Een Pelgrimslied.

melodie: Ps. 84
in gemeenschap met anderen volken.

http://youtu.be/L-vq6cuSsZs

1. Mijn God keert nu Zijn oor tot mij

maakt mij in Jezus Christus vrij,

zo Hij aan Isr'ël dat beloofde,

zond Hij mij uit 'Egypte' weg,

waar ik door godsdienst werd geknecht,

Hij liet Zijn wil en weg mij weten,

laat los het huis waar Ik niet ben,

volg nu Mijn doel daar Ik jou breng.

2. Gods weg gaat door woestijnen heen,

maar ik ging daardoor niet alleen,

Zijn Woord  en Geest die mij daar leiden

werd duid'lijk aan mij uitgelegd,

zoals aan Isr'ël was gezegd,

Daar ben ook ik mijn God vergeten,

Maar Hij hield vast aan Zijn verbond,

zodat Hij mij steeds weder vond.

3. Nu nog ben ik hier onderweg,

naar 't land wat God mij heeft gezegd,

daar kan ik nimmermeer verdwalen.

Dat land waar eens mijn Heiland stierf,

tot eigendom voor God verwierf,

geen zondenstrijd of dood daar wezen.

Geen vijanden zijn daar om heen,

Gods vrede 's daar voor iedereen.

Soli Deo Gloria! 

Christus kan niet liegen als Hij zegt: ‘Ik ben met u tot aan het einde van de wereld en de poorten van de hel zullen de kerk niet overweldigen’ (vgl. Mattheüs 28:20 en 16:18). Dat wil echter niet zeggen dat Hij ons niet heeft bevolen om te waken en het licht zo goed mogelijk te bewaren. Er wordt gezegd: ‘Waak, want de duivel is een brullende leeuw die rondom u gaat om te verslinden’ (vgl. 1 Petrus 5:8). Dit was niet alleen zo in de tijd van de apostelen, toen Petrus dit heeft gezegd, maar het is nu nog zo, en het zal zo blijven tot aan het einde van de wereld – daar kunnen we op rekenen. Daarom bidden we: dat God ook ons wil helpen, zoals Hij onze voorouders heeft geholpen en onze kinderen na ons zal helpen, tot lof en eer van Zijn Goddelijke Naam in eeuwigheid. Want wij kunnen de kerk niet bewaren, onze voorouders konden dat ook niet, en onze kinderen na ons zullen dat ook niet kunnen. Gods Zoon heeft het gedaan! – Hij doet het nog en Hij zal het doen. Hij Die zegt: ‘Ik ben met u tot aan het einde van de wereld’ (vgl. Mattheüs 28:20). ‘Want Jezus Christus in gisteren en heden Dezelfde en in eeuwigheid’ (vgl Hebreeën 13:8). En Hij heet ook: ‘Die was, Die is, en Die zijn zal’ (Openbaring 1:4 en Exodus 3:14). Ja, zo heet deze Mens, zo heet geen ander Mens, en zo zal niemand heten. Want u en ik waren duizend jaar geleden niets en toch is de kerk zonder ons bewaard gebleven. Niemand heeft het gedaan dan Hij Die heet: ‘Gisteren en heden Dezelfde’ (idem). (…) Wat wij nu over de kerk zeggen, dat hebben onze voorouders ook al moeten zeggen, zoals de Psalmen en de Schrift getuigen. En onze kinderen na ons zullen het ook meemaken dat zij met ons én met de hele kerk zullen zingen: ‘Was de HEERE niet met ons geweest – zegge Israël nu – was de Heere niet met ons geweest, als de mensen tegen ons opkwamen, dan hadden zij ons levend verslonden’ enzovoort. EA 32, 12-13

Maarten Luther