donderdag 14 november 2013


Het tegenovergestelde
 is voor mij waar!
 
 
 
 
Hoe dichter ik kom bij de Heere,
des te groter wordt mijn tegenstand
om van Hem te willen leren,
hoe ik mij tegen Hem kant.
 
 
 
Hoe dichter bij de Waarheid,
des te groter worden mijn leugens,
Hoe ouder ik nu word
des te meer komt mijn verstand tekort.
 
 
 
Hoe meer ik Gods Woord onderzoek,
des te meer blijk ik niet te weten,
hoe ik God in mijn leven heb vervloekt,
door niet, naar Zijn liefde, voor Hem te leven.
 
 
 
Hoe vromer ik zelf word,
des te groter een goddeloze,
ja veel meer doe ik God tekort,
en des te meer zit ik vast aan het boze.
 
 
 
 
Hoe groter mijn verstand is,
des te kleiner mijn geloof in God.
Hoe meer ik daardoor God mis,
des te groter mijn geloof in Hem wordt.
 
 
 
 
Hoe groter de oorlog wordt
tussen God en mijn ziel,
des te meer doe ik aan Zijn Zoons werk te kort,
omdat Hij voor mij in die strijd in de dood viel.
 
 
 
 
Hoe meer ik er niets van begrijp,
waarom God van mij houdt,
des te groter  wordt Gods wonder,
dat ik in Hem gelovend alleen op God vertrouw!
 
 
 
 
Soli Deo Gloria! 


14 november


„Want des Heren ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat.” 2 Kron.16:9a


Lezen: 2 Kronieken 16:1-14 (Ga naar dit bijbelgedeelte)


Geheel anders dan koning Josafat zocht Asa meteen hulp bij de mensen. Dit leek hem veiliger en doeltreffender dan hulp bij God te zoeken. Als we in tijden van voorspoed de verborgen omgang met God zijn kwijtgeraakt, hoe zouden we dan op Hem durven vertrouwen in tegenspoed! Bovendien, het blijkt toch maar dat de hulp van mensen heel doeltreffend kan zijn: Basa blies immers de aftocht?! Waarom zou je op God vertrouwen als het met menselijke hulp ook gaat?!
Maar dan komt de ziener Chanani en herinnert Asa aan een gebeurtenis van zo’n tien jaar daarvoor (2Kron.14:9). Toen een overmachtige vijand tegen Asa optrok, had de jonge Asa geroepen tot de Here: „Here, er is niemand buiten U, om de machteloze te helpen tegen de machtige...” Ja, toen voelde Asa zich nog een machteloze, afhankelijk van zijn God en God had hem krachtig bijgestaan. Maar Asa was voorspoedig geworden en was zijn God vergeten, want zonder Hem ging het ook wel aardig...
God echter heeft Asa niet vergeten. Hij zendt Zijn profeet met het verwijt dat Asa’s hart niet meer volkomen naar Hem uitgaat. ‘Niet nodig’ is het antwoord van Asa. ‘Niet nodig’ blijft zijn commentaar als God hem drie jaar later op een ziekbed werpt. Ook dan bouwt de trotse Asa liever op de kennis van mensen. Die kennis heeft God immers ook gegeven?! Maar de wijsheid van de mens, wiens hart niet volkomen naar God uitgaat, faalt en Asa sterft. Zijn lijk krijgt een vorstelijke begrafenis, maar de Vorst der vorsten vond in zijn hart geen plaats. Het woord van de profeet is ‘brood voor ons hart’ en als ons hart naar Hem uitgaat, zal God antwoorden door voor ons op de bres te staan.
 www.bijbelsdagboek.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten