Jezus zoeken.

Luc. 2: 42-52

Mijn Jezus ben ik kwijt,

in de meeste tijd

van mijn aardse leven,

ik zoek Hem wel

maar Hij is hier niet,

mijn Verlosser, die God mij heeft gegeven.

Mijn Jezus ben ik kwijt,

o God nu al zo'n lange tijd,

doet U mij Hem hier missen.

Ik, die het Hem verwijt,

moet mij nu toch in 

mijn Jezus erg vergissen.

Mijn Jezus ben ik kwijt,

ik zoek Hem onder mijn vrinden

maar die weten tot hun spijt

ook niet waar ik Hem kan vinden.

O God waar is Hij toch,

U wist toch dat ik Hem zocht.

Mijn Jezus ben ik kwijt,

maar Hij weet wel waar ik ben,

daarom bidt Hij al een hele tijd,

Vader vergeef het hem,

dan krijgt hij oprechte spijt

ja dan weet hij waar Ik ben.


Bent u met mij Jezus ook kwijt,
dan is het nu voor ons de hoogste tijd,
dat wij Hem zoeken waar Hij zich laat vinden
bij het kruis waaraan Hij zich liet binden.
Daar bidt Hij voor ons aan Zijn Vader,
schenk U hen arme zondaars Uw genade.

Mijn Jezus heeft zich laten vinden,

op de plaats waar Hij behoort te zijn,

in de dingen van Zijn Vader,

bidt Hij voor mij om Zijn genade,

daar is Hij die op mij wacht,

die mijn schuld heeft volbracht.


Mijn Jezus laat zich zien onverwacht
aan de gehele wereld, die niet dacht
dat Hij op dat moment zou komen,
om hen te halen die in de verdrukking wonen.
Alle ogen zullen Hem dan zien,
ook zij die Hem hebben doorstoken,
Een ieder krijg wat hij heeft verdiend,
gerechtigheid zal dan zijn opengebroken.

Soli Deo Gloria!