vrijdag 25 april 2014

Bijbelvertalingen!
  
Het bloed der martelaren
is het zaad van Gods Kerk.
Daar wordt duidelijk
aan ons getoond
de Liefde waarmee Gods werk,
in navolging van Jezus kruis,
God met Zijn eigen vruchten
door Hem werd beloond.
Het bloed der martelaren
zaait een strijdende Kerk.
Dat onze voorvaderen
dat waren is Gods werk.
Door Woord en Geest
komt het in ons openbaar,
 door dat kruiswerk,
maakt God Zijn Liefde
voor zondaren waar!
Het bloed der martelaren oogst
een triomferende Kerk,
 God dank en eer!
Zo volmaakt komen
Zijn Woorden tot Hem weer.
Zonder beproeving in bitter lijden,
kan God in Zijn Liefde
geen mens bevrijden.
Gods Liefde eist erkenning
van de prijs door Jezus betaald,
zo wordt Gods eer en dank
door Hem verloste zondaren
voor God Drie-enig binnengehaald!
Soli Deo Gloria!
Antwoord op een vraag: Welke bijbelvertaling gebruik je bij de citaten?
De meest bekende en tevens complete uitgaven van de Bijbel in het Duits die tijdens Luthers leven verschenen, zijn die van 1534 en 1545. Die van 1534 was de eerste complete uitgave en die van 1545 de laatste complete uitgave die Luther zelf gezien heeft. Deze twee vertalingen gebruik ik binnen de Luthertekst van mijn citaten. In het geval dat Luther kennelijk een bijbeltekst uit zijn hoofd of bijvoorbeeld uit de Vulgaat citeert, volg ik meestal letterlijk de gegeven Luthertekst.
Wat Nederlandse Luthervertaling betreft: In 1648 verscheen, in opdracht van de Lutherse Synode, de eerste druk van de Nederlandse Luthervertaling van Adolf Visscher. Deze Visscherbijbel was allerminst een oorspronkelijke vertaling. Visscher en zijn medewerkers hadden de bestaande uitgave van de Biestkensbijbel (1560) gecorrigeerd volgens een goede Duitse Luthertekst. Deze Nederlandse vertaling is, met de nodige aanpassingen, in gebruik geweest tot in de twintigste eeuw.
Behalve de al genoemde Biestkensbijbel waren er in de zestiende eeuw nog wel meer complete Nederlandse Bijbels in omloop die gedeeltelijk of geheel op Luthers vertalingen gebaseerd waren. Zoals onder meer andere de Liesveldtbijbel (eerste druk 1526) die de eer waardig werden gekeurd dat ze soms samen met de martelaren werden verbrand op de brandstapels. Behalve de Liesveldtbijbel en de Biestkensbijbel waren er nog de minder bekende en ook minder in omloop zijnde zestiende-eeuwse uitgaven, waaronder die van Adriaan van Berghen, Jan van Ghelen, Hans van Ruremund en Christoffel van Ruremund. Deze laatste vier werden ook al in de eerste helft van de zestiende eeuw gepubliceerd en zijn achtereenvolgens met de Liesveldtbijbel, de Biestkensbijbel en de Deux-Aesbijbel door de toen heersende kerk op de index van 'verboden boeken' gezet.
De Liesveldtbijbel uit 1526 – die toen nog steeds uit het Latijn vertaalde delen uit het Oude Testament bevatte – werd zeer gunstig ontvangen. Er verschenen herdrukken van een complete Bijbel in 1532, 1534, 1535 en 1542. In de bijbeltekst werden telkens correcties aangebracht, en de tekst van het Oude Testament werd steeds aangevuld met de nieuw verschenen delen van de Duitse Luthervertaling. Vanaf 1535 waren de edities – voor het eerst in de Nederlanden – geheel gebaseerd op de Duitse Lutherbijbel.
In 1542 verscheen opnieuw een complete editie, deze keer met weergave van alle kanttekeningen van Luther. Deze kanttekeningen waren voor de Inquisitie voldoende aanleiding om de Antwerpse drukker, Jacob van Liesveldt, in 1544 te arresteren. Hoogst waarschijnlijk werd Jacob van Liesveldt op grond van de ‘Lutherse kettereye’ veroordeeld tot de dood en op 28 november 1545 onthoofd. Omdat onthoofding niet de meest gebruikelijke straf voor ketters was, wordt dit door sommigen betwijfeld.Doordat de drukpersen in Antwerpen onder streng toezicht kwamen, moesten de hervormden teren op hun oude bijbelvoorraad. Van 1545 tot 1554 is geen enkele complete protestantse bijbeluitgave verschenen. Veel vervolgden vluchtten weg uit de Nederlanden. Wat ze in het moederland ook moesten achterlaten, één ding namen de ballingen met zich mee: hun Bijbel. Voor de meesten was dat de Liesveldtbijbel. Uit deze Bijbel hebben ze tijdens de vervolgingen troost en kracht geput. Sommige Nederlandse protestanten hebben de Liesveldtbijbel, die immers met zoveel bloed en tranen doordrenkt was, nog lange tijd in ere gehouden. In Amsterdam werd zelfs nog in 1629 een Liesveldtbijbel herdrukt (1).
De uitgave van de zestiende eeuwse Deux-Aesbijbel, waarvan zeer veel edities verschenen, is een verhaal apart. De Deux-Aesbijbel, eerst gedrukt in de vluchtelingengemeente van Emden (1561-1562), is vooral de Nederlandse bijbelvertaling van de gereformeerden geworden. Tot de uitgave van de Statenvertaling of Statenbijbel in 1637 was dit voor de gereformeerden de meest gezaghebbende vertaling in het Nederlandse taalgebied. Het OT van de Deux-Aesbijbel is een vertaling van Godfried van Wingen. Hij heeft duidelijk ook vanuit een Luthertekst gewerkt. Het NT is een vertaling van Johannes Dyrkinus vanuit het Grieks en gaf een tekst die onafhankelijker was van de toen bekende Lutherteksten. Dyrkinus heeft voor zijn NT, naast een vertaling van de Vlaming Johannes Utehove, ook andere reeds bestaande uitgaven gebruikt, waaronder een revisie van de Franse Bijbel die door een college van predikanten, onder leiding van Calvijn, in Geneve tot stand was gebracht. Gillis van der Erven heeft de Deux-Aesbijbel (1561-1562) voor het eerst in Emden gedrukt onder de titel: ‘Biblia – Dat is, De Gantsche Heylighe Schrift’ (2).
(1) Bron: C.C. de Bruin: ‘De Statenbijbel en zijn voorgangers’ (1937)
(2) Bron: C.C. de Bruin: idem


Geen opmerkingen:

Een reactie posten