zaterdag 3 mei 2014

 
 
Het geloven in God! 
 
 
 
Het geloven in God
vernieuwt de uit God geboren mens,
waardoor deze gevormd wordt
geheel naar Gods wens.
 
 
 Het geloven in God
neemt al het onnodige weg
van het Beeld, zoals in Gods plan is neergelegd
waarin geen fout meer gevonden wordt.
 
 
Het geloven in God
is door Christus bereid,
waardoor Hij naar het kruis werd geleid,
terwijl er in Hem geen onrecht gevonden werd.
 
 
Het geloven in God
neemt alle weerbarstigheid weg,
zoals een Beeldhouwer dat doet,
neemt het geloof uit een "brok steen",
al het overbodige weg.
 
 
Het geloven in God
werkt zoals dat werkwoord dat vereist,
het is Gods werk door Jezus volbracht,
waardoor de zondige mens,
zonder zonden thuis wordt gebracht.
 
 
Het geloven in God
wordt eens voor eeuwig overbodig,
in het huis van de Vader
is het geloven in God niet meer nodig,
alleen Gods Liefde die blijft!
 

Het geloven in God
is onlosmakelijk verbonden
aan de wedergeboren mens die ongeschonden,
geheel vernieuwd en zonder zonden
door Gods Woord en Geest is verwekt.
 
 
Soli Deo Gloria!
 
 
Geloof en wedergeboorte
‘Hij maakte ons zalig, niet om de werken van de gerechtigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid – door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing van de Heilige Geest’ (Titus 3:6, behandeld tekstgedeelte, weergave 1534).
(…) Als we duidelijk over de natuur van het geloof spreken, dan is het zo: dat de mens op éénmaal de genade geheel ontvangt en zalig wordt gemaakt. En wel in die zin dat niet de [goede] werken ons daartoe brengen, maar dat de werken [juist] moeten volgen.
Het is net als wanneer God uit een onvruchtbaar houtblok een nieuwe groene boom zou maken, en dat die dan zijn natuurlijke vruchten zou dragen.

Het geloof dat God uit genade werkt, is een zeer grote, machtige en werkzame zaak. Het ligt niet, zoals de droompredikers (1) verzinnen, in de ziel te slapen. Het is ook niet net als een geschilderde plank die de verf of de kleur alleen [oppervlakkig] draagt. Nee, niet op die manier! – het geloof leeft, draagt, leidt, drijft, trekt, het verandert de mens door en door. Het werkt alles in hem, zodat het zich goed laat voelen en merken.
Het geloof zelf is verborgen, maar de werken van het geloof zijn niet verborgen. De werken en woorden van de persoon wijzen aan waar het geloof is, zoals de vruchten en bladeren van een boom laten zien wat voor soort boom het is.
Daarom wordt er maar gebrekkig en verwerpelijk over het geloof gepreekt als men het geloof niet méér waarde toekent, dan dat het alleen tot versiering van de werken zou dienen en dat het geloof slechts de werken zou hélpen volbrengen, zoals de scholastieken het volk verwarren en misleiden.
Het geloof hélpt niet bij het doen van werken – het geloof doet de werken alleen! Ja, het doet niet alleen de werken, maar het geloof verandert en vernieuwt de hele persoon. (...) Het geloof wil een wedergeboorte, een vernieuwing werken, niet alleen van de werken, maar van de hele mens
(2).
(…) Het gaat hier niet over jezelf een beetje opknappen met werken – de hele natuur [van de mens] moet omgekeerd worden! Daarom moeten zij die echt geloven veel lijden en sterven, opdat de genade van het geloof haar natuur en aanwezigheid bewijst.
Die Epistel S. Pauli an Titon (3:4-7). Hauspostille 1522, vgl. WA 10.1.1, 114, 16 – 115, 20
(1). Uit de context blijk dat Luther hier ook de ‘scholastieken’ bedoelt. Aanduiding voor theologen uit de Middeleeuwen die door hun filosofische redeneringen de eenvoud van de Schrift uit het oog verloren. Hun filosofisch-theologische denkrichting wordt de ‘Scholastiek’ genoemd.
(2). Zie hier ook: Nederlandse Geloofsbelijdenis, Art. 24: Van de heiligmaking des mensen en de goede werken.
Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u ook gebruikmaken van onze website: www.maartenluther.com (contact op de homepage). 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten