vrijdag 9 mei 2014




Liefde bij God vandaan!
 
Liefde kun je niet maken
door opgewonden te raken
van eigen lusten en begeren.
Liefde ontstaat in je
door je naar Gods wil te keren,
dan ervaar je Liefde pas echt,
als je doet wat Hij tegen je zegt.

 
Liefde spreek je niet tegen,
dat weet elk mens die liefde verstaat,
liefde is een Goddelijke zegen
als je de liefde van God aanvaardt.
Liefde ontwapent je tegenstand,
om zelf je keuze te maken,
liefde krijg je om niets uit Gods hand.

Liefde leer je te aanvaarden,
dat wat God voor je nodig acht
in je kostbare tijd op aarde
dat je Zijn hulp alleen van Hem verwacht.
Niets doen naar eigen wil en werken,
want dat verlamt de Goddelijke liefde
dat zal Hij je zeker doen merken.

Liefde is geen aardig ding
waarover ik enkel een liedje zing,
liefde geeft aandacht aan iedereen
aan hem die liefde mist, heel dicht om mij heen.
De Liefde van God geeft mij aan,
hoe de ander die ook van mij zal verstaan.
De ware Liefde komt alleen bij God vandaan.

Gods Liefde komt in ons openbaar
door het verstaan van Zijn Woord,
die Zijn Geest ons verklaart,
Hij zorgt voor ons dat Gods Liefde
in ons hart wordt bewaard.
Hij leert ons bidden om Gods Liefde te verstaan,
zoals Jezus alles voor ons heeft gedaan.

Gods Liefde wordt in voorspoed
hier nauwelijks geproefd,
wel in tegenspoed en afhankelijkheid
 beproefd,
dan komt de prijs van Gods Liefde in zicht,
in het Liefdewerk dat Jezus voor ons heeft verricht.
Dat is Liefde die ons van schuld bevrijdt.  

Het was  Zijn Liefde die God mij gaf
in Zijn Zoon die stierf aan het kruis, 
Hij ging voor mij in het graf
om de haat en de tegenstand
tegenover God van mij weg te nemen.
Hij reikte mij daarmee uit Gods hand
Zijn Liefde om aan God de eer te geven!

  Soli Deo Gloria!

9 mei
„Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten.” Luc.16:13a
Lezen: Ezechiël 14:1-8 (Ga naar dit bijbelgedeelte)
Zoals het vroeger was met Israël, zo is het nu ook weer met de christenheid: Hoe durven we nog tot God te naderen terwijl we in de praktijk van ons leven veel meer op al het andere vertrouwen dan op God! We hebben ons laten verzekeren van de wieg tot het graf en velen hebben door hun lidmaatschap van een kerk zich ook nog verzekerd voor een mogelijk eeuwig leven!
Zeg nu niet dat we geen afgoden hebben, want alles waarop we vertrouwen buiten God is in de ogen van God een afgod.
Door al onze verworven zekerheden hebben we ons steeds minder afhankelijk van God gemaakt. Hierdoor zijn deze zekerheden een vloek in plaats van een zegen geworden. Immers alles wat ons in ons dagelijkse leven minder op God doet vertrouwen, wordt een vloek, een afgod. Natuurlijk blijven we bidden voor ons eten, maar het is steeds meer een inhoudsloze gewoonte geworden, want wie beseft nu nog dat onze overvloed een zegen van God is?
Zal God het gewas minder zegenen als wij er niet om vragen? Ach, dat is immers echt niet meer geloofwaardig!
God zegt in zijn Woord: „Zou ik Mij dan nog door hen laten raadplegen?” Neen! Want we hebben de hemel zèlf van koper gemaakt door onze afgoden in onze harten mee te dragen, zelfs als we voor Gods aangezicht verschijnen!
Hoe zou God dan nog Zijn hand naar ons kunnen uitstrekken om ons te beschermen tegen het kwaad en de kwalen? Dan zouden we alleen nog maar meer van Hem afdwalen! Maar als we ons weer voor God gaan verootmoedigen en ons vertrouwen op Hem gaan stellen, dan zal Hij Zich weer door ons laten raadplegen zodat Hij ons weer op Zijn wegen kan leiden. Dan zullen we voor uitroeiing bewaard blijven!

www.bijbelsdagboek.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten