Wat gebeurt er hier?

Wat is er aan de hand

in het reformatorische Nederland,

de 'onderhoud' werkplaats van God?

Luther sprak zo ongeveer in Zijn tijd,

dat er komt aan het einde van de tijd, een tijd

dat er geen aandacht meer zal worden gegeven,

waardoor Gods Kerk nog zou kunnen blijven leven.

De Kerk die alleen door Gods Woord en Geest

van hun ongeloof kan worden bevrijd.

Dan wordt het activisme van de mens

in hun doen en laten weer, als in Luthers tijd,

door hun goede werken aan God gewijd.

Samengevat: rooms en reformatorisch

zijn eens weer aan elkaar gelijk.

De toen bestaande achtervolgingen

en benauwdheden zullen
in nog heviger mate, opnieuw

Gods kinderen moeten ondergaan,

om Gods Liefde voor hen,

naar Zijn Waarheid te kunnen verstaan.

De hoogste tijd om ons af te doen vragen,

waar hoor ik bij?

Bij de verdeeldheid van Israël

of bij het uitverkoren volk van God.

Geen namen van kerken kan ik meer belijden,

zolang deze menen in verdeeldheid

voor God te kunnen verschijnen,

Ik belijd alleen de Naam van God,

die in Jezus Christus, 

door Zijn Geest geschonken geloof

 ook in mij gevonden wordt.

Ook in die tijd dat mij dit, 

kwalijk genomen zal worden door kerken,

verboden wordt.

Zolang dit nog niet zal geschieden,

kan geen mens mijn belijden daarin verbieden.

Het komt uit God en het keert tot God.

Geen oordeel of analyse zal ik over kerken geven.

De aanwezigheid van God aldaar

zal zichzelf doen kennen in dood of leven,

door een prediking waaruit men verstaat,

wat het betekent als God Zijn Kerk verlaat.

Dan zullen Zijn Woord en Geest die niet

alleen vernieuwen en onderhouden,

maar dan zullen velen van hen op

eigen werken, die zij wel of niet doen,
gaan vertrouwen. 

Zoals het eerder begon en zal eindigen.

In Gods Kerk worden zondaren,

gerechtvaardigde goddelozen.

Die door 'vrome' niet worden verkozen!

maar verachtelijk als de Hoeksteen

Jezus Christus weg geworpen worden.

Zulke mensen kunnen niet anders

dan alleen Gods kinderen zijn.

Soli Deo Gloria! 

Paulus zegt: ‘Dat niemand Jezus vervloekt, die door de Geest van God spreekt, en niemand Jezus Heere kan noemen, dan door de Heilige Geest’ (vgl 1 Korinthe 12:3). Wat Paulus zegt, is waar! Zij die dit zonder de Heilige Geest zeggen, zeggen allen ‘anathema’, dat is vervloekt. Die de Heilige Geest niet hebben, die zeggen niet Jezus, Zaligmaker, maar dat Hij een vervloekt ding is. Dat willen we met voorbeelden bewijzen. Kijk maar naar de wereld met hun predikers en vervolgers. Waarom vervolgt de wereld ons en onze prediking? Om geen andere reden dat wij dit Kind, ‘Jezus’, noemen, zoals Mattheüs zegt: ‘Hij zal Zijn volk zaligmaken van hun zonden’ (Mattheüs 1:21). Deze leer belijden wij en noemen Hem onze enige Zaligmaker en Middelaar. Daarom valt de wereld ons aan met haar macht, wijsheid en heiligheid. Natuurlijk, met hun mond noemen ze Hem wel ‘Jezus’, maar in hun hart is Hij voor hen een duivel. Want ze schrijven en prediken over onze leer: ‘Deze leer is een verdoemde ketterij’, omdat ze willen beweren dat de mensen ook door goede werken zouden zalig worden. Zó worden de mensen verleid! Dit is de prediking van de pausgezinden. Hoewel ze de Naam van Jezus prediken en ‘in Uw Naam, zoete Jezus … ’ zeggen! De monniken hebben deze Naam in grote letters, met een stralenkrans er omheen, in hun boeken gezet. Maar wat heeft dát te betekenen? Het staat alleen op papier, maar hun hart is zo niet gezind: wat voor hen een zaligmaker is, is voor ons een duivel. Zo zijn zij die het meest over Jezus Christus roemen, enkel duivels, en maken zij duivels uit mensen. Hier ziet u welke hoge kunst het is, als iemand dit Kind op de juiste manier ‘Jezus’ noemt. Dat wil zeggen: door het ware geloof in het hart, voor zijn enige Zaligmaker kan houden (1).

WA 36, 2 vv – 3 vv (R en H).

 

(1) Tot verduidelijking van Luthers heftige taal: een uitspraak van het vooral tegen de reformatie gerichte Concilie van Trente (1545-1563).

SESSIO VI - DECRETUM DE IUSTIFICATIONE - Canon 12:

Als iemand zegt: Het rechtvaardigende geloof is niets anders dan het vertrouwen op de goddelijke barmhartigheid [of: genade], die wegens Christus, de zonden vergeeft, of het is alleen dit vertrouwen waardoor wij gerechtvaardigd worden, hij zij verdoemd [of: vervloekt].

Digitale bron: RKDocumenten.NL