Worden die je in Christus bent!
Voorspoed en overvloed
komt het dan wel goed
in een mensenleven?
Kunnen mensen zonder God
daar wel tegen?
Stormen en tegenslag,
die er ook zijn dag en nacht
in een mensenleven?
Kunnen mensen zonder God
daar wel tegen?
Welvaart en veel geld,
worden daarmee de dood neergeveld
in een mensenleven?
Of houden mensen zonder God de dood
dan alleen maar even tegen?
Oorlog en haat,
wie zijn daarmee gebaat
in een mensenleven?
Kunnen mensen zonder God,
daar wel tegen?
Gezondheid en kracht,
wordt daardoor alles volbracht
in een mensenleven?
Wordt door mensen zonder God
daar alles van verwacht?
Honger en schuld,
worden daarmee magen gevuld,
in een mensenleven?
Kunnen mensen zonder God
Hem daar de eer voor geven?
Voorspoed en overvloed,
dat maakt alleen God goed,
in een schuld belijdend afhankelijk zondaarsleven,
Zijn Zoon gaf daarvoor Zijn bloed,
om ons voor eeuwig tot Gods eer te laten leven!
Soli Deo Gloria!
‘Ik zeg u, u zoekt Mij niet omdat u tekenen gezien hebt, maar daarom, omdat u van het brood gegeten hebt en verzadigd bent.’ (Johannes 6:25, weergave 1534).
‘Ja, altijd brood in overvloed hebben, is geen geringe zaak! Daarom ben Ik [Christus] nu ook een beroemde Leraar en heb Ik veel leerlingen – maar hoe zal het verder gaan? Ach Heere God! – ze zullen niet staande blijven, want ze hebben geen goed beginsel. Het kán ook geen stand houden! Want ze zullen bij Mij zoeken, wat ze bij Mij niet kunnen vinden, en wanneer ze niet vinden wát ze zoeken, dan is alles weer voorbij.’
Het gaat hier net als wanneer in de lente de takken aan de bomen in volle bloei staan. Dan denk je: wat moeten we nu toch met al die appels en peren beginnen? Komt er echter regen of wind over de bloesems, dan vallen de meeste op de grond. Misschien dat er negen van de tien spoedig afvallen en er maar één van de tien met moeite rijp wordt. Om dan maar niet te zeggen dat verscheidene daarvan ook nog wormstekig zijn.
Zo gebeurt het ook met het evangelie: eerst hoort iedereen het met blijdschap en er zijn genoeg leerlingen die het graag willen aannemen. Als het echter niet gaat zoals ze willen, en als je niet zegt wat ze graag willen horen, dan is het: ‘Er komt niet veel goeds van het evangelie.’ Daarom zegt de Heere Christus tegen de schare die Hem volgt: ‘Jullie zijn Mijn discipelen, maar met een verkeerd oogmerk – alleen dán echter ben je een goede discipel van Mij, als je blijft bij Mijn Woord.’
Het gaat immers niet om het beginnen, maar om het volharden, namelijk dat we bij het Woord blijven. Ik zou ook wel een goede christen willen zijn en het evangelie aanhangen, als er geen gevaar bij was en er alleen allerlei goeds op zou volgen. Echter, in deze wereld haat, nijd, spot, verachting en ondankbaarheid lijden, daar heeft iedereen nog geen zin in.
Als je begint om leerling van deze Man te worden, dan komt de duivel en iedereen eraan om dat te verhinderen. Sta dan vast, houd vast, vlucht niet, keer niet terug! Ben je begonnen te geloven, dan moet je ook volharden en er alles aan wagen. Er zullen genoeg mensen zijn die je hierom haten, blijf echter steeds bij Hem. Dat zijn de goede leerlingen – ze blijven onveranderlijk bij Christus.
Maarten Luther
Wochenpredigten über Joh. 6-8, gepredigt am Sonnabendt nach dem 1. Sonntag des Advents, anno 1531, vgl. WA 33, 648, 5 – 649, 17 (H).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten