Voorwaarden vooraf?

Zou ik voorwaarden stellen

aan het afgeven van mijn naam en adres?

Tegen wie zegt Jezus

wat en wie Hij is?

Math. 16: 15-18

Joh. 19: 5,  21: 15-17

Een mening over Jezus geven,

is van de mens uit altijd gekleurd,

door verschillende meningen vindt men

 over wat er voor Zijn kruisdood,

van Hem werd gezegd of is gebeurd.

Had Petrus het eens bij het goede end',

toen zei Jezus; dat zijn vlees en bloed 

maakten hem dat niet bekend,

maar Zijn Vader in de hemel.

Jezus verbood hun toen nog te zeggen,

wie Hij was, dat kon 

Pilatus bij Zijn kruisdood pas

toen hij in Hem een onschuldige zag,

ging het alleen nog daarom,

wie er van Jezus en hij,

de enige echte Overwinnaar was.

Toen sprak hij de woorden,

Zie de Mens!

Later aan het kruis bevestigde hij dat,

dat Hij de Koning der Joden was.

Bleef Zijn Naam en adres

door Zijn Woord en Geest mij zo onbekend,

dan kon ik naar Zijn Waarheid 

tegen Hem niet zeggen,

wie Hij is en van wie ik er één ben.

Dat werd mij eerst duidelijk toen ik door

Zijn Woord en Geest zag en verstond,

dat ik de dood schuldig was, wie

Zijn Naam als onschuldige niet had erkent.

Aan zulk een zondig mens

maakt de Mens Jezus Christus,

Zijn Naam en Adres,

zijnde de Verlosser van God gezonden
voor verloren zondaren bekend.

Waardoor de verloste zondaar,
het van Zijn Geest ontvangen dank- en loflied,

van Gods Liefde tot Hem zendt.

Maakt de mens zijn naam en adres niet bekend?

Wie zwijgt stemt toe

of wordt als Petrus van het ontkennen niet moe.

Maar nu ik Gods Naam en Adres door Hem erken,
laat ook ik mijn naam en adres Hem niet onbekend,

spreek en word ik door het loven en getuigen

van Zijn onvolprezen Naam, niet moe!

Soli Deo Gloria!