maandag 19 mei 2014


Ontbreekt er iets aan?

 
Daar ontbreekt van alles aan,
waar Jezus recht mij niet heeft verbroken
door met enkele zonden niet te hebben gebroken,
wat mij Gode onwaardig op de borst doet slaan.

 
Daar ontbreekt van alles aan,
als ik een deel aan Jezus wil geven,
en met het andere deel naar eigen inzicht wil leven,
in plaats Gods wil in alles voor te laten gaan.

Daar ontbreekt van alles aan,
door met mijn doopnaam zo te leven,
alsof God Zijn Naam mij niet heeft gegeven,
dan moet ik wel alsnog verloren gaan.

 
Daar ontbreekt van alles aan,
wanneer ik mijn vertrouwen niet stel in Hem,
die ik door Zijn Woord en Geest wel ken,
maar naar Zijn wil niet heb gedaan.

 
Daar ontbreekt van alles aan
door wel Zijn brood en wijn te nemen,
maar zelf het recht op genade te claimen,
dan moet ik Zijn oordeel wel ondergaan.

 
Daar ontbreekt van alles aan,
wanneer ik mij niet bekeer in boete en berouw,
omdat ik mijn huis op zandgrond bouw,
terwijl ik weet dat het niet zal blijven staan.

 
Daar mankeert er niets meer aan,
wanneer ik voor God niet kan bestaan,
maar waar Hij mij Zijn Zoon voor gaf,
Hij nam aan het kruis al mijn mankementen af.

 
Soli Deo Gloria! 



19 mei


„Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde.” Joh.8:34


Lezen: 1 Johannes 3:7-10 (Ga naar dit bijbelgedeelte)


Dit gedeelte begint met: „Laat niemand u misleiden”. Het is wel heel terecht dat dit hier staat, want ieder die de volgende teksten gaat lezen, voelt van nature al een behoefte om zich te laten misleiden!
Die krasse taal van de apostel der liefde ligt ons zwaar op de maag. We zoeken een oplossing, een verklaring om onszelf te rechtvaardigen, want we zijn zo gewend om de Bijbel aan onze praktische levenservaring te toetsen inplaats van andersom.
Maar zolang we nog zo tevreden zijn en nog zo vol zelfvertrouwen, dat we menen de Bijbel te kunnen verklaren vanuit ons povere Christen-zijn, zal dit bijbelgedeelte ons niet kunnen veranderen tot werkelijk gefundeerde Christenen, die door beproevingen heen betrouwbaar zijn geworden en door de Here aanbevolen kunnen worden (2Kor.10:18).
Bij God bestaat niet een beetje rechtvaardig zijn. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig als Jezus (:7), al het andere is een relativering van de bijbelse rechtvaardigheid: „Wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne” (:8). Paulus zegt hetzelfde op een iets andere manier: „Immers, hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, daarin nog leven” (Rom.6:2).
Deze radicale uitspraken van Johannes en van Paulus zijn alleen te verklaren vanuit hun geloof in de radicaliteit van het volbrachte werk van Jezus! „Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou!” en zoals Paulus het zegt: „...dat onze oude mens mede gekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden...” (Rom.6:6).
Zou er dan misschien iets aan onze radicale overgave aan Jezus ontbreken?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten