zaterdag 16 november 2013

Afleggen en aandoen
 
 
 
 
Leg af de werken van ongerechtigheid
en doet aan de werken van het licht,
waardoor je van zonden wordt bevrijd,
wat door Jezus kruisdood is verricht.
 
 
Leg af het juk wat je benauwt
en pak aan Gods Woord waar je door
geloof in Jezus Christus op vertrouwt,
Hij is je Heiland die van je houdt.
 
 
Leg af de vragen waardoor je treurt,
laat je door Gods Geest worden opgebeurd,
neem aan het antwoord wat Hij je geeft,
dat Jezus voor de treurigen leeft.
 
 
Leg af de zonden waaraan je kleeft,
doet aan de vergeving die God je geeft,
Wat Hij gemaakt heeft dat staat je goed,
waardoor je vrijwillig daar van afstand doet.
 
 
Leg af de tegenstand die je biedt,
want van God wint niemand niet,
Roept Hem aan in Jezus naam,
Hij laat geen tegenstander met schuld staan.
 
 
Leg af het kleed van ongerechtigheid,
doet aan Zijn kleed wat je bevrijdt.
Geef Hem dat wat je nog zo bindt,
zoek de gerechtigheid die je in Hem vindt.
 
 
Doet aan wat God je in Christus biedt,
waardoor God in jou geen schuld meer ziet.
Leg af dat lichaam wat je ziel benauwt,
als Hij je tot Hem roept, die van je houdt!
 
 
 
Soli Deo Gloria! 
 
 
 
16 november

„Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt.” Rom.13:14

Lezen: 1 Petrus 2:1-10 (Ga naar dit bijbelgedeelte)

Ook dit gedeelte staat weer vol opdrachten die we, als we volgelingen van Jezus willen zijn, niet zo maar naast ons neer kunnen leggen. Het heeft ook geen zin om er ‘dierbaar’ over te mediteren. Het staat er ook zo dat de enige gezonde reactie moet zijn: gehoorzamen! Het begint met: „Legt dan af!”, als een versleten jas. Dan moet ik denken aan een voorval bij één van m’n kinderen. Mijn zoon had een tot op de draad versleten jasje en moest nodig een nieuwe hebben. Op een dag nam ik hem mee naar de stad en op de kinderafdeling van een groot kledingmagazijn zocht ik naar een jas. Toen pas had hij door wat een ramp hem te wachten stond: z’n kostbare lieve, vertrouwde jas moest hij uitdoen! Stijf hield hij z’n handjes op de knopen en schudde zijn hoofd al heftig van nee! Ik hield hem een mooi jasje voor, maar hij bleef nee schudden. Toen liet ik hem een andere mooie jas zien: z’n ogen gingen wijd open, zijn handjes gingen van de knopen af, hij maakte z’n jas los en liet het in zijn ogen zo kostbare vod op de grond vallen om die prachtige nieuwe jas aan te doen.
God zegt ook dat we niet alleen iets moeten afleggen, maar ook iets moeten aandoen: „Maar doet de Here Jezus Christus aan”. Als wij de Here Jezus als een nieuw kleed mogen aantrekken, zouden we dan maar niet gauw het oude afleggen? Want God heeft immers geweldige plannen met ons: Hij wil ons gebruiken als levende stenen voor de bouw van Zijn Gemeente. Maar dan moeten we ook gewillig zijn om ons te laten gebruiken, net als Jezus... en dat kan niet, tenzij we, zoals Paulus het zegt, de Here Jezus hebben aangedaan als een jas om ons heen. Maar dat past alleen over ons naakte lijf, ontdaan van alles wat in Zijn ogen vuilnis is                           
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten