Hopen op God!
Rom. 5: 1-5
Rom: 8
Rom. 5: 1-5
Rom: 8
O God Hoe groot is Uw genade,
waarmee Uw Geest mij onderhoudt,
niets is van groter waarde
waarin Uw liefde mij aanschouwt.
O God Hoe groot is Uw genade,
waarin U het geloof aan mij gaf,
om uitziende te kunnen hopen,
naar vereniging met U, na mijn graf.
O God Hoe groot is Uw genade,
waarin Uw Geest met mij bidt,
midden in mijn beproevingen,
daar Hij Zijn kracht aan mijn gebed verbindt.
O God die hoop die Hij op U mij geeft,
geeft blijdschap met tranen in mijn ogen
die hier nog blijven zo lang ik leef,
met de hoop dat U die eens Zelf zal drogen.
O God Uw schepping zucht in het geweld,
in de hoop dat U daar paal en perk aan stelt,
bid ik met groot verlangen,
wanneer Uw komt om Uw schepping en
schepsel volmaakt te kunnen ontvangen.
O God laat in onze tijd van advent,
de hoop op Uw komst niet onbekend,
laat door die hoop nu in mijn leven,
waardoor ik zeker wetend dat U mij een
volmaakt eeuwig levend lichaam zal geven.
O God die hoop op U zal al mijn leed verzachten.
Mijn Heilands woorden Zijn gewist.
Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,
maar nooit een Vriend als Jezus voor mij is.
Soli Deo Gloria!
Soli Deo Gloria!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten