woensdag 14 mei 2014

 
 
Die is mijn naaste!
 
 
Wie is mijn naaste?
Is geen vraag die men Jezus stelt,
dat is mijn naaste
van wie ik de nood in mijn gebed
aan Jezus voeten breng.
 
 
 
Wie is mijn naaste?
Is geen vraag alleen voor vandaag,
zij zijn het die zich bevinden in nood,
waar ik luister naar hun geklaag
om gered te worden van de dood.
 
 
 
Wie is mijn naaste?
Is geen vraag om aan Jezus te stellen,
kijk wat Hij deed en ons wil vertellen,
dat als wij de nood van onze naaste niet zien,
wij zelf geen hulp van Jezus hebben verdiend.
 
 

Wie is mijn naaste?
Is geen vraag, maar een antwoord van hen,
die zijn naaste barmhartigheid bewijst,
zonder dat men het gebod van Christus kent,
maar met ontferming over hen is bewogen.
 
 
 
 Die is mijn naaste
van dichtbij en ver weg,
steeds meer naasten ontstaan er om mij heen. 
Dit is wat God in Zijn Woord mij zegt,
breng ze bij Mij, de vermoeide en belasten,
Ik geeft ze rust en help ze
op mijn oprecht gebeden gebed,
waarin ik geloof wat Zijn Woord
mij van Zijn wil en kracht zegt!
 
 Soli Deo Gloria!
 
 
 
 
 
 
14 mei
„Hij werd met ontferming over hen bewogen en genas hun zieken.” Matt.14:14b
Lezen: Lucas 10:29-37 (Ga naar dit bijbelgedeelte)
Als God zegt dat je je naaste moet liefhebben en je weet wat God met liefhebben bedoelt, dan kun je misschien jezelf het beste rechtvaardigen door de interessante vraag te stellen: „En wie is mijn naaste?” Zijn de mensen in de noodgebieden van de wereld mijn naasten of is mijn buurman het eigenlijk meer? Er zijn veel mensen die graag bidden voor de arme slachtoffers van oorlogen en rampen. Dat is natuurlijk ook heel erg belangrijk, maar waarom hebben we vaak veel meer moeite om te bidden voor onze buurman?
Het is inderdaad veel gemakkelijker om te bidden voor mensen die helemaal aan de andere kant van de wereld zijn, dan voor je buurman. Want als je voor de eersten bidt, kun je vaak niet meer doen dan het uitschrijven van een giro. Maar als je werkelijk voor je buurman gaat bidden, dan kan het wel eens gebeuren dat je de opdracht krijgt je voor hem te gaan inzetten. Het kan gebeuren dat God door je gebed voor mensen aan de andere kant van de wereldbol hen tot je naasten maakt. Maar dan kan je onmogelijk in Nederland blijven want dan vind je geen rust voordat je je leven voor hen inzet!
Daarom is de vraag: „Wie is mijn naaste?” een verkeerde vraag. Trouwens, Jezus geeft in deze gelijkenis daar ook geen antwoord op! Naar menselijke maatstaven waren het de priester en de leviet die de naasten van deze beroofde Jood hadden moeten zijn. Maar dezen dachten aan zichzelf en wilden zich liever niet verontreinigen. Hun positie was hun meer waard dan het tonen van barmhartigheid!
Jezus maakt het ons hier duidelijk: We zijn pas de naaste van iemand als we ons, om Jezus’ wil, over hem ontfermen...
 
wordt vervolgd


Geen opmerkingen:

Een reactie posten