De ouderdom

Naar de jaren waarin ik ouder word,
blijkt bij mij door Gods Geest,
dat mijn zonden steeds meerder zijn
en toont mijn geloof steeds meer een tekort.


Ik graaf dieper en vind steeds meer schuld,
waarmee de beker van Gods gramschap
steeds meer en meer wordt vervuld,
Gods Geest laat mij steeds dieper buigen.



Gods recht wordt steeds zwaarder op mij gelegd,
de strijd tegen de zonden een groter gevecht.
Hoe lang zal God mij hier nog verdragen,
ook dat leert Gods Geest mij steeds meer vragen.



Het gevecht om de waarheid raak ik nu kwijt,
heb over de vele keren daarover steeds meer spijt.
Het gaat mij steeds minder om de vraag, ben ik bekeerd,
maar schaam mij meer hoe ik mij in mijn ongeloof heb verweerd.



Steeds groter wonder wordt het dat God mij verdraagt,
en toch lijkt het alsof ik Hem steeds minder vraag,
Heer' vergeef mij in Christus toch al mijn zonden,
juist die door verharding in mij worden gevonden.


Heer' keer in mij weer en maak vast mijn wankel geloof,
laat Satan in mij, U niet van Uw eer hebben beroofd.
Richt in mij op de trage handen en sterk de slappe knieën.
geef Satan geen kans om Uw schepsel te vernielen.



Dan looft mijn mond Uw grote Naam ter eer,
als mijn ziel zich in Uw liefde mag verblijden.
Dan komt in mij de dank van weleer,
Dan zal mijn God door Zijn Zoon,
nimmer van mij zijn te scheiden!


Soli Deo Gloria!