die Hij eertijds deed en daarvoor nog wil zorgen,
maar dat ik die niet zie
omdat ik niet dicht bij Zijn Woord blijf?


Mijn God, die Zich in het verborgene openbaart,
heeft mij Zijn grote liefde in Jezus verklaard,
daarvoor stierf Jezus, Zijn Zoon aan het kruis,
Hij heeft het geloof in Hem voor mij bewaard,
dat ik zeker tot Zijn eer
bij Hem zal wonen in het Vaderhuis!


 Soli Deo Gloria!


Geworpen op...


Geworpen op het Woord
van zonden en genade,
word ik door Jezus dood
levend voor God, mijn Vader.


Geworpen op het levende Woord,
dat spreekt van mijn dood voor de zonden,
wat ik door Gods Geest heb gehoord
daar ben ik weer levend in gevonden.


Geworpen op Gods Woord
van liefde in ontferming,
wordt mijn ongeloof gestoord
ontvang ik door geloof 
vertrouwen in Gods bescherming.


Geworpen op Gods Woord,
word ik door Gods wonder
aan Jezus Zijn Zoon gelijk gemaakt,
Gods Woord, daar kan ik niet zonder.


Geworpen op Gods Woord
van eeuwig dood of eeuwig leven,
heb ik door Gods Geest gehoord
Gods wet en evangelie.


Geworpen op Gods Woord,
word ik van dood weer levend,
getrokken door Zijn liefdekoord,
wordt Zijn Woord mij hoopgevend.


Gevonden ben ik in Gods Woord,
in Zijn dood en opstanding,
daar heb ik Gods genade voor mij gehoord,
en loof ik mijn God onder grote dankzegging.



Soli Deo Gloria!






zondag 27 april 2014




Alles in en uit Uw hand!
Openbaring 1: 9-18

U bracht mij in gevangenschap,
waar ik niet aan kon ontkomen.
Maar U verscheen daar onverwacht,
om Uw plan ook aan mij te tonen.

 
Johannes was op de dag van U, o Heer',
daar sprak U als in een bazuin tot mij,
die zei: Ik ben het Begin en het Einde,
de Alpha en de Omega.

 
Hij viel als dood voor Uw voeten neer,
waar hij U herkende als zijn Heer',
die hem toch niet heeft verlaten
waar hij was omdat zij hem om U haten.


Uw uitgestoken hand
werd op hem neergelegd,
die liefde kwam alleen van Uw kant,
wees niet bevreesd werd hem door U toegezegd.


U bent de Eerste en de Laatste
de Levende, die dood is geweest,
U bent het die de sleutels van het
dodenrijk en de dood heeft.
Daarop sprak U het Amen!


Uw uitgestoken hand
kwam bij mij alleen van Uw kant,
daar ik niets meer had te verwachten,
openbaarde U zich ook aan mij,
dat was, is en zal komen,
na zoveel dagen en nachten.


Soli Deo Gloria!











Getuigen zijn!

Laat onder ons Heer' de haat
geen teken wezen,
dat wij over Uw grote Naam
met diep ontzag
niet durven of mogen spreken.
U geeft ons door Uw Geest
vrijmoedigheid tot spreken,
dat is op de eerste Pinksterdag 
het aller duidelijkst gebleken.
 
Ligt ons de nood van spreken
in ons hart en onze mond,
waardoor stenen mensenharten
door en voor Uw liefde breken,
zoals ook ik dat eens verstond.
Laat Uw Waarheid binnenkomen
op plaatsen waar niemand naar U vraagt,
dan zal Christus ook in hen wonen,
waar Hij ook hun zonden wegdraagt.

 
Neem Heer' de weerstand bij ons weg
om van U te getuigen,
laat onder ons met grote lust voor 
Uw wet en wil doen buigen.
Zij hebben U ook gehaat o Heer'
laat ons dat een vreugdeteken wezen
waaruit blijkt dat ook wij telkens weer
onder die haat, Uw Woord vrezen.


Soli Deo Gloria!

zaterdag 26 april 2014


Bijzonder wonder!
 
Elk mens kiest zijn eigen dingen
die hij leuk of aardig vindt.
De één schrijft zijn lied
de ander wil dat zingen,
maar de dingen die hij moet doen
om te blijven leven, dat kan hij zonder U niet.

 
Elk mens heeft zijn eigen smaak,
kiest daarvoor het lekkerste uit.
Laat liggen wat hem niet raakt
neemt in veel dingen zijn eigen besluit.
Maar dat wat het allerbeste voor hem is,
dat is wat hij zonder God niet mist.

Elk mens heeft doorgaans zijn mening
over wat hij er zelf van vindt.
Maar de noodzaak om zondenvergeving,
wordt zonder God niet door hem bemind.
Hij bepaalt zelf wat hij denkt en wil
dat is waar hij zijn aandacht aan schenkt.

 
Elk mens maak zijn eigen verhaal
over wat hij ervaart en ziet.
Dat doen wij doorgaans allemaal
en vragen naar Gods mening daarover niet.
Totdat Gods Geest die weg blokkeert,
dan wordt Gods Waarheid aan hem geleerd.

 
Eén mens maakt daarin een groot verschil,
Hij kwam en deed alleen Zijn Vaders wil.
Gods wet was zijn leidraad waaraan Hij zich hield
waardoor Hij niet in de zonden viel.
Hij deed niets naar Zijn eigen zin of begeren,
maar kwam om de mens tot Gods wil te bekeren.

Eén Mens kwam daarvoor aan het kruis,
omdat Hij niet was die wij verwachtten.
Zo brengt Hij de zijnen naar huis,
die Gods wil en wet eerst verachtten.
Hij maakt de mens aan Gods beeld gelijk,
waardoor Zijn Vader naar ons kijkt.

 
Eén Mens is elk mens tot redding gegeven,
waardoor er geen zonden
van eigen lust en begeren is gebleven,
wordt de Mens in het mensenhart gevonden,
dan vindt God in de mens geen zonden,
de mens zal God in alles eren!

 
Soli Deo Gloria!  




De prijs van Gods Liefde.
 
 
Wat zal ik mijn God geven
voor de losprijs van mijn ziel,
die schuldig werd door niet
naar Zijn wet te willen leven,
waardoor ik in de zonden viel.

 
Wat zal ik mijn lieve Heiland geven
voor het borgwerk dat Hij heeft verricht,
zodat ik in vreugde eeuwig kan leven,
tot Gods eer voor Zijn aangezicht.

Wat zal ik mijn Heer', nog vragen,
nadat Hij Zichzelf voor mij gaf,
door Hem kan ik leven uit Gods genade,
waarin ik Hem loven en prijzen mag.

Wat zal ik nu zelf kunnen doen
door niet te wandelen in Zijn wegen,
dan moet ik zelf al mijn schuld voldoen,
die losprijs zal mij de dood geven.

Wat zal ik mijn Heer' bedroeven
door niet te willen ontvangen, dat Hij mij geeft
de geselingen, die Hem voor mijn schuld sloegen,
maken mij dan dat ik niet meer leef.

Dat zal ik door mijn Heer' kunnen geven
gehoorzaamheid naar Zijn liefdegebod,
met vreugde daarin te mogen leven
tot eer en grootmaking van mijn God.

Dan zal mijn Heer' mij het goede doen zien,
waarin Gods beeld bij mij zal verschijnen,
dat is wat Hij voor mij heeft verdiend,
om voor eeuwig in Zijn liefde te kunnen blijven!

 
Soli Deo Gloria! 




vrijdag 25 april 2014

Heel eenvoudig...
 
Heel eenvoudig is het leven,
wat uit Gods hand is verkregen,
het is nooit te kort, altijd genoeg
het leven dat Jezus voor ons vroeg.

 
Heel eenvoudig is het leven,
wat door Gods hand wordt geleid,
daar wordt genoeg in verkregen
om te kunnen leven in eeuwigheid.

 
Heel eenvoudig is het leven,
waar geen duivel meer in heerst,
God heeft Zijn Zoon daarin gegeven
en Zijn Geest die ons bekeert.

 
Heel eenvoudig is het leven,
zonder enig pracht en praal,
al wat van God is, is daarin gegeven,
daarin heerst rust en geen kabaal.

Heel eenvoudig is het leven
wat Jezus op aarde heeft geleefd,
alles wat Hij heeft, heeft Hij gegeven,
al onze schuld heeft Hij betaald.

Heel eenvoudig is het leven,
dat ligt niet aan een groot verstand,
het wordt aan onverstandigen gegeven,
genadeleven uit Gods Vaderhand.

Heel eenvoudig is het sterven,
waar men zich met blijdschap overgeeft,
alles waardoor men boete kon verwerven
dat is voorbij, in dat leven waar God in leeft!

Soli Deo Gloria!  


Hoe anders kan het zijn!
Hoe koud en onbarmhartig
is de mens die alles geeft
zonder liefde, die niet waarachtig
 maar met tegenzin dat deed.
Hoe egoïstisch en onbarmhartig
is de mens die zichzelf alleen bedoelt,
schijnheilig en halfslachtig,
zo het verdriet van de ander niet voelt.

Hoe ogenschijnlijk en misleidend
verwennen mensen elkaar,
in eigen liefde bedrijvend
maken zij de liefde voor elkaar niet waar.

Hoe makkelijk misleidend,
worden er aan elkaar beloftes gedaan,
maar hoe snel kunnen die tegenstrijdig
in loze woorden ten onder gaan.

Hoe lieflijk hoe vol heilgenot,
zijn mij Uw huis en tempelzangen,
waar U omkeert mijn dodelijk zondaars lot
om naar Uw onvergankelijke
liefde te verlangen!

Soli Deo Gloria!


Welvaart?

Is welvaart een bezit van geld of goed
zonder te leven uit het vergoten bloed,
dat Gods Zoon voor ons op aarde heeft gestort,
waardoor vergeving van schulden geschonken wordt?


Is welvaart een menselijk kunnen, 
zonder dat ten koste van zichzelf anderen te gunnen,
wat ook zij nodig hebben om te kunnen leven,
waarvoor Jezus Zijn wet aan ons heeft gegeven?


Is welvaart dan niet een vreeslijke kwaal
voor hen die niets voor God en hun naasten kunnen missen,
zal de mens zich in zijn welvaart dan niet vergissen,
want de dood neemt toch alles van ons allemaal?


Is welvaart het doel wat de mens zich stelt,
om gelukkig en onafhankelijk te kunnen leven,
maar wordt hij door ziekte of dood geveld,
kan hij God daar dan de schuld voor geven?


Welvaart is Jezus Zelf op aard niet beloofd,
ook niet hem die in Zijn Naam gelooft,
een ieder zal eerst hier zijn kruis moeten dragen,
de mens die Hem daarin volgt, Zijn Naam verhoogt,
die mens is een welvarend eeuwig leven beloofd!


Soli Deo Gloria! 




Een lieflijke geur tot God!
 
 
Een heerlijke reuk wordt er genoten
van het brandoffer dat wordt gebracht,
dat in gebed met dankoffers wordt overgoten,
waarbij er aan Gods weldaden wordt gedacht.

Een heerlijke reuk stijgt tot God op,
dat van het brandoffer ten hemel stijgt,
een teken van God dat Hij nog niet zwijgt,
maar door dankoffers van ons nog bij ons blijft.

Een aangename reuk komt tot God
door onze dank in daden,
die wij verrichten door Zijn genade,
waar met vreugde geofferd wordt.

Een dankoffer zonder vuur
is koud, bitter en zuur
voor het aangezicht van de Heere,
als wij ons niet door het vuur van Zijn Geest
Zijn werk in daden voor Hem weer doen keren.

Een dankoffer met welriekende geuren
door gehoorzaamheid aan Zijn gebod,
daar zal God ons geloof in Jezus keuren,
waar de kenmerken van Hem gevonden worden!

Soli Deo Gloria!
Bijbelvertalingen!
  
Het bloed der martelaren
is het zaad van Gods Kerk.
Daar wordt duidelijk
aan ons getoond
de Liefde waarmee Gods werk,
in navolging van Jezus kruis,
God met Zijn eigen vruchten
door Hem werd beloond.
Het bloed der martelaren
zaait een strijdende Kerk.
Dat onze voorvaderen
dat waren is Gods werk.
Door Woord en Geest
komt het in ons openbaar,
 door dat kruiswerk,
maakt God Zijn Liefde
voor zondaren waar!
Het bloed der martelaren oogst
een triomferende Kerk,
 God dank en eer!
Zo volmaakt komen
Zijn Woorden tot Hem weer.
Zonder beproeving in bitter lijden,
kan God in Zijn Liefde
geen mens bevrijden.
Gods Liefde eist erkenning
van de prijs door Jezus betaald,
zo wordt Gods eer en dank
door Hem verloste zondaren
voor God Drie-enig binnengehaald!
Soli Deo Gloria!
Antwoord op een vraag: Welke bijbelvertaling gebruik je bij de citaten?
De meest bekende en tevens complete uitgaven van de Bijbel in het Duits die tijdens Luthers leven verschenen, zijn die van 1534 en 1545. Die van 1534 was de eerste complete uitgave en die van 1545 de laatste complete uitgave die Luther zelf gezien heeft. Deze twee vertalingen gebruik ik binnen de Luthertekst van mijn citaten. In het geval dat Luther kennelijk een bijbeltekst uit zijn hoofd of bijvoorbeeld uit de Vulgaat citeert, volg ik meestal letterlijk de gegeven Luthertekst.
Wat Nederlandse Luthervertaling betreft: In 1648 verscheen, in opdracht van de Lutherse Synode, de eerste druk van de Nederlandse Luthervertaling van Adolf Visscher. Deze Visscherbijbel was allerminst een oorspronkelijke vertaling. Visscher en zijn medewerkers hadden de bestaande uitgave van de Biestkensbijbel (1560) gecorrigeerd volgens een goede Duitse Luthertekst. Deze Nederlandse vertaling is, met de nodige aanpassingen, in gebruik geweest tot in de twintigste eeuw.
Behalve de al genoemde Biestkensbijbel waren er in de zestiende eeuw nog wel meer complete Nederlandse Bijbels in omloop die gedeeltelijk of geheel op Luthers vertalingen gebaseerd waren. Zoals onder meer andere de Liesveldtbijbel (eerste druk 1526) die de eer waardig werden gekeurd dat ze soms samen met de martelaren werden verbrand op de brandstapels. Behalve de Liesveldtbijbel en de Biestkensbijbel waren er nog de minder bekende en ook minder in omloop zijnde zestiende-eeuwse uitgaven, waaronder die van Adriaan van Berghen, Jan van Ghelen, Hans van Ruremund en Christoffel van Ruremund. Deze laatste vier werden ook al in de eerste helft van de zestiende eeuw gepubliceerd en zijn achtereenvolgens met de Liesveldtbijbel, de Biestkensbijbel en de Deux-Aesbijbel door de toen heersende kerk op de index van 'verboden boeken' gezet.
De Liesveldtbijbel uit 1526 – die toen nog steeds uit het Latijn vertaalde delen uit het Oude Testament bevatte – werd zeer gunstig ontvangen. Er verschenen herdrukken van een complete Bijbel in 1532, 1534, 1535 en 1542. In de bijbeltekst werden telkens correcties aangebracht, en de tekst van het Oude Testament werd steeds aangevuld met de nieuw verschenen delen van de Duitse Luthervertaling. Vanaf 1535 waren de edities – voor het eerst in de Nederlanden – geheel gebaseerd op de Duitse Lutherbijbel.
In 1542 verscheen opnieuw een complete editie, deze keer met weergave van alle kanttekeningen van Luther. Deze kanttekeningen waren voor de Inquisitie voldoende aanleiding om de Antwerpse drukker, Jacob van Liesveldt, in 1544 te arresteren. Hoogst waarschijnlijk werd Jacob van Liesveldt op grond van de ‘Lutherse kettereye’ veroordeeld tot de dood en op 28 november 1545 onthoofd. Omdat onthoofding niet de meest gebruikelijke straf voor ketters was, wordt dit door sommigen betwijfeld.Doordat de drukpersen in Antwerpen onder streng toezicht kwamen, moesten de hervormden teren op hun oude bijbelvoorraad. Van 1545 tot 1554 is geen enkele complete protestantse bijbeluitgave verschenen. Veel vervolgden vluchtten weg uit de Nederlanden. Wat ze in het moederland ook moesten achterlaten, één ding namen de ballingen met zich mee: hun Bijbel. Voor de meesten was dat de Liesveldtbijbel. Uit deze Bijbel hebben ze tijdens de vervolgingen troost en kracht geput. Sommige Nederlandse protestanten hebben de Liesveldtbijbel, die immers met zoveel bloed en tranen doordrenkt was, nog lange tijd in ere gehouden. In Amsterdam werd zelfs nog in 1629 een Liesveldtbijbel herdrukt (1).
De uitgave van de zestiende eeuwse Deux-Aesbijbel, waarvan zeer veel edities verschenen, is een verhaal apart. De Deux-Aesbijbel, eerst gedrukt in de vluchtelingengemeente van Emden (1561-1562), is vooral de Nederlandse bijbelvertaling van de gereformeerden geworden. Tot de uitgave van de Statenvertaling of Statenbijbel in 1637 was dit voor de gereformeerden de meest gezaghebbende vertaling in het Nederlandse taalgebied. Het OT van de Deux-Aesbijbel is een vertaling van Godfried van Wingen. Hij heeft duidelijk ook vanuit een Luthertekst gewerkt. Het NT is een vertaling van Johannes Dyrkinus vanuit het Grieks en gaf een tekst die onafhankelijker was van de toen bekende Lutherteksten. Dyrkinus heeft voor zijn NT, naast een vertaling van de Vlaming Johannes Utehove, ook andere reeds bestaande uitgaven gebruikt, waaronder een revisie van de Franse Bijbel die door een college van predikanten, onder leiding van Calvijn, in Geneve tot stand was gebracht. Gillis van der Erven heeft de Deux-Aesbijbel (1561-1562) voor het eerst in Emden gedrukt onder de titel: ‘Biblia – Dat is, De Gantsche Heylighe Schrift’ (2).
(1) Bron: C.C. de Bruin: ‘De Statenbijbel en zijn voorgangers’ (1937)
(2) Bron: C.C. de Bruin: idem

Genade...
  
Genade kan alleen worden gegeven
door God die daar recht op heeft,
zonder daar verantwoording over te moeten geven,
aan de mens die Hem dat recht niet geeft.
 Genade kan alleen worden verkregen
door de mens die dat van God nodig heeft,
om eeuwig tot Gods eer te kunnen leven
van God die nooit een tekort aan genade geeft.
  
Genade kan alleen worden gemist
bij de mens die van genade niets wist,
omdat de mens zijn eigen rechten claimt,
blijft genade van God voor hem vreemd.
Genade is nodig als er een schuldeiser is
bij de mens die voldoening daarvoor zelf mist.
Geen mens is zijn schuld tegenover God gewaar,
Gods Geest in Christus maakt zijn schuld openbaar.
Genade ontving Zijn Zoon van Hem niet,
Hij moest alles zonder schuld betalen,
voor de mens die zijn schuld en zonden niet ziet,
kwam God in Zijn Zoon voldoening voor halen.
Genade is nodig waar geen gehoorzaamheid is
naar de eis van Gods wet, die geen rechtvaardigheid mist.
God vraagt niets boven een mens zijn vermogen,
daarvoor is God zelf in Zijn Zoon,
 voor de mens, in zijn vlees gekomen.


Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen,
dat waren de eerste woorden aan Zijn kruis.
Zo heeft Hij de schuld van de mens verzoend,
waardoor de mens die in Hem gelooft,
recht ontvangt in genade, om te wonen in het Vaderhuis.
Soli Deo Gloria   
 

donderdag 24 april 2014

 
 
 
Gods Heilig vuur!



Het heilig vuur van God bevolen
moet altijd worden opgevolgd,
daar ligt Zijn macht in verscholen
en daaruit blijkt hoe God voor ons zorgt.


Het heilig vuur van God bevolen
ligt op het kruisoffer aangestoken
daar wordt het aan zondaren getoond,
dat de macht van Satan is verbroken.


Het heilig vuur van God bevolen,
dat steekt Gods Geest in hen aan,
die leven naar Gods geboden door te geloven
wat Jezus eerst voor hen heeft gedaan.


Het heilig brandoffer God bevolen,
is het Lam wat voor ons werd geslacht,
het vuur van Gods toorn over de zonden gewroken
werd door Gods Zoon aan het kruishout volbracht.



Het heilig vuur van God bevolen
is Zijn Liefde waaruit Hij doet zien,
dat onze tegenstand door Jezus is gebroken
door Hem genade kunnen verkrijgen
wat wij niet hebben verdiend.



Soli Deo Gloria!  
 
 
 

woensdag 23 april 2014

Zijn eigen kruis dragen
 
Ieder draagt zijn eigen kruis,
zoals ook Jezus dat eens droeg,
dat kruis verschilt van huis tot huis,
maar voor ieder is
 het kruis van Jezus genoeg. 
 
 Ieder draagt zijn eigen kruis,
het één lijkt lichter dan het ander,
daarom draagt een christen
zo mogelijk ook
 het kruis van elkander. 
 
Ieder draagt zijn eigen kruis,
dat Hem door God is opgelegd,
Hij leidt de zijnen zo
naar het Vaderhuis,
zo heeft Zijn Zoon het ons gezegd.

 
Ieder draagt zijn eigen kruis,
gaat zo zijn Heiland volgen,
want hier op aard is niet zijn huis,
het verschilt bij ieder mens, de zorgen,
maar het is en blijft hier een kruis.

 
Ieder, die zijn kruis gelovig draagt,
weet waarom God dat van hem vraagt,
omdat Gods Zoon dat voor hem deed
het zwaarste kruis waaronder Hij leed,
dat heeft Hij voor ons gedragen.


 Geen kruis is hier te ruilen
of onder uit te komen,
tranen zal men door dat kruis huilen,
het zijn de zonden die dat belonen,
het kruis waar Gods gerechtigheid
in Christus bij ons kan komen wonen!
 
Soli Deo Gloria! 
Kruisdragen
‘Wil iemand Mij navolgen – die moet zichzelf verloochenen, en zijn kruis op zich nemen, en Mij volgen’ (Mattheüs 16:24, weergave 1534).
(…) We moeten nauwkeurig omschrijven wat het is om ‘zijn kruis’ op zich te nemen. Het is een opnemen van het kruis omwille van het Woord van God en van het geloof – dat wil zeggen: om deze reden de woede en het geweld van duivel, wereld, mensen, vlees, zonde en dood, vrijwillig op zich nemen en dragen. Zélf een kruis uitkiezen is hier niet nodig. Begin maar alleen bij het eerste deel van het [eeuwige] leven, en verloochen uzelf, dat is, verwerp de gerechtigheid van de werken en belijd de gerechtigheid van het geloof. Meteen zal dan het tweede deel er ook zijn, namelijk: het kruis, dat u dan op u moet nemen, evenals Christus het Zijne op Zich genomen heeft.
Hij voegt echter het opmerkelijke woordje ‘zijn’ [kruis] toe, want Hij leert ons niet dat wij dát kruis moeten dragen dat Hijzelf heeft gedragen. Maar Hij zegt dat ieder zijn eigen kruis moet dragen. Er is reeds voor ieder een kruis toebereid naar de maat van de kracht van hem die het zal dragen. We kunnen immers niet allen hetzelfde lijden, omdat we niet allen gelijk zijn in het geloof en in de kracht van de [Heilige] Geest.

Denk er echter wel aan, dat u úw kruis, en een tweede en derde hún kruis en zo verder – dat ieder zijn eigen kruis moet dragen. Het kan immers zijn dat het kruis van een zwakke [gelovige], hoewel het mogelijk op zich het lichtste kruis schijnt, toch voor hem even zwaar is, als voor Paulus zijn kruis geweest is – dat toch wel het zwaarste was (vgl. 2 Korinthe 11:23 vv en 12:7 vv).
Verschil in krachten maakt het kruis voor ieder gelijk, hoewel het toch met elkaar vergeleken heel ongelijk kan zijn. Voor de één is gevangenschap makkelijker te verdragen dan voor de ander. Datzelfde geldt voor verachting, bespotting, haat, beroving van goederen en zelfs voor de dood. Daarom is het dat aan ieder ‘zijn’ kruis, dat is zijn ‘eigen’ kruis opgelegd wordt, hoewel alle omstandigheden en ook de kracht van hen die het dragen, verschillend kunnen zijn.
Paulus vertroost ons echter met deze woorden: ‘Maar God is getrouw, Die u niet laat verzocht worden boven uw vermogen, maar met de verzoeking zal Hij ook de uitkomst geven, opdat u die kunt verdragen’ (vgl. 1 Korinthe 10:13).


Maarten Luther


dinsdag 22 april 2014


De grote schoonmaak!

 
Wordt mijn brievenbus
niet telkens leeggehaald,
dan wordt er door mij
geen rekening meer betaald.
Mijn schuld zal blijven groeien,
zolang dat wordt geduld,
blijf ik met mijn grote schuld,
totdat het recht intreedt,
wat mij echt niet vergeet,
heb ik dan geen borg,
dan kom ik in nog groter zorg,
hoe dwaas blijkt dan mijn handelen,
als ik niet naar Gods wil zal wandelen.

 
Wordt Gods Woord
dat ik wel thuis bezit,
door mij niet onderzocht
 om dat biddende te lezen,
dan blijf ik zoals ik geboren ben
zonder God, onder Zijn toorn in mijn leven.
Alleen door Zijn Woord en Geest,
versta ik wat ik lees
wat God van mij vereist
om een kind van Hem te wezen.


In Jezus opstanding
ontvang ik het medicijn,
om onder Godsgunst
eeuwig te kunnen leven.

 
Wordt mijn afvalbak
niet tijdelijk leeggemaakt,
dan zal er ziekte bij mij wonen,
geen mens zal meer
bij mij willen komen.
Het ongedierte zal mij belonen.

Laat ik Gods Woord ongelezen,
verachtelijk in een hoek of kast,
dan zal er geen Helper voor mij wezen,
die al het vuil van mij wast,
hoe dwaas is mijn verstand
om niet te gaan onderzoeken,
wat God geeft uit Zijn Vaderlijke hand
in het Boek der Boeken,


Wordt mijn hart verschoond
van alles wat daar bedierf,
dan komt er een schone plaats
waar God in Christus woont,
die door mijn schuld eens stierf,
maar ook weer is opgestaan.
Hij is het die mijn hart reinigt
ja, al mijn vuil en schuld
op Zich nam en heeft weggedaan.


 Dan ben ik in Hem geheiligd,
Zijn genade in mij vervuld,
dat wonder dat ik niet verwacht
wordt mij van God gegeven,
daar loof en prijs ik Hem voor
in deze tijd die deel uitmaakt
van het Goddelijk eeuwige leven!

 
Soli Deo Gloria!