maandag 5 mei 2014



Geen woorden maar daden!
 
 
Heer' maakt U mij bereid
los te laten geld en goed,
eer de kwade dag komt,
dat de dood dit bij mij doet.

 
Heer' maak mij gewillig
om het te doen zoals U deed,
niet te zijn grof of onverschillig,
maar met liefde mijn schuld vergeeft.
 
 
Heer' maak oprecht en bereid
Uw waarheid te spreken altijd,
ook wanneer mijn belang dat niet vraagt,
dan alles naar Uw wil overdraagt.

 
Heer' maak mij geen mens van veel woorden,
laat de daden daarvan zien,
U kwam daar waar zieken en noden waren
U verloste hen en vergaf hun schuld bovendien.

 
Heer' zonder U zal mij dit niet lukken,
leert U mij door Uw Woord
en door Uw Geest te bukken
voor de opdracht die ik van U heb gehoord.

 
Heer' laat het een lust voor mij wezen,
door aan Uw liefde mij over te geven,
om los te komen van het aards genot,
alleen door Uw genade te kunnen wonen,
bij U mijn Heer', Vader en God!

 
Soli Deo Gloria!


5 mei

„Hoe moeilijk zullen zij, die geld hebben, het Koninkrijk Gods binnengaan.” Marc.10:23

Lezen: 1 Timoteüs 6:17-21 (Ga naar dit bijbelgedeelte)

Het is eigenlijk jammer dat in de tekst van vandaag gesproken wordt over geld, want dat staat er eigenlijk niet. Het zou beter vertaald zijn met: Hoe moeilijk zullen zij, die bezittingen hebben, het Koninkrijk Gods binnengaan.
Dan wordt dit gedeelte niet slechts een boodschap voor ‘rijke jongelingen’, maar ook voor de mensen die minder bezitten. Want je behoeft beslist niet rijk te zijn om gebonden te wezen aan aardse bezittingen. Iedereen die gebonden is, dus vastzit aan aardse bezittingen, kan moeilijk deel hebben aan het Koninkrijk van God. Want het Koninkrijk van God is niet van deze wereld.
Zolang we nog vastzitten aan de dingen van deze wereld zal ons hart verdeeld zijn.
Daarom zei Jezus tegen de jongeling die vele goederen bezat: „Verkoop alles wat gij bezit en gij zult een schat in de hemel hebben” (Marc.10:21b).
Paulus heeft het blijkbaar ook heel goed begrepen, daarom zegt ook hij: „De tijd is kort. Tenslotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw; die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen” (1Kor.7:29,31).
Alles wat deze wereld ons bieden kan is onzekere rijkdom. Maar onzekere rijkdom kan zo geweldig zinvol worden als we er van doordrongen raken dat wanneer wij onze hoop alleen op God gevestigd houden, Hij ons dit alles „ten gebruike geeft” om, zolang wij op aarde zijn er wel, goed, mee te doen om zo, losgemaakt van het aardse bezit, het ware leven te verkrijgen. Wanneer anderen de rijkdom hiervan zien, zal dat veel verlossende navolging geven! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten